Ze is nog maar 18 jaar, maar heeft al een prijzenkast waar sommige rensters hun hele loopbaan alleen maar van kunnen dromen. Zoë Backstedt is de Britse wielerhoop in het vrouwenwielrennen, zowel op de weg, de baan als in het veld. Na haar transfer naar EF Education-TIBCO-SVB zal het niet lang meer duren totdat we haar bij de elite-categorie zien koersen.
De multi-getalenteerde dochter van oud-renner Magnus Bäckstedt vertelt aan Cyclingnews dat ze in 2023 al volle bak op WorldTour-niveau zal rijden. Bij de junioren werd ze al wereldkampioen op de weg (2021 en 2022), wereldkampioen tijdrijden (2022) en wereldkampioen veldrijden (2022), dus het lijkt er ook de hoogste tijd voor. Een beloftencategorie is er nauwelijks op de weg, wat de stap nog logischer maakt.
Backstedt kiest in 2023 voor de combinatie veldrijden-wegwielrennen, net als zovelen. 'Als ik op de weg koers, voel ik de inhoud als ik weer ga crossen. Bij de langere crossen van een uur kun je net die extra tien minuten vol gas gaan', zo legt ze uit. 'Mijn doel is verder om het team te helpen en zelf wat resultaten proberen te rijden. Ik wil mezelf ontwikkelen als renster en zie mezelf niet meteen meedoen voor de overwinningen. Het is een grote stap, van de junioren naar de WorldTour.'
Backstedt droomt al van Roubaix en De Ronde
Toch zal niemand verbaasd opkijken als Backstedt in 2023 al meedoet in finales en misschien zelfs al eens kan winnen. Ze stak er bij de junioren á la Remco Evenepoel simpelweg te ver bovenuit. Ze blijft desondanks bescheiden. 'Ik zal mezelf moeten uitvinden in wedstrijden van 140 tot 160 kilometer. Ik ga bergop niet bij de besten horen, maar ik denk wel dat ik het goed kan doen in Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen. Er kan van alles gebeuren, ik ga het wedstrijd voor wedstrijd bekijken.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties