Corona rukt op in het peloton, Van Aert doet oproep aan toeschouwers

De afgelopen dagen bleek dat ook het wielerpeloton niet immuun is voor het coronavirus. Nu de Ronde van Vlaanderen voor de deur staat, doet Wout van Aert nogmaals een oproep aan toeschouwers naar het parcours zouden willen komen: 'Ik hoop dat we door de regels te volgen ons werk kunnen blijven doen.'

Afgelopen week konden zowel Trek-Segafredo als BORA-hansgrohe niet meedoen aan Gent-Wevelgem door positieve coronagevallen binnen de ploeg. Ook in de Ronde van Catalonië liep Lotto Soudal-renner Steff Cras een besmetting op. Het leidde in België tot flink wat frustratie, onder meer bij BORA-manager Ralph Denk. Jasper Stuyven baalde eveneens, zo vertelt hij in Het Nieuwsblad: 'Maar dat ik nu zo gefrustreerd ben, wil zeggen dat ik nog veel honger heb naar meer.'

Dat zou voor Stuyven dan moeten gebeuren in de Ronde van Vlaanderen, want zijn ploeg lijkt ook Dwars door Vlaanderen te moeten missen door de protocollen. De coronabesmettingen leiden tot veel voorzichtigheid. Tomas Van Den Spiegel, CEO van organisator Flanders Classics, wil dan ook niets liever dan nogmaals 'het kunstje flikken': 'Ik wil dat startschot zo graag horen.' Zondag zal hij opgelucht ademhalen wanneer het peloton vertrokken is voor de laatste grote Vlaamse voorjaarsklassieker.

Van Aert doet oproep aan fans

Die voorzichtigheid is ook zichtbaar bij Van Aert, die tegenover het AD stelde de week voor de Ronde niet 'naar buiten' te gaan. 'We worden voortdurend getest, maar we worden ook vaak blootgesteld aan een gevaarlijke omgeving', citeert de Gazet van Antwerpen. 'Je kunt niet zeggen dat zo'n dag als vandaag (de zondag van Gent-Wevelgem, red.) veilig is. Het is gewoon afstand bewaren en je houden aan de basisregels.'

De winnaar van Gent-Wevelgem hoopt dan ook dat mensen vooral thuis naar de koers kijken: 'Soms zie ik nog wel veel volk. Ik denk niet dat alle mensen die ik onderweg tegenkwam langs het parcours wonen. Ik begrijp het wel, maar ik hoop dat door de regels te volgen we toch nog ons werk kunnen doen en de mensen thuis wat entertainment kunnen geven.'