Vrijdag 13 oktober is in het Teatro Sociale in Trento, als onderdeel van Il Festival dello Sport di Trento, het Giro d'Italia-parcours voor 2024 bekendgemaakt. Wat mogen we allemaal verwachten van La Corsa Rosa? In de Leiderstrui zet het uiteen!
We beginnen bij het begin, en dat is in Turijn. De hoofdstad van de regio Piemonte zal voor de tweede keer in vier jaar de Grande Partenza huisvesten: in 2021 won de uit Piemonte afkomstige Filippo Ganna er de 8,6 kilometer lange openingstijdrit. Dat Turijn opnieuw uitverkorene is op 4 mei 2024, heeft deels te maken met een ramp die er op die datum exact 75 jaar geleden plaats vond in de stad. Op 4 mei 1949 botste een vliegtuig met daarin bijna de voltallige selectie van voetbalclub Torina op de basiliek van de heuvel Superga, die we ook kennen van Milaan-Turijn.
Giro d'Italia zoekt opvallend vroeg de hoogtemeters op
In 2024 starten we nabij het paleis van Venaria Reale, zo'n tien kilometer buiten Turijn. Gedurende de slechts 136 kilometer lange rit passeren we uiteraard ook de Superga, terwijl de beklimming Colle Maddalena wel eens uitkomst kan gaan bieden voor het uiteindelijke verloop van de etappe. De top van deze heuvel (6,1 kilometer lang, 7,4 procent gemiddeld) is op circa twintig kilometer van de aankomst in Turijn.
Op dag twee kiest de RCS al voor een heuse bergrit. Vanuit San Fransesco del Campo stapt het peloton die dag op voor een 150 kilometer lange rit richting het heiligdom van Oropa, waar we in 2017 voor een laatste keer aankwamen. Destijds wist Tom Dumoulin op machtige wijze de ritzege te grijpen, op een beklimming die we ook nog kennen van een fantastische raid van Marco Pantani in 1999. In rit drie koersen we van Novara naar Fossano, waar een listige finale is uitgetekend.
Voor de vierde rit schetsen zij een mogelijke rit voor vluchters die aan zal komen in Andora, aan de prachtige Ligurische kust. Daar gaat ook de vijfde etappe van start, in Genua. Vanuit die stad trekt de karavaan vermoedelijk in zuidelijke richting, waar in Lucca (Toscane) nog een sprintersaankomst te wachten staat. Deel twee van de Toscaanse ritten is dan een dag waarop je gerust een dagje vrij kan vragen: hierin doet het peloton namelijk enkele van de witte grindwegen aan die we kennen van Strade Bianche. Smullen geblazen!
Op dag zeven mogen de renners zich dan opmaken voor de eerste (lange) tijdrit van de Giro van 2024, die vanuit Foligno naar de Umbrische hoofdstad Perugia verreden zal worden met een listige beklimming op het einde. De achtste rit is dan weer het decor van een spectaculaire aankomst bergop, op Prato di Tivo. Daar kwamen we in Tirreno-Adriatico al drie keer aan, met Vincenzo Nibali (2012), Chris Froome (2013) en Tadej Pogacar (2021, Wout van Aert werd toen negende) als winnaars. Daags voor de rustdag staat er dan weer een rit naar Napoli op de rol, waar de spurters weer een kans krijgen.
Na de eerste rustdag is er gekozen voor een korte, intense heuvelrit, terwijl de daaropvolgende elfde, twaalfde en dertiende etappe vermoedelijk nog eens kansen voor zowel de vluchters als spurters herbergen. Op dag veertien staat de tweede beproeving tegen de klok dan op de rol, nabij het Gardameer moet er meer dan dertig kilometer tegen de klok gereden worden.
Livigno, Stelvio en Monte Grappe: de drie Zware Bergen?
De vijftiende rit kan wel eens de boeken ingaan als dé mogelijk beslissende dag van deze Ronde van Italië. Livigno wordt aangedaan, een plaats waar tal van wielrenners het jaar door bivakkeren voor hun hoogtestages. In de buurt van deze plaats zijn louter bergen, waarvan de nodige ook overwonnen moeten worden. Zo zien we onder meer de Forcola di Livigno, maar liefst 33 kilometer aan meer dan 5 procent, die overwonnen moet worden richting het einde. Een echte vijf sterren-rit!
Na een welverdiende tweede rustdag wordt de slotweek ingeluid met een opnieuw zeer zware bergetappe, waarvan de welbekende Stelvio de Cima Coppi van deze Giro d'Italia zal zijn. Nadeel: deze meer dan 2750 meter hoge beklimming krijgen de renners voor de kiezen in het eerste gedeelte van de rit, waarna we gaan finishen op de Monte Pana. In rit zeventien trekken we naar de Brocon, voor een rit die nóg zwaarder is dan de rit over de Stelvio. Vijf sterren-alarm!
In rit achttien krijgen de spurters dan nog eens een kans in Padua, om zich vervolgens nog op te maken voor twee dagen klimmen alvorens we Rome bereiken. De route voor de laatste vrijdagrit mogen we bestempelen als kans voor de vluchters.
Maarrr... daarna het peloton op zaterdag een dubbele beklimming van de ongelofelijk zware Monte Grappa te wachten staat. Deze col is meer dan achttien kilometer lang en kent een gemiddeld stijgingspercentage van 8,1 procent, wat het een reuzendoder maakt die het predicaat vijf sterren hoe dan ook verdient! De slotrit zal net als vorig jaar in hoofdstad Rome verreden worden, waar de sprinters nog eens hun ei kwijt zullen kunnen. Andiamo!
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties