Afgelopen weekend was het 'Weekend Eli'. Iserbyt kent om meerdere redenen een bewogen seizoen tot nu toe, maar in twee dagen tijd wist hij alle kritiek - voor even - van tafel te vegen door zowel in Kortrijk als Antwerpen te winnen. Het tij lijkt daarmee voor Iserbyt in de goede richting te keren. In de nieuwste aflevering van de podcast Kop over Kop van Eurosport schoof de kleine Belg aan om te praten over zijn seizoen tot nu toe en wat nog komen gaat.
Jeroen Vanbelleghem en Sander Valentijn vroegen Iserbyt naar de impact van zijn schorsing, die volgde op een incident met Ryan Kamp, waarbij hij op diens wiel trapte. Volgens Iserbyt had het zeker effect. 'Het speelde wel mee natuurlijk, zeker in de aanloop naar de wedstrijden toe. In de wedstrijden zelf viel het mee, maar ik had wel een iets mindere conditie dan de afgelopen jaren. Het was zoeken naar een beter gevoel. Sinds dit weekend denk ik eigenlijk dat het meer aan het vertrouwen lag dan aan het gevoel. De conditie was elke wedstrijd beter dan de resultaten deden vermoeden.'
Tekst gaat door onder de foto
Iserbyt beheerst het zand door zijn eigen zandbak
Volgens Vanbelleghem lag dat misschien ook aan een grotere concurrentie, een stelling waar Iserbyt deels in meegaat. 'De tegenstand is zeker sterker, maar ik was vooral op zoek naar mijn eigen manier van rijden. Voor afgelopen weekend reed ik te passief en kwam het vaak neer op de laatste ronde met een grote groep.'
Om zich verder te verbeteren, heeft Iserbyt in zijn eigen tuin een zandbak laten aanleggen. Het was namelijk een van zijn mindere punten; afgelopen weekend heeft bewezen dat het ondertussen niet meer het geval is. De Belg begint nu zelfs zandcrossen te winnen. 'Bij ons in de buurt is zand lastig te vinden. Vroeger reed ik tussen speeltuinen om te oefenen, maar het is me niet met de paplepel ingegoten. Nu rijd ik als ik thuis ben zeker twee per week in de zandbak.'
Maar ook andere obstakels hebben ondertussen een grotere invloed. Zo is er een grote verandering bij de balken, ziet Iserbyt. Ronhaar merkte dit ook al op. 'Het gaat niet meer om of je over balken springt, maar hoe snel. Je moet proberen met dertig kilometer per uur te springen. Dat is mentaal een grote uitdaging. Je moet op volle snelheid aanrijden zonder te remmen. Maar ik ben een remmer, net als Sweeck en Van der Haar', analyseert Iserbyt.
Tekst gaat door onder de foto
Iserbyt kijkt uit naar komst Van Aert en Van der Poel, maar maakt zich geen illusies
Gevraagd naar de mogelijke terugkeer van Wout van Aert en Mathieu van der Poel in het veld, blijft Iserbyt realistisch: 'Daar heb ik absoluut zin in, maar we mogen ons daar niet op miskijken. Ik denk dat de vorm Mathieu van Wout voorligt op hoe er nu gereden wordt. Ieder jaar denk ik dat het misschien kan. Dan zit je vervolgens twee minuten in het wiel en dan denk je: laat maar. Ik probeer het volgend jaar wel weer.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties