Wout van Elzakker (22) rijdt sinds dit jaar voor het Italiaanse Pro-Continental-team Vini Zabù Pro Cycling Team. De renner komt uit het Brabantse Hoogerheide, waar wielrennen een populaire sport is. Ook Adrie en Jacques van der Poel en Kees Hopmans komen er vandaan. We spraken de ambitieuze renner even op de avond voor Oxyclean Classic Brugge-De Panne. De afspraak luidde: als je in de vroege vlucht zit, krijg je een interview. Bij deze dus.
De vroege vlucht lukte woensdag. Wat dacht je: Indeleiderstrui zegt dat ik in de vroege vlucht moet zitten, dus ik ga maar in het begin vol aan?
‘Haha. Het was voor mij de derde koers van het seizoen. Ik begon in Nokere Koerse, gevolgd door Bredene Koksijde Classic. We hadden geen sprinter bij ons. Dus het was taak om ons te laten zien. Door zelf mee te zitten in de vlucht van de dag is dat zeker gelukt. Ik voelde mij goed, maar ik mis nog koersritme en wedstrijdkilometers. Dit was pas mijn derde wedstrijd in een jaar.’
En dan meezitten. Het is niet zomaar meerijden, toch?
‘Het is voor de ploeg mooi om in de koersen mee te zitten. Dit was dan ook vooraf besproken. We hebben een erg jonge ploeg. Deze koersen zijn ook erg goed voor de ervaring, maar dat wil niet zeggen dat we zomaar mee willen rijden. Ons iedere keer opnieuw laten zien is zeker veel waard.’
Je ploeggenoot Etienne van Empel flikte het kunstje om in de vroege vlucht te zitten, voor een interview op deze site, ook eens. Hoe ging het met hem in de wedstrijd?
‘Etienne is goed bezig. Vanaf het begin dat we ploeggenoten zijn, kunnen we het goed met elkaar vinden. Hij heeft natuurlijk veel meer ervaring dan ik heb. Ik kan nog veel van hem leren. Als twee landgenoten zoek je elkaar automatisch toch wat meer op in een buitenlandse ploeg. We rijden samen naar de koers als het kan. Etienne spreekt goed Italiaans. Ik zelf ben pas klaar met mijn studie Marketing en Communicatie aan het Johan Cruyff College in Roosendaal. Wil ook graag Italiaans leren. Door veel met de ploeg weg te zijn, gaat dat steeds beter.’
Voor de mensen die jou niet kennen: wie ben je eigenlijk?
‘Een 22-jarige wielrenner. Ik fiets nu zo'n 10 jaar. Mijn vader was een redelijke goede amateurwielrenner. Hij vond het mooi dat ik ook wilde gaan koersen. In het dorp waar ik woon, Hoogerheide, is wielrennen een populaire sport. Adrie en Jacques van der Poel, Kees Hopmans, René Pijnen en heel veel andere renners komen er ook vandaan.’
Wat leerde je op het Johan Cruyff College (JCC)?
‘Ik ben in 2016 begonnen met de opleiding marketing en communicatie. Begin dit jaar heb ik deze studie succesvol afgerond. Het is mooi dat het JCC flexibel is voor sporters, zodat je niet aan strikte tijden gebonden bent. Daardoor hoefde ik niet te haasten. In 2017 werd ik wielerbelofte en kreeg ik de kans om voor een Spaanse ploeg te gaan rijden. Ik vond het in Nederland best lastig om waaierkoersen te rijden en daarom was ik blij dat ik via via in Spanje terecht kon. Een mooie tijd waarin ik ontzettend veel geleerd heb. Ik woonde destijds nogal afgelegen in Sanguesa, 40 kilometer van Pamplona, in het noorden van Spanje. Een prachtige regio om te trainen, maar ook wel afgelegen qua verbinding met Nederland. Het team reed een prachtig programma. Goed georganiseerd. Fysiek merkte ik toen wel dat er nog veel progressie is zat. Dat kun je echter niet forceren.’
'Ik woonde nogal afgelegen in Spanje, 40 kilometer van Pamplona'
Het tweede deel van dat jaar ging je bij Metec als stagiair rijden.
‘Ik reed voor Metec vooral profkoersen in België. Helaas kon ik niet bij Metec blijven. Erg zonde, want er zijn maar een paar Nederlandse teams die mooie etappekoersen in het buitenland rijden. Daar is Metec er één van. Het jaar erna zat ik bij clubteam De Jonge Renner en in 2019 bij Team Differdange in Luxemburg. Dat jaar heb ik gekwakkeld met een knieblessure. Het was daardoor mentaal soms best zwaar. Het team stopte aan het einde van het seizoen. Ik had me toen voorgenomen om in 2020 nog één jaar alle energie in het wielrennen te steken.’
Geen goed jaar, 2020.
‘Zoals zoveel jonge renners heb ik in 2020 heel erg hard getraind, maar corona maakte koersen vrijwel onmogelijk. Een domper natuurlijk. Toch ben in altijd blijven vertrouwen dat het een keer mee zou zitten. Als junior was ik redelijk goed in tijdritten en won ik lastige wedstrijden in België. Ik viel bij de junioren nét buiten de top 10, waardoor er geen plaats was bij een goed opleidingsteam. Vandaar ook mijn keuze voor Spanje toen. Ik ben van de lichting: Ide Schelling, David Dekker, Jarno Mobach, Lars van de Bergh en Nils Eekhof. Ik ben, zeker achteraf gezien, fysiek wat later komen bovendrijven dan zij. Dat kun je niet forceren. Maar ik heb me al die tijd vastgehouden aan hoe het ging bij de junioren. Ik wist dat ik dat gevoel terug kon krijgen. In de ontsnapping van woensdag voelde ik mij weer junior.’
Heerlijk. Werken in de winkel van je pa hoeft nog niet.
‘Toen ik in september 2019 mijn laatste wedstrijd had gereden ben ik daar even gaan werken. Ik deed alles wat in een winkel moet gebeuren. Voorraad aanvullen, bestellen en vooral klanten helpen. Erg leuk, maar je bent maar één keer jong en je hebt ook maar één keer de kans om als sporter er het maximale uit te halen. Dus dat werken in de winkel komt later wel weer.
Hoe kwam je bij Vini Zabù Pro Cycling Team terecht?
‘Ik heb veel met Moreno Hofland getraind. Hij heeft mij steeds gemotiveerd om keihard door te gaan en vertrouwen te houden. Ik heb bij een redelijk aantal teams gesolliciteerd, mét mijn testresultaten en mijn verhaal erbij. Veel geluk gehad dat ze bij Vini Zabù nog een renner konden gebruiken. Je moet als jonge renner ook niet bang zijn om zelf actie te ondernemen en zelf eens iemand op te bellen om iets van je carrière te maken. Het klikt erg goed in het team. De sfeer is perfect. Ik ben erg blij dat ik nu twee jaar de kans krijg om veel te koersen in mooie wedstrijden.”
Mooi man. Nee heb je, ja kun je krijgen. Wat zijn je ambities?
‘Ik kijk niet meer te ver vooruit. Moet nog heel veel leren en mezelf ontdekken als renner. Ik hoop dat ik op heuvelachtig terrein en in tijdritten wat kan laten zien.’
Hoe ervaar je de revolutie van jonge, aanvallende wielrenners in het peloton?
‘Zelf was ik gewend om aanvallend te rijden. Bij de beloften kon ik dat veel te weinig laten zien. Aanvallend koersen is het leukst als renner. Ook voor het publiek is het zo een feestje om te kijken. Ik wil daar wel een bijdrage aan leveren als het goed gaat.’
Je kunt toch ook aardig tijdrijden?
‘Ik moet dat nog gaan ontdekken eerlijk gezegd...’
Wat is jouw verdere programma voor dit jaar.
‘Na de E3 Saxo Bank Classis van vrijdag is mijn programma nog niet ingevuld. Misschien de Scheldeprijs en Brabantse Pijl.’
Oké. Lekker flexibel. Wie of wat inspireert jou?
‘Ik heb niet zozeer een renner die mij inspireert. Wel heb ik ontzettend veel respect voor renners als Mathieu van der Poel. Een renner met nu al een indrukwekkend palmares en nog steeds een ‘normale’ jongen.
Zeker. Je komt hem morgen tegen. Waarschijnlijk niet samen in de vroege vlucht. Ga je het zelf weer proberen?
‘Ik ga mijn best doen.’
Gerrit van Loon - g.vanloon@indeleiderstrui.nl
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties