Dit loodzware parcours staat Vingegaard, Roglic en Evenepoel te wachten in het Critérium du Dauphiné

De organisatie van Critérium du Dauphiné heeft donderdagmiddag het parcours voor de 76e editie uit de doeken gedaan. De renners die deelnemen aan de voorbereidingskoers op de Tour de France zullen een zwaar parcours voor de kiezen krijgen. Vorig jaar schreef Jonas Vingegaard de Dauphiné op zijn naam.

De achtdaagse rittenkoers begint op 2 juni met een etappe van 174,8 kilometer van en naar Saint-Pourcain-Sur-Pioule. De openingsetappe lijkt voer voor de sprinters, maar in de voorbereidingskoers op de Tour weet je het nooit. Tijdens rit twee van 142 kilometer is het al meteen klimmen geblazen. De renners moeten vanaf de start in Gannat meer dan 1200 hoogtemeters overbruggen, eindigen doen we op de Col de la Loge, een beklimming van bijna zestien kilometer aan, maar stijgt wel maar matig aan 3,7 procent gemiddeld.

Sprinters krijgen twee kansen, tijdrijders eentje

Ook in rit drie zullen de sprinters vanaf startplaats Celles-sur-Durolle snel beginnen te zweten. Desondanks ontlopen de renners wel het hooggebergte, maar staan er met één beklimming van tweede categorie en twee hellingen van derde categorie toch nog bijna drieduizend hoogtemeters op het menu. Finishen doen we op de tweede beklimming van derde categorie naar Les Estables (3,8 km aan 5,2%).

Op dag vier staat de traditionele tijdrit op het menu. Het is er eentje met 34,4 relatief vlakke kilometers van Saint-Germain Laval richting Neulise. De rit nadien is de enige etappe die de kaap van tweehonderd kilometers rondt en is qua moeilijkheidsgraad te vergelijken met rit drie. Alleen eindigt de rit op het vlakke, waardoor de sprinters tussen Amplepuis en Saint-Priest dan toch nog hun kans krijgen.

Vingegaard, Evenepoel en Roglic wacht loodzware finale

Vanaf dan krijgen we een waanzinnig zware finale. Etappe zes eindigt na 173, 2 kilometer vanuit Hauterives op de top van de Collet d'Allevard (11,1 km aan 8,1%), rit zeven is de koningenrit en zelfs nog zwaarder. Klimgeiten Vingegaard, Remco Evenepoel en Primoz Roglic moeten dan de Col des Saises (9,4 km aan 6,6%), Col des Aravis (6,9 km aan 6,9%), Col de la Colombière (11,6 km aan 5,8%) en Côte d’Arâches (6,1 km aan 7,1%) overbruggen op weg naar de bijzonder steile slotklim (10 km aan 9,3%) naar het skistation van Samoëns 1600.

De slotrit is iets minder zwaar, maar blijft een geweldige laatste beproeving met drie beklimmingen van eerste categorie. Vanuit Thônes gaat het via de Col de la Forclaz de Montmin (7,1 km aan 7,3%), Mont Saliève (12,1 km aan 6,8%) naar de slotbeklimming naar het Plateau des Glières (9,4 km aan 7,1%). Ook niet onbelangrijk is het feit dat de laatste twee kilometers over onverharde wegen lopen, net zoals in de Tour!