Evenepoel blikt vooruit naar 2023: 'Luik-Bastenaken-Luik als wereldkampioen wordt speciaal'

Nog een maand en Evenepoel trapt zijn seizoen af in de Vuelta a San Juan. Dat maakte de Wereldkampioen woensdagochtend bekend. Het grote doel van 2023 wordt echter de Giro d'Italia, waar hij een gooi zal doen naar de eindwinst. Evenepoel ging woensdag in het stadhuis van Brussel de Trofee Sportverdienste van het Jaar ophalen, waar hij met verschillende media sprak.

'Het is best een drukke winter geweest. Ik heb geen andere sporten uitgeprobeerd deze winter - in mijn contract staat dat dat niet mag. Ik heb vooral goed gerust na de drukke zomer, zodat ik met opgeladen batterijen kon beginnen aan de voorbereiding. Tot nu toe is alles oké gegaan, maar het seizoen mag stilaan beginnen. Het kriebelt om terug in het ritme van de koersen en de stages te komen', zo vertelt hij aan Sporza. '

In het eerste deel van het seizoen staat alles in het teken van de Giro. Evenepoel heeft het parcours dan ook al goed bestudeerd en een paar ritten verkend. 'Rit één en rit negen, de twee tijdritten, zullen belangrijk worden. Daar zou ik al gebruik moeten kunnen maken van mijn capaciteiten. Voor de rest is er in de eerste week niets geks of speciaals. Ik verwacht dat de derde week de zwaarste zal zijn. Ik hoop een paar ritten daarvan te kunnen verkennen, maar dat is niet gemakkelijk als er daar sneeuw valt.'

Lees verder onder de foto.

Tegenover HLN gaat de Belg al eens in op zijn programma richting de Giro. 'Ik zal er met weinig koersdagen in de benen aan de start staan. Ik gok dat ik voor de Giro maar aan een wedstrijd of vier-vijf zal komen, vooral kleine rondes genre San Juan. Luik-Bastenaken-Luik is voorlopig de enige eendagswedstrijd die vastligt. Ik kijk daar heel erg naar uit. In een Monument in eigen land als titelverdediger starten in de wereldkampioenentrui, dat wordt speciaal.'

'Na mijn vorige deelname is vooral het missen van de roze trui met een paar seconden blijven hangen. Ik hoop volgend jaar wel eens een dag in het roze te rijden. Eén dag is trouwens genoeg, de laatste', zo lacht Evenepoel.