Merlier en Philipsen over vermogen Van der Poel: 'Dicht bij ons in de buurt'

Jasper Philipsen kent nog niet de beste openingsmaanden bij zijn nieuwe ploeg Alpecin-Fenix. De Belgische sprinter kon nog niet overtuigen in achtereenvolgens Omloop Het Nieuwsblad, Le Samyn, Parijs-Nice en Nokere Koerse. Tim Merlier, land- en ploeggenoot en eveneens sprinter, kent daarentegen een veel betere start van 2021 en won al drie wedstrijden. Zondag starten ze samen in Gent-Wevelgem, nog zonder Mathieu van der Poel, de kopman van de ploeg.

Merlier is met zijn 28 jaar al vijf jaar ouder dan Philipsen en lijkt vroeg in vorm te zijn. In Le Samyn zat hij samen met Van der Poel en Philipsen in koers en wist hij het ploegenspel in de sprint eenvoudig af te maken. Philipsen voelde zich die dag niet goed en kon eerlijk zeggen dat ze voor Merlier gingen in de sprint. 'Degene die de beste van ons twee is, die zal sprinten. De ploeg zal uiteindelijk beslissen. Zij kijken daar met een objectief oog naar.' Merlier beaamt dat: 'We komen overeen als we samen aan de start staan', zo geven beide renners aan bij Het Nieuwsblad.

In de onderlinge sprintjes op de training ontlopen de twee Belgen elkaar niet zoveel, al blijkt Merlier wel een hoger piekvermogen te bereiken. Philipsen geeft aan ongeveer 1600 tot 1640 watt weg te trappen. Merlier zegt het iets beter te doen. 'Dan zitten we heel dicht tegen elkaar. Ik zit aan de 1690.' De renners bespreken onderling ook het wattage dat Van der Poel zou wegtrappen. Merlier denkt dat Van der Poel heel dicht bij hen in de buurt komt. 'Het is geen geheim dat hij in een massasprint ook heel ver zou komen. Mathieu is als lead-out zo goed, dat hij soms te goed is. Vorig jaar in de Tirreno zat ik in zijn wiel op de limiet, nog voor ik aan mijn sprint begonnen was.'

'In een sprint vanuit stilstand, moet Mathieu min of meer de beste van de wereld zijn'

Merlier heeft ondertussen het zelfvertrouwen en is niet meer bang als Van der Poel voor hem de sprint moet aantrekken. 'Vorig jaar wilde ik liever niet dat Mathieu voor mij de sprint moest aantrekken. We hebben daar nu op stage met de ploeg over gesproken en dat heeft mij goed gedaan. In Le Samyn zei ik zelf tegen Mathieu dat hij aan de sprint moest beginnen. Blijkbaar heb ik mij er toch over gezet of ik voelde me die dag zo goed dat ik het een keer aandurfde. Ik was toch wat bezwaard dat hij zou vallen, want sprinten is een gevaarlijke bezigheid.'

Philipsen geeft ook aan dat de sprint van Van der Poel fenomenaal kan zijn, al durft hij het in een massasprint misschien nog wel aan met de Nederlander. 'In een sprint vanuit stilstand, zoals in de Ronde van Vlaanderen, moet Mathieu min of meer de beste van de wereld zijn. Daar gaan wij hem niet kloppen. In een massasprint durf ik het aan. Alhoewel, als Mathieu zich ergens op focust, weet je het nooit.'