Interview | De Kleijn: 'Ewan, Démare en Bennett moeten denken: wie is die kleijne opdonder?' IDL-producties
IDL-producties

Interview | De Kleijn: 'Ewan, Démare en Bennett moeten denken: wie is die kleijne opdonder?'

Interview | De Kleijn: 'Ewan, Démare en Bennett moeten denken: wie is die kleijne opdonder?'

Arvid de Kleijn (26) rijdt vanaf volgend jaar voor het Amerikaanse Rally Cycling. Met zijn team Riwal Securitas haalde de sprinter afgelopen wielerjaar goede resultaten. In de Leiderstrui sprak met hem over zijn kansen, het belang van continentale ploegen en de kunst van het sprinten. 'Handen van het stuur en een kopstoot uitdelen kunnen niet.'

Hoe begon voor jou het wielerjaar 2020?

'In Saudi Arabië. Daar werd ik in de vijfde etappe nog derde. Daarna volgde Classica de Almeria. Daar ging ik helaas onderuit en brak ik vier ribben. Dat was half februari. Toen ik aan het herstellen was en langzaamaan weer richting wedstrijden ging, kwam corona. In eerste instantie denk je: mwah, best prettig zo’n twee á drie weken even goed herstellen en rusten. Inmiddels zitten we nog steeds middenin het corona-gedoe en is het wielerjaar alweer afgelopen.'

Je reed in augustus sterk. Met onder andere een vierde en zesde plek in de Ronde van Wallonië...

‘Ik was ter voorbereiding een kleine maand op trainingskamp in Frankrijk geweest. Met mijn trainer Paul Bijkerk, die mij sinds 2018 eerst bij Baby-Dump Cycling en later bij Metec ondersteunt, bedacht ik een trainingsplan. In Wallonië bestreed ik niet de minste sprinters. Sam Bennett en Caleb Ewan bijvoorbeeld. Ik heb daar redelijk goed tegen ze gereden. Er flink tegenop gebotst, zeg maar. Die mannen hebben het erna niet slecht gedaan in de Tour de France. Voor volgend jaar wil ik nog dichter bij mannen als Démare, Ewan en Bennett in de buurt komen. Dat ze denken: wie is die kleijne (kleine) opdonder daar.’

Jijzelf deed het na Wallonië op het NK ook niet slecht. Sterker nog: je was echt goed!

‘Ik had een hele goede dag, ja. Al kwam dat voor mij niet als een verrassing. Ik weet wat ik kan en welke rol ik kan spelen in dit soort wedstrijden. Die twee klimmetjes in het NK-parcours met de rustperiode ertussen, lagen mij wel. Ik kon telkens terugkomen. Toen Mathieu van der Poel ging, wist ik dat het moeilijk werd. Wil je dan de oversteek maken, en hij gaat nog eens, dan krijg je de pedalen echt niet rond hoor. Ik wist ook wel dat ik de wedstrijd niet ging winnen. Ik werd uiteindelijk zesde, maar als je ziet wie er allemaal voorin zaten; dat waren allemaal wat tengere jongens. Dat ik daar als meer gedrongen persoon toch bij zat, voelde goed.'

Na het NK reed je nog acht eendagskoersen. Ook daar was het dringen tussen profploegen en continentale ploegen. Hoe zie jij dat?

‘In corona-tijd met veel afgelaste koersen, verdringen de profteams de (pro)continentale teams. Terwijl juist de talenten gebaat zijn bij zoveel mogelijk koersen. Bij het zichzelf continu in de kijker rijden. Het is goed dat renners van niet-profteams ook buitenlandse wedstrijden met verschillende parcoursen kunnen rijden, om ervaring op te doen en zich niet alleen op het vlakke te storten. Dat zat er dit jaar allemaal niet in. Ik voel mij met 26 jaar nog een jonge renner. Krijg net baardgroei. In dit wielerjaar stagneert corona en de afgelastingen de groei van renners en teams. Je kunt dat zelfs breder trekken. Elke sporter had in 2020 te maken met een rem op zijn ontwikkeling. En ook in de maatschappij staan jongeren nu nog steeds stil.’

Is dat persoonlijk ook het geval

‘Ik zie het ook bij het afstuderen van mijn zusje. Allemaal lastig. En ook voor mijzelf weet ik dat in een normaal wielerjaar mijn ontwikkeling heel anders was verlopen. Dan had ik er anders voorgestaan en een grotere motor gehad. Ik wil niet zeggen dat mijn ontwikkeling stil heeft gestaan, maar gestagneerd heeft het wel zeker. Heel vervelend allemaal. Hopelijk wordt 2021 een beter jaar.’

Je stapt over van Riwal naar het Amerikaanse Rally Cycling...

‘Ja, al is dat praktisch nog wat ingewikkeld. We hebben in december een trainingskamp in Californië. Ik kan daar door corona en vanwege quarantaine niet heen. In de omgeving van Girona heeft het team een huisje. Daar bouw ik een trainingskamp op. Met Kerst en Oud en Nieuw kom ik even terug naar Nederland. In januari heeft Rally Cycling in Spanje een trainingskamp. Hopelijk kunnen we dan ook weer de eerste wedstrijden rijden. ‘

Wat is de kunst van het sprinten?

‘Je goed voorbereiden. Welke sprinters doen er mee? Aan welk wagonnetje kan ik mee? Ik doe die voorbereiding vaak zelf. Het is ook een beetje geluk hebben en deels intuïtie. Als er iets voorbij komt denderen, snel meegaan.’

Hoe kijk jij naar de crash en clash van Dylan Groenewegen en Fabio Jakobsen?

‘Vooropgesteld zijn het twee goede collega’s die ik beiden respecteer. De crash in de Ronde van Polen heb ik achteraf teruggezien. Heftig. Pijnlijk voor de ogen. Wat moet ik ervan zeggen? Mijn mening is dat er zoveel meer dingen zijn die niet afgestraft worden. Ik zie andere sprinters dingen doen die ook niet door de beugel kunnen. Ik keur de move van Groenewegen niet goed, maar we moeten wel het gehele plaatje bezien. Er zijn meer aankomsten, die we allemaal normaal vinden, gevaarlijk. Laten we daarin ook consequent zijn. Als sprinter weet ik ook dat je soms in de wil om te winnen dingen doet die achteraf niet goed zijn. Sam Bennett werd er in de Vuelta voor berispt. Zijn kopstoot leidde niet tot een heftige val. Ik keur die ook niet goed, maar was dit minder erg dan in Polen? Ik vind iemands handen van het stuur aftrekken erger dan een duwtje met het hoofd. Let wel: niet een kopstoot, maar een duwtje met het hoofd om je positie te houden of een elleboogje. Je concurrent de handen van het stuur af doen helpen, is echt not done. Dan raak je uit balans en dat heeft sneller gevaar voor anderen tot gevolg. De UCI zou ook dat mee moeten laten wegen in hun straffen.’

Tot slot. Hoe zie jij je eigen toekomst?

‘Het aankomende jaar ga ik belangrijk zijn voor mijn team Rally Cycling. Ze aan overwinningen helpen. Dat is een beetje een standaardantwoord, maar ik ben geen renner die exact gaat vertellen aan de buitenwacht welke wedstrijden ik wil winnen. Dat doe ik niet. Ik ben wel net zo nieuwsgierig als jullie waar ik ga eindigen.’

Gerrit van Loon - Email: g.vanloon@indeleiderstrui.nl

Meer interviews van In de Leiderstrui vindt u hier.

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws