Bagioli over kennismaking met Evenepoel: 'Je kon zien dat hij uit het voetbal kwam'

Andrea Bagioli rijdt inmiddels al drie jaar bij Quick Step-Alpha Vinyl, en rijdt dus al een tijdje aan de zijde van Remco Evenepoel. De 23-jarige Italiaan vertelt over de wereldkampioen en wat er zo bijzonder aan hem is.

Evenepoel is een speciaal talent, maar wat is er precies zo speciaal? 'De motor', zegt Bagioli tegenover TuttoBiciWeb. 'Dat maakt je leven al makkelijker. Als je weet dat je de vaardigheden hebt om acties uit te voeren waar het grootste deel van het peloton van droomt, is alles gemakkelijker. Het maakte indruk op me toen ik, zodra ik bij het team kwam, zag hoe hij zich gedroeg. Je kon zien dat hij uit het voetbal kwam. Hij had onmiddellijk duidelijke ideeën en deed nooit iets om het te verbergen, zelfs niet voor meer ervaren ploeggenoten. Als je ziet wat hij wint, en hoe, heeft hij gelijk.'

Het kan wellicht intimiderend werken om naast zo'n kampioen te rijden. Bagioli vindt dat echter onzin. 'Absoluut niet. Zelfs als we als tegenstanders rijden in de nationale kleuren heb ik respect voor hem. Ik voel geen jaloezie of boosaardigheid. Net als bij de andere kampioenen heb ik het genoegen mezelf er mee te vergelijken. Misschien word ik niet zo opgewonden als een fan voor de TV, maar zelfs de grootste critici moeten toegeven dat in Wollongong hij de sterkste was en degene die zich in de beste situatie bevond om het af te ronden.'

Bagioli kampte met maagproblemen in Tour: 'Was echt verschrikkelijk'

Bagioli zelf kende een lastig jaar. Hij wilde aanvallend koersen in de Tour de France, maar door ziekte kwam er niet veel uit. 'Helaas stond ik niet top aan de start van Le Grande Boucle, ik had veel moeite. De eerste week ging het niet goed met me, omdat ik last van maagproblemen had. Ik kon niet eten, het was echt verschrikkelijk. Jammer, want zonder in het team een echte leider te hebben die was aangewezen voor de heuvelachtige etappes zoals Alaphilippe had ik misschien de ruimte gekregen. In die omstandigheden was er echter weinig te doen.'

De jonge Italiaan heeft hoop dat hij in de toekomst nog mooie dingen kan laten zien. 'Ik ben geen geboren kampioen zoals Remco en de andere fenomenen die dit tijdperk van wielrennen kenmerken, maar ik blijf zelfverzekerd werken op mijn eigen manier om wat voldoening te krijgen.'