Er was een tijd dat er bladen over hem werden volgeschreven, maar Dylan Groenewegen zit allang niet meer op de top van de apenrots in Nederland-wielerland. De 31-jarige spurtbom rijgt de zeges echter nog steeds aaneen, de teller staat na dit jaar al op 74. In de Leiderstrui schoof voor een eindejaarsgesprek aan bij goedgemutste Groenewegen, die vertelt over sprinten, beter worden, Merijn Zeeman, vaderschap en nog veel meer...
Voordat we Groenewegen spreken, schuift eerst Matt White aan. De teambaas van Jayco-AlUla heeft een rotsvast vertrouwen in Groenewegen als zijn sprintkopman voor 2025. 'Ik denk dat Dylan in de Tour heeft aangetoond dat hij op een goede dag iedereen kan verslaan', zo doelt hij op de ritzege op dag zes. 'Hij zal teleurgesteld zijn geweest in de eerste week, want hij had de benen om meer dan één keer te winnen. We kregen de lead-out als team echter niet voor elkaar en daar ligt voor ons de uitdaging.'
'Ik heb er vertrouwen in dat hij op zijn leeftijd nog op het hoogste niveau kan sprinten', klinkt het dan. Een conclusie die volgt na drie jaar intensief samenwerken. 'We zijn allebei veranderd. Toen Dylan bij ons binnenkwam, reed hij weinig koersen richting de Tour en dat hebben we veranderd. Hij is alleen een pure sprinter, dus toen we zijn duurvermogen probeerden te verbeteren, ging dat ten koste van zijn explosiviteit. We hebben in 2024 minder volume gedaan en meer specifiek gesprint. Dat is een constante evolutie, waarbij snelheid het belangrijkste blijft. Philipsen, Kooij en sommige anderen klimmen beter en voor de echter spurters zijn er minder kansen.'
Om die meer robuuste spurters voor te blijven, zoeken Groenewegen en Jayco-AlUla naar de laatste puzzelstukjes. 'We zullen ongeveer hetzelfde doen als in 2024, met de focus op snelheid en sprinten in de Tour. Hopelijk heeft hij voor de Tourstart al vijf tot tien keer gewonnen. We zullen experimenteren met zijn trein, met Max Walscheid die wat vaker zal meedraaien. Er zijn zo'n zes kansen in de Tour voor Dylan en we moeten het op de rails krijgen. Dat is tot dusverre nog niet gelukt.'
Lees verder onder de foto
Interview Dylan Groenewegen
Je sportief directeur zegt: als we die sprinttrein in 2024 iets beter op de rails hadden gehad, had Dylan misschien wel twee of drie ritten gewonnen in de eerste week van de Tour. Geeft dat eigenlijk het beste aan hoe goed jij de afgelopen jaren was, ondanks dat het best vaak tegenzat?
'Euhm, ja met fases zeker wel. Maar dat is ook eigen aan een sprinttrein. "Als we dit hadden gedaan, hadden we misschien gewonnen." Maar uiteindelijk moet je gewoon als eerste over de streep komen en als je dat niet doet, win je niet. Misschien had Jasper Philipsen ook wel z'n ideeën bij de eerste week van de Tour en had hij er volgens hem zes kunnen winnen. Bij ons leeft het idee dat we er zeker twee of drie hadden kunnen pakken, want het niveau was gewoon heel goed in de eerste week. In de Tour weet je alleen dat het moet kloppen, terwijl de vorm beter was dan één ritzege.'
Jij bent altijd best wel lovend geweest over de sprinttrein bij Jayco-AlUla, waarbij je ook vaak coulant was dat jullie net bezig waren. Het is nu je vierde jaar met deze trein; mag je nu eisen dat 'ie volledig op de rails staat?
'Nou, achter de schermen gebeurt dat wel hoor, haha! Na de koers heb je allemaal je emoties en dat bespreken we in de bus. Wat daar gezegd wordt, dat is opbouwende kritiek en dat blijft tussen ons. Ik ben wel zo, dat als iedereen het maximale heeft gedaan, het resultaat is wat het is. Het is niet makkelijk om het tegen een Mathieu van der Poel-lead-out op te nemen. Het is aan ons om daar een beter plan voor te maken en het beter te doen dan afgelopen jaren. Al denk ik dat we het bij fases ook wél goed hebben gedaan.'
Nu je zo lang bij elkaar bent, zeg jij dus wel dat er bepaalde dingen in jaar vier niet meer fout mogen gaan?
'Ja, klopt. Al ben ik na zo'n derde rit in de Tour van dit jaar ook de eerste die zegt dat hij het zelf heeft verknald. Ik ben dan vaak de eerste die de bus instormt en dan vliegen de brillen even door de lucht. Ik heb dan even een paar minuutjes voor mezelf en de rest weet inmiddels dat ze me dan even met rust moeten laten. "Komt morgen wel weer goed", zeggen ze dan. En toen wonnen we, waarbij je meteen de vreugde binnen de ploeg zag. We hebben zo'n hechte groep, we zijn samen als we winnen. En als we niet winnen, zijn we samen teleurgesteld en laten we dat elkaar weten in de bus.'
Lees verder onder de video
Groenewegen eist het maximale van zijn sprinttrein, ploeg én zichzelf
Volgens White gaan jullie richting de Tour nog wel wat dingen proberen en rouleren. Heb jij een grote stem in jouw trein?
'Zeker, dat is ook de reden dat ik vorig jaar voor de Tour zei dat we de Dauphiné moesten skippen. Ik moest op trainingskamp, fris blijven en in Slovenië voor een overwinning gaan. Ik heb ook uitgesproken dat ik absoluut Nederlands kampioen wilde worden, dus het was mooi om met die trui naar de Tour te gaan. Ik had niet veel ploegmaats, maar die hebben het geweldig gedaan. In 2025 zijn we in de breedte sterk voor de sprinttrein en dat gaat ons scherp houden. Het zijn allemaal sterke jongens, die elkaar goed kunnen aanvoelen.'
Als je zelf al zegt dat je in de eerste week van de Tour zó goed was... Ga je dan in 2025 ook vrijwel alles hetzelfde doen?
'Ik ben halverwege het seizoen van trainer gewisseld, zo'n twee maanden voor de Tour. Ik werd in het voorjaar behoorlijk ziek in de AlUla Tour, daar heb ik nog flinke gevolgen van gehad en daar heb ik flink wat ingeleverd. Het hele voorjaar hikte ik steeds tegen die honderd procent aan, maar het was het net niet. Ik werd steeds tweede of derde, hartstikke leuk, maar ik miste iets om te winnen. Dat kwam door die ziekte, maar ook omdat de trainingen net niet aansloegen zoals we wilden. Dat hebben we toen gewisseld en blijkbaar heeft m'n nieuwe coach op de juiste knop gedrukt.'
Het is een dunne lijn voor sprinters, anno 2024: je moet trainen op klimmen, maar je wil ook nog explosief blijven... Zit je nu precies in de juiste balans?
'Daar heb ik wel vertrouwen in, al is het een dun lijntje. Door koersen die net iets zwaarder uitpakten dan we wilden, sloeg het in 2023 de verkeerde kant op. Met een Dauphiné erbij, zat ik zo net iets te veel aan de klimkant. Ik klom in de Tour toen wel heel goed, het was heel makkelijk en leuk. Maar uiteindelijk kocht ik er geen overwinning voor. Dat hebben we daarom veranderd en wonnen we wel. In de eerste week was ik heel goed en daar hadden we ook alles op gezet, om dán de snelheid te hebben.'
Mis je Merijn Zeeman en zijn trainingen over het viaduct nog weleens?
'Nee, eigenlijk niet. Na mijn schorsing (eind 2020, na het veroorzaken van een enorme val van Fabio Jakobsen in Polen, red.) sloegen de trainingen van Merijn ook niet echt meer aan. Ik ben toen van ploeg gewisseld, ook omdat het tijd was voor wat anders en een nieuwe trainer. Met die coach won ik toen ook een rit in de Tour, dus ik heb Merijn na m'n vertrek ook niet meer gemist. Het wielrennen verandert ook en daarmee ook de trainingen. Je moet jezelf scherp houden.'
Voor een pure sprinter zoals jij; waar kun jij de winst nog boeken in een peloton dat volledig op hol is geslagen?
'Ik ben iemand die daar met sponsoren wel heel extreem naar kijkt. Ik doe die brugtrainingen - of kots-trainingen zoals ik ze noem - omdat ik de beste wil zijn en etappes in de Tour wil winnen. Dan eis ik ook het maximale van m'n sponsoren, met de beste fiets, snelste banden, een klein detail met m'n bril in de Tour en mijn kleding. Ik vraag het uiterste van de mensen om me heen en die samenwerking gaat in deze ploeg heel opbouwend en goed.'
Lees verder onder de foto
Groenewegen merkt niveauverschil in wielerpeloton
Moet jij tegenwoordig meer van jezelf vragen, dan een paar jaar geleden? Toen won je soms misschien nog weleens makkelijk...
'Nou, in de Tour de France is iedereen op z'n best en daar traint iedereen keihard voor. Dat was tien jaar geleden al zo en over tien jaar waarschijnlijk nog steeds. Wat je wel merkt, is dat het niveau in de kleinere wedstrijden ook enorm hoog is. Ik had in 2023 net m'n sleutelbeen gebroken en eigenlijk was m'n seizoen over. Ik wilde echter nog een paar keer koersen en dus kwam ik nog terug. Ik werd tweede en vierde, maar je wint niet meer als je niet honderd procent bent. Daar kwam je een paar jaar geleden misschien nog wel mee weg.'
Doe je die viaducttrainingen nog veel?
'Jawel, maar niet meer op hetzelfde viaduct. Mensen wisten op een gegeven moment dat ik daar sprinttrainingen aan het doen was, dus dat zorgde voor toeschouwers en mensen die echt mee gingen doen. Hartstikke leuk hoor, maar ik vind het ook wel lekker om dat in m'n eentje te doen. In Spanje heb je genoeg plekken om zo'n training te doen, al doe ik het vaak nog op dezelfde weg als in m'n Jumbo-tijd.'
Die schorsing heeft natuurlijk grote invloed gehad op je carrière, maar je bent ook een trotse vader. Hoeveel heeft dat veranderd, laten we zeggen before- en after-schorsing?
'Natuurlijk verandert het vaderschap je, ik ben heel trots op hoe die kleine het doet en hoe het gaat. We hebben natuurlijk geen makkelijke start gehad, dat weten de meeste mensen wel. Familie staat op één, honderd procent. Wat er ook gebeurt, dat gaat nu altijd voor het fietsen.'
Heb je het gevoel dat je nu ook geneigd bent om eerder te stoppen dan voordat je vader werd?
'40 jaar klinkt wel heel ver weg, maar ik heb het op dit moment nog heel erg naar m'n zin. Ik ben 31 en mijn familie staat nog vol achter mij. Dat is voor mij heel belangrijk. De kleine vindt de Tour de France altijd mooi en hij kon mee het podium op, op het NK. Dat zijn mooie momenten voor later. Met stoppen ben ik nu nog totaal niet bezig. Mocht dat moment er ooit wel zijn en ik voel dat ik niet meer honderd procent kan geven, dan ben ik de eerste die zegt dat de koek op is. Dan hou ik de eer aan mezelf, ik wil m'n wielercarrière in stijl eindigen en niet een beetje meefietsen. Als ik er geen zin meer in heb, zal het moment daar zijn.'
Staan er naast de normale doelen nog nieuwe dingen op het programma?
'Dit jaar is de Tour de France alvast een mooie kans voor sprinters met de eerste rit in lijn. En als je die niet wint, zijn er in de dagen erna nog kansen om te winnen. De gele trui, daar zijn de ogen op gericht. Ik wil daarvoor fit blijven in het voorjaar.'
Is dat moeilijker, anno 2024?
'Valpartijen heb je nooit zelf in de hand, die dingen gebeuren. De ene keer kom je er met een schrammetje vanaf, de andere keer breek je iets. Ik val niet meer dan in het verleden, dat is vaak één of twee keer geweest in de afgelopen seizoen.'
Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: b.vanderploeg@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties