Alpecin-Deceuninck mikt na sprint-deceptie op Van der Poel: 'Een potentiële klant voor de vlucht'

Alpecin-Deceuninck zette in de achttiende etappe van de Tour de France alles op een sprint met Jasper Philipsen, die eerder in de ronde al vier ritten won. De Belg won de sprint van het peloton, maar dat was achter een sterke kopgroep, van waaruit Kasper Asgreen win. Na afloop was het dus stevig balen bij de ploeg, zo ook bij ploegmanager Christoph Roodhooft.

'We hebben ons niet misrekend', neemt hij zijn ploeg niets kwalijk. 'De ontsnapping was zeker sterk. Campenaerts (Victor, red.) was heel sterk, hij deed het merendeel van het werk. We kwamen close. Eén mannetje meer zou genoeg zijn geweest', waarna Roodhooft kritisch is naar een andere ploeg. 'Ik hoopte dat Wanty (Intermarché-Circus-Wanty, red.) op het eind nog zou meerijden. Zij deden echter maar één korte kopbeurt. Over de andere ploegen heb ik niet te klagen.'

'We wisten dat een massasprint voor de eerste plek lastig zou zijn, en het is ook nog eens uitgekomen', zag Alpecin-Deceuninck de bui dus al hangen. De voorsprong van de kopgroep werd bijna nooit meer dan een minuut. 'Op kop rijden was dan blijkbaar niet zo zwaar', redeneert Roodhooft. 'Zonder Jakobsen, Cavendish en Ewan (Fabio, Mark en Caleb red.) wordt het blijkbaar moeilijk', noemt hij een deel van de uitgevallen sprinters.

Roodhooft hoopt op Van der Poel in negentiende etappe

'Op dit moment van de Tour is iedereen heel moe. We wisten dat Asgreen in goede vorm was en hij zat mee, samen met Campenaerts, twee sterke renners. Ze weten hoe het spelletje werkt en kennen hun lichaam heel goed, dit was het resultaat daarvan', vervolgt Roodhooft. Voor de etappe van vrijdag ziet de Belg weinig kans voor Philipsen. 'Morgen wordt nog lastiger voor een massasprint. De kopgroep zal sterk zijn en waarschijnlijk tot de finish gaan. Ik denk dat we met Mathieu (Van der Poel, red.) een potentiële klant hebben voor de ontsnapping.'

Voor de start van die etappe bij de NOS beaamt Van der Poel dat hij er wel voor wil gaan. 'Ik ben wel een beetje moe, maar dat zullen de anderen ook zijn. Er zal een grote strijd zijn om de vlucht en die zal ook wel tot de finish gaan. Ik denk dat ik fit genoeg ben om mee te doen, ik hoop dat ik meezit en iets voor de ploeg en mezelf kan betekenen. Ik heb het moeilijk gehad om na die ziekte weer honderd procent te worden, mijn lichaam herstelt langzamer dan anders. Dat kun je tijdens een Tour niet veranderen, dus maak ik me er niet druk om.'