'Gigantisch niveauverschil' of tóch kansen voor concurrenten van 'de grote drie'?

Het duurt nog even voordat Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock ook hun entree in het veld maken dit jaar, maar toch wordt er al volop gespeculeerd over hun niveau tijdens het crossseizoen. Liggen er kansen voor de concurrenten of zijn de drie een klasse apart? Voorlopig zijn de meningen verdeeld.

Eli Iserbyt ging dit seizoen ijzersterk de startblokken uit, maar inmiddels hebben ook Toon Aerts en Michael Vanthourenhout hun wedstrijden al weten te winnen. De crossers, en reken daar ook Laurens Sweeck en Quinten Hermans maar bij, lijken dus goed aan elkaar gewaagd. Dat veranderde de afgelopen jaren echter op het moment dat Van der Poel en Van Aert erbij kwamen. Zij bleken meer dan eens amper te kloppen. Pidcock heeft die dominantie nog niet laten zien, maar wordt sinds het afgelopen seizoen wel al tot 'de grote drie' in het veld gerekend.

Albert duidelijk: 'Er is een gigantisch niveauverschil'

'Laten we zeker niet minachtend doen, maar Mathieu Wout en Tom zijn van een ander niveau', vertelt Niels Albert, ex-topcrosser en tegenwoordig analist, bij Het Laatste Nieuws. 'Je zou verwachten dat ze, net zoals Stybar en Boom destijds, gaandeweg inboeten op interval en techniek. Dat dat er langzaam uitvloeit. Maar die drie onderhouden dat zo verdomd goed met hun tijdrit- en/of mountainbiketrainingen dat daar geen verval op zit.'

Albert dicht de andere crossers weinig kansen toe wanneer de drie toppers hun rentree maken. Volgens hem is er sprake van een 'gigantisch niveauverschil': 'Je moet die realiteit onder ogen durven te zien. Eli, Toon en co hebben een superdag nodig om die drie uitzonderlijke talenten eens te kunnen kloppen. En dan nog. Op 80-90 procent zijn ze nog altijd even goed als de rest op 110 procent.'

Groenendaal ziet kansen: 'Wil dat we blijven winnen'

Richard Groenendaal, kersvers ploegleider bij Bingoal-Pauwels Sauzen, ziet dat toch iets anders. Hij ziet wel degelijk kansen voor zijn coureurs (Iserbyt, Vanthourenhout en Sweeck). 'Ik kijk nu al uit naar de confrontaties met Van der Poel, Van Aert en Pidcock', vertelt hij bij Het Nieuwsblad. 'Het is een stevige uitdaging, dat besef ik. Het zijn alle drie superwielrenners, veel meer dan pur sang crossers. Ze zijn opgegroeid in de cross, maar nu de wijde wereld in getrokken, met fantastische carrières als resultaat. Dat betekent dat er stiekem meer en meer kansen liggen om hen ook eens een keertje te kloppen.'

De ex-crosser vermoedt dat het veldrijden voor de drie, ingegeven door hun drukke programma's op de weg, wat meer als een bijzaak aanvoelt. 'Dat betekent voor mij dat we ons niet meer op voorhand machteloos opstellen als zij aan de start verschijnen. Ook als zij erbij zijn, wil ik dat we blijven winnen', geeft hij aan. 'En dat zouden zeges met een grote waarde zijn.'