Del Grosso doet op NK mee met elite, maar 'Als Mathieu en Wout er weer zijn, schuif ik een plekje naar achteren'

Het gaat snel met de carrière van Tibor del Grosso. Het 21-jarige multitalent van Alpecin-Deceuninck werd vorig jaar wereldkampioen veldrijden bij de beloften. Afgelopen week was hij daar plots bij de elite, met een tweede plaats in Koksijde. Zondag zal hij zijn nationale titel bij de beloften niet verdedigen: hij gaat voor het rood-wit-blauw bij de grote meneren.

Del Grosso rijdt dit jaar voornamelijk wedstrijden voor renners onder 23 jaar, maar af en toe kan hij ook proeven van het echte werk. 'Ook omdat er niet veel beloftencrossen zijn, maar natuurlijk was ik deze winter ook benieuwd naar waar ik sta bij de profs', vertelt hij aan De Telegraaf. 'Ik hoopte een keer een podium te rijden, wat lukte met een tweede plek in Koksijde, maar het niveau ligt hoog. Ik wist wel dat ik deze zomer een stapje gemaakt had, maar het is ook fijn dat bevestigd te zien. Maar als Mathieu van der Poel en Wout van Aert er weer zijn, schuif ik normaal gezien een plekje naar achteren.'

In Oisterwijk zal de jongeling zich mengen met de grote namen als Lars van der Haar, Pim Ronhaar en Joris Nieuwenhuis, maar op het wereldkampioenschap veldrijden in het Franse Liévin zal de renner van Alpecin-Deceuninck normaal gesproken 'gewoon' weer met de beloften meedoen. 'Ik kan nog lang genoeg bij de elite rijden en het is niet zo dat ik daar op een WK al op voorhand om de medailles kan meedoen. Al kan alles natuurlijk veranderen.'

Lees verder onder de foto!

Vergelijking MvdP-TdG: 'Mathieu is van zo'n uitzonderlijk niveau...'

Inmiddels is Del Grosso ploeggenoot met Van der Poel. Dat betekent, voor een jong Nederlands talent als hijzelf, dat de vergelijking vrijwel direct gemaakt wordt. Maar daar houdt hij zelf niet zo van. 'Mathieu is van zo’n uitzonderlijk niveau, terwijl ik nog veel te bewijzen heb. Hij is in de klassiekers op de weg en in het veld de absolute top. De snelheid waarmee hij zowel de rechte stukken als de bochten kan nemen in de crossen, is voor niemand te volgen.'

Van der Poel is inmiddels zevenvoudig wereldkampioen: zes keer in het veld en een keer op de weg. 'Ik kan alleen maar hopen dat ik ooit een keer wereldkampioen word bij de profs', droomt Del Grosso hardop. 'Iedereen houdt van vergelijken, maar ik spiegel me voorlopig niet aan hem. Ik ben heel blij met mijn ontwikkeling en dat ik op het NK zondag gezien word als een kanshebber. Maar ook daar reken ik mezelf nog niet rijk. Je moet op zo’n dag met al je tegenstanders kunnen afrekenen.'