De overstap van Ben O'Connor van Decathlon AG2R naar Team Jayco-AlUla markeert een van de meest opvallende transfers van deze winter. De Australische renner trekt de Franse deur achter zich dicht en opent de Australische deur. Een vertrouwdere omgeving met landgenoten en mensen van wie de eerste taal ook Engels is. In 2024 beleefde O'Connor een spectaculair jaar met podiumplekken in grote rondes en het WK, en hij kijkt vol vertrouwen vooruit naar de toekomst.
De klassementsman kan met trots terugkijken op afgelopen jaar, dat doet hij dan ook volledig. 'Ik kijk er met een lach op terug. Er gingen maar weinig dingen mis en ik was in zo'n beetje alle koersen de beste versie van mezelf. De rode trui dragen in de Vuelta was iets heel groots voor me, het was een eer om leider te zijn', vertelt hij aan Wieler Revue.
Tekst gaat door onder de foto
Geen Babylonische spraakverwarring meer voor O'Connor
De Australiër presteerde consistent en bereikte hoogtes die hij niet eerder kende. Bij Jayco-AlUla zal hij andermaal de grote kopman zijn en na zijn jaar, zullen de verwachtingen hooggespannen zijn. Misschien kende de 29-jarige renner afgelopen jaar wel zijn absolute hoogtepunt in zijn carrière. 'Maar ik ben er zeker van dat ik dit niveau volgend jaar weer kan halen, en dat ik misschien nog een beetje beter kan worden. Alleen correleert je niveau niet altijd met je prestaties.'
De transfer naar Team Jayco-AlUla brengt voor O'Connor niet alleen sportieve, maar ook persoonlijke voordelen met zich mee. De communicatie binnen het Australische team verloopt volgens hem soepeler. 'Het gaat zo vlotjes, in gesprekken komen we meteen ter zake. Heel fijn. Zeker vanuit de ploegleiding begrijpen ze me beter. We kunnen direct met elkaar te praten zonder te struikelen over onze communicatie. In koers zal het misschien niet direct helpen, maar op persoonlijk vlak wel. Als persoon voel ik me comfortabeler doordat ik volledig mezelf kan zijn.'
Tekst gaat door onder de foto
Op bepaalde dagen komt O'Connor dichtbij de wonderkinderen
Ondanks zijn indrukwekkende resultaten ziet O'Connor een kloof met renners als Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard. 'Op bepaalde dagen kan ik dicht bij hen komen, maar zo fysiek getalenteerd als zij ben ik niet', erkent hij. Toch laat hij zich hierdoor niet ontmoedigen en blijft hij zich richten op zijn eigen doelen en strategieën. 'Ik plan mijn koersen niet aan de hand van wat zij doen. Dat zou je wel kunnen doen, maar ook voor mij is de Tour de France uiteindelijk het toppunt. Daar wil ik gewoon bij zijn. Je moet gewoon doorgaan, en omgaan met zulke grootheden in de sport.'
Naast zijn klassementsambities wil O'Connor zich ook vaker laten zien in eendagskoersen, met name door zijn koersstijl. 'Mijn vorige coach dacht altijd dat ik meer eendagswedstrijden moest doen, maar je moet je afstemmen op wat je daar moet doen. Het toffe is dat je niet kunt wachten, zoals in een grote ronde. In een eendagskoers moet je op een bepaald moment agressief koersen. Misschien moet ik het inderdaad vaker doen.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties