Interview | Puck Pieterse hoopt topseizoen te bekronen op WK: 'Denk dat we vrij worden gelaten'

Als één van de meest frivole rensters in het veldritpeloton maakte Puck Pieterse deze winter indruk. Altijd bij de pinken, technisch zeer begaafd en een vlotte babbel na afloop. Winnen op het hoogste niveau lukte nog niet, maar als het aan Pieterse ligt komt daar op het WK voor beloften verandering in zondag. In de Leiderstrui belde met één van de topfavorietes voor de regenboogtrui bij de O23 dames.

Hi Puck! Allereerst, hoe is het met je na een pittige reis en de mogelijke jetlag?

'Ja, ik ben nog wel een beetje moe. De reis is goed verlopen, geen vertraging gehad, maar we zijn wel lang onderweg geweest: zo'n 22 uur. Dat is toch wel een heel eind.'

Kun je daar voorzorgsmaatregelen voor treffen?

'Ik heb thuis al wat aanpassingen proberen te doen. Wat later naar bed, wat langer uitslapen, dat soort dingen. Dat moet natuurlijk met mate, want in het weekend heb je gewoon nog je wedstrijden. Daarbij moesten we ook om zeven uur in de ochtend op Schiphol zijn, dus dan kun je ook niet echt uitslapen.'

'Hoe voelen de benen dan nu, er is vast al wat los- en rondgefietst?

'Prima. Op rustig tempo losfietsen ging wel goed, maar ik moet nog even kijken hoe gaat als het wat intensiever wordt. Ik ga snel het parcours op.'

Over dat parcours gesproken: jullie hebben er al een keer gereden, toen was het een regenachtige bende. Wat is voor jou voordelig: droog weer of het parcours zoals het toen was?

'Weet ik niet. Toen was het eigenlijk ook wel leuk, de snelheid was er destijds wat uit. De afdalingen waren tof en de bochtjes wat gladder, maar ik denk dat allebei de omstandigheden mooie dingen met zich meebrengen. Ik ben altijd wel goed op snellere parcoursen.'

Wat is in jouw ogen het cruciale punt in Fayetteville?

'Toch de klim, dat is het langste stuk qua vermogens leveren. Als je echter goed door de bochten en afdalingen komt, dan kan je ook nog best wel mee.'

Past het dan meer bij jou, of eerder bij Fem van Empel of Shirin van Anrooij?

'Ik denk eigenlijk dat het voor ons alledrie wel een goed parcours is. Het snelle, dat klimmetje erin: ik denk dat we aan elkaar gewaagd zullen zijn.'

Hoe is de sfeer dan onderling, wetende dat jullie drie - als alles meezit - één, twee en drie zullen worden?

'We zijn gewoon relax met elkaar, daar zit geen spanning tussen ons.'

Mocht je geen wereldkampioen worden, is dat een smet op je - overigens fantastische en constante - seizoen?

'Tuurlijk baal je er dan van, maar het is maar één wedstrijd en ik denk dat je moet kijken naar wat je overall hebt gedaan, de stappen die je hebt gemaakt in je ontwikkeling. Op zo'n wedstrijddag kan er sowieso veel gebeuren, er zijn zoveel factoren.'

Komt er nog een soort van tactiek of weet de bondscoach stiekem ook wel: die drie vechten het wel uit onderling?

'Ik denk dat het gewoon rijden tegen elkaar wordt, maar we moeten er dan wel voor zorgen dat we met zijn drieën op het podium komen. Toch zijn er, ook buiten Nederland, rensters die plots sterk uit de hoek kunnen komen. Zolang we elkaar niet voor de wielen rijden, denk ik dat we vrij worden gelaten.'

Groot gelijk. Het WK komt nu natuurlijk eerst, maar als we al een beetje verder kijken: wat denk je dat je nodig hebt om de stap naar het niveau van Lucinda Brand en Marianne Vos te maken?

'Het helpt sowieso wel als je al wat ouder bent, toch die inhoud die je opdoet door het constant op een hoog niveau rijden. Ik merk al dat het beter gaat, dat ik de laatste rondes meekan. Daarnaast ook de ervaring, hoe vaker je bepaalde wedstrijden rijdt, hoe meer je weet waar het lastig wordt of hoe je moet indelen.'

Tot slot: een vraag over je ploeggenote Ceylin del Carmen Alvarado. Heb je een beetje zicht op haar niveau richting het WK van zondag?

'Ja, ze zal alles geven en Ceylin kan dat heel goed. Ik denk dat ze goed gaat rijden, ze moet zeker niet worden afgeschreven voor het podium.'

Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: b.vanderploeg@indeleiderstrui.nl)