Met de afgelasting van Parijs-Roubaix eindigde het klassieke voorjaar van veel baroudeurs een stuk eerder, waardoor we ook de balans al vroegtijdig kunnen opmaken? Welke ploegen krijgen van In de Leiderstrui een goed cijfers voor hun kasseienklassiekers en wie viel er door de mand?
Topploeg: Deceuninck-Quick-Step
Dé ploeg van het voorjaar was andermaal Deceuninck-Quick-Step. De formatie van Patrick Lefevere trok maar liefst vier van de Belgische klassiekers naar zich toe, met de winst van Kasper Asgreen in de Ronde van Vlaanderen als pronkend eindstuk. Davide Ballerini in de Omloop Het Nieuwsblad, Sam Bennett in de Oxcyclean Classic Brugge-De Panne en wederom Asgreen in de E3 Saxo Bank Classic zorgden voor de andere zeges.
En dat voor een ploeg die de nodige pech kende. Zdenek Stybar viel weg met een hartritmestoornis, terwijl de ploeg ook nog altijd niet op twee van haar sterkhouders, Fabio Jakobsen en Remco Evenepoel, kon rekenen. Niet dat zij direct tot de kanshebbers voor de Ronde van Vlaanderen worden gerekend, maar toch. Ook wereldkampioen Julian Alaphilippe kon niet echt een vuist maken tot dusver, maar hij trekt nog naar de Ardennenklassiekers. Overall: een zeer ruime voldoende voor Deceuninck-Quick-Step.

De grote twee: Van der Poel en Van Aert
Voor, tijdens en na de klassiekers ging het (in ieder geval in de Lage Landen) voornamelijk over twee mannen: Mathieu van der Poel en Wout van Aert. Zij gingen iedereen in Vlaanderen wel even op een hoopje rijden, luidde de algemene tendens. Daar slaagden de mannen niet in, daar ze werden tegengehouden door een Deense stoomtrein. Toch mogen zowel Van der Poel en Van Aert maar wat trots zijn op hun voorjaar.
Van der Poel zette zijn status als attractie voor de sport kracht bij met zijn klinkende zege in Strade Bianche en het kunststukje dat hij opvoerde in de Tirreno-Adriatico, terwijl Van Aert in diezelfde ronde zomaar tweede werd achter Tadej Pogacar. Later schreef de Belg ook Gent-Wevelgem op zijn naam, maar in de Ronde van Vlaanderen ontbrak het hem nog net aan dat procentje extra dat je nodig hebt om te winnen.

We gaan Van Aert nog zien in de Brabantse Pijl en Amstel Gold Race, koersen die hem gezien zijn vermogen bergop goed moeten liggen. Van der Poel neemt enkele weken verdiende rust, voordat hij zich richt op de Tour de France en de Olympische Spelen. In het spoor van de Nederlander viel zijn ploegmaat Gianni Vermeersch ook zeer positief op, een eervolle vermelding voor één van de constantste renners van dit voorjaar.
De tweede lijn: hopen op die ene explosie
Jasper Stuyven liet in Milaan-Sanremo zien dat het niet altijd maar om de topfavorieten hoeft te draaien. De Belg van Trek-Segafredo bracht met zijn zege in La Primavera de hoop terug bij een heel aantal mannen. Later zetten Asgreen en ook Dylan van Baarle (met zijn zege in Dwars door Vlaanderen) die hoop nog een tandje hoger.
Zij zijn onderdeel van een heel resem renners die vurig hopen op die ene uitbarsting. Proeven aan een grote zege doen ze wel, maar de zoete smaak van de overwinning is nog niet volledig aanwezig. Tot die categorie rekenen we ook mannen als Soren Kragh Andersen, Anthony Turgis, Tom Pidcock, Florian Sénéchal, Cristophe Laporte en Nils Politt: allemaal een zeer constant niveau, altijd bij de pinken en rond de top tien, maar die ene uitschieter ontbreekt nog. In dat opzicht heeft Dylan van Baarle zijn dikke vis al aardig binnengehengeld dit voorjaar. Wat opvalt: de tweede rij bestaat dit jaar uit een relatief groot aantal 'nieuwe' jongens.
Wat met de dertigers?
Zes/zeven jaar geleden schreven we Alexander Kristoff, John Degenkolb en Peter Sagan steevast als eersten op bij de grote koersen. 'Wat met die mannen, je kan ze niet lossen en ze zijn snel aan de finish', was een uitspraak die je rond 2015 vaak hoorde. Alle drie de renners hebben meerdere monumenten op hun naam staan, maar kwamen er dit voorjaar nauwelijks aan te pas.

Sagan heeft natuurlijk de pech gehad met zijn coronabesmetting, maar achter Kristoff en Degenkolb komen tegenwoordig toch al vraagtekens te staan. De Scheldeprijs bracht dat misschien nog wel het meest pijnlijk aan het licht. Beide mannen zetten die koers op hun programma na het schrappen van de Scheldeprijs, het was hun type weer, maar zowel Kristoff als Degenkolb was in geen velden of wegen te bekennen in Schoten.
In mindere mate geldt dat ook voor jongens als Sonny Colbrelli, Michael Matthews en Matteo Trentin. Ze zijn er altijd bij, je kan op ze rekenen, maar winnen is o zo moeilijk. Jarenlang konden ze in alle gevallen rekenen op hun sprint na een gesloten koers, maar dat is anno 2021 ook geen zekerheid meer met de polyvalente toppers aan de start.
Scala aan Belgische subtoppers, maar winnen is een hele opgave
Dat het anno 2021 heel lastig is om wedstrijden te winnen, ondervonden ook enkele Belgen aan den lijve. Sep Vanmarcke, Greg Van Avermaet, Oliver Naesen, Yves Lampaert, Dylan Teuns, Tim Wellens, Tiesj Benoot en ook Philippe Gilbert; bijna allemaal reden ze wel een keer top vijf, maar écht in de buurt komen van een zege zat er niet in. Iets waar Stuyven dus wel in slaagde, maar de kansen zijn schaars. Voor sommige van die namen kan de Brabantse Pijl, Amstel Gold Race of Luik-Bastenaken-Luik nog (verdere) verlichting bieden.
Het ontbrak ze dit voorjaar net aan dat beetje geluk, terwijl hun opvolgers ook niet direct klaarstaan. Florian Vermeersch en Stan Dewulf werden kansen toegedicht, maar de twee showden zichzelf niet direct op de voorste rijen. Of kan Victor Campenaerts na zijn goede eerste voorjaar nog een stapje in de goede richting doen?

Regelrechte flops
Het moge wel duidelijk zijn dat Deceuninck-Quick-Step, Van der Poel, Van Aert en Stuyven tot de tops van dit voorjaar gerekend mogen worden, maar wie was er nu echt nergens te bekennen? Dan denken we in eerste instantie aan EF Education-NIPPO. De ploeg van Jonathan Vaughters beschikt met Alberto Bettiol, Michael Valgren, Jens Keukeleire en Sebastian Langeveld over een karrenvracht aan ervaring, maar dat kwam er niet uit dit jaar. Een andere WorldTour-ploeg die we amper zagen was Intermarché-Wanty-Gobert, waar ze ongetwijfeld op meer hoopten met onder meer Aimé De Gendt.
Ook Arnaud Démare zal niet tevreden terugkijken op zijn voorjaar. De Fransman, zegekoning van 2020, kwam nergens echt uit de verf. Hetzelfde geldt voor Mads Pedersen, die nog wel Kuurne-Brussel-Kuurne won maar daarna steevast op zeventig/tachtig kilometer van de aankomst gelost werd. Iván Garcia Cortina kon zijn kopman-rol bij Movistar eveneens niet waarmaken. Voor hen is er werk aan de winkel, richting het prachtige najaar met het WK in Leuven, Parijs-Roubaix en Parijs-Tours na elkaar.
Door: Tom van der Salm - t.vandersalm@indeleiderstrui.nl
Plaats reactie
0 reacties
Laad meer reactiesJe bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties