Philipsen droomt na Tirreno-sprint alvast van Sanremo-lead-out Van der Poel: 'Maar als ik Pogacar bezig zie...'

Jasper Philipsen was de allersterkste (of allerslimste) in rit twee van Tirreno-Adriatico. Net als vorig jaar boekt de Vlam van Ham zijn eerste seizoenszege in die Italiaanse rittenkoers. De overwinning was een opluchting voor de Belg en voor zijn ploeg Alpecin-Deceuninck. Want dat er nog rappe benen onder liggen, is een fijne constatering na een andere winter.

'Ik ben blij dat we al zo vroeg in de ronde onze eerste ritzege kunnen boeken', steekt de laureaat van wal in het flash interview na afloop. 'Het is altijd hectisch in de finale, maar gelukkig kon ik mijn sprint mooi rijden en naar de overwinning snellen. Ik voelde Tim (Merlier, red.) al vroeg komen en probeerde direct in zijn wiel te zitten, maar ik kreeg te maken met wat schakelproblemen. Gelukkig kon ik mijn sprint nog op het juiste moment plaatsen.'

Met een beetje gekkigheid zou je kunnen stellen dat Merlier met een sprint op 300 meter van de streep de perfecte lead-out was voor Philipsen. 'Dat er wind op kop stond, was in deze sprint cruciaal. Tim ging meteen na de bocht en toen ik zijn wiel had, wist ik dat ik een goede kans maakte. Eigenlijk was Tim dus de perfecte lead-out, ja.'

Alpecin-Deceuninck ziet Philipsen terugslaan na mager Openingsweekend

Dat Philipsen er dinsdag in slaagde om de sprint te winnen, was ergens ook een opluchting. 'Het is leuk om de overwinning te pakken. Dat had al even geduurd op het hoogste niveau, maar de nul is van tafel geveegd voor Jasper', zegt ploegmaat Gianni Vermeersch tegenover In de Leiderstrui. In Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel zagen we nog niet de beste Philipsen, maar Vermeersch countert: 'Hij is in de Omloop niet naar huis gereden, hè. Hij kwam van hoogte en dat hij hier meteen wint, bewijst dat hij goed is.'

Dat vindt ook Oscar Riesebeek, die de sprinttrein op drie kilometer van de finish van voren afzette en de sprint na afloop moest terugkijken. 'Wij zijn meestal niet de ploeg die er meteen staat in het Openingsweekend. Dat hopen we wel altijd, maar de Tirreno is een week later altijd al beter. Dat was vorig jaar al zo en nu weer. Een sprinter hoeft verder niet altijd honderd procent te zijn om te kunnen winnen. Jasper zit er wel kort tegenaan, maar het is vooral een winnaar. Als alles op z'n plek valt, doet hij altijd mee voor de overwinning.'

'Sprinten is hetgeen waar ik écht goed in ben. Daar ligt mijn talent', beaamt Philipsen, die deze winter desondanks wel de omslag maakte naar een trainingsprogramma met meer hoogtemeters. De klassiekers zijn meer dan ooit een doel voor de spurtbom en dat behoeft de nodige aanpassing. 'Voor een goed resultaat in de klassiekers moet ik heel hard werken, we moeten zien hoe ver ik daar in kan komen. Deze overwinning is in ieder geval heel lekker. Het is goed voor het vertrouwen. Het is net als vorig jaar, toen ik ook op de Tirreno moest wachten voor m'n eerste overwinning. Het Openingsweekend was geen groot succes en daarom ben ik ook hier, om mijn vorm te verbeteren richting de klassiekers. Ik blijf echter een sprinter, dus daarin kan ik altijd winnen.'

Lees verder onder de foto!

Sanremo als eerste test, of nog even niet?

Na de Tirreno-Adriatico ziet Philipsen weer Vlaamse kasseien in Nokere Koerse. De échte test voor de Belg komt echter op zaterdag 16 maart, als Milaan-Sanremo wordt verreden. Een wedstrijd die de laatste jaren wordt gedomineerd door de kleppers van deze wielerwereld, maar Philipsen droomt van succes. 'Vorig jaar kwam ik goed uit de Tirreno, dus laten we zien hoe ver ik nu geraak in Sanremo. Ik heb er vorig jaar wel vertrouwen op gedaan', zo doelt hij op zijn vijftiende plaats in La Primavera in 2023.

In de persconferentie, een kwartiertje na de tv-interviews, gaat Philipsen nog eens in op de langste race van het jaar. 'Het hangt er echt vanaf hoe ik over de Poggio kom. Als ik Tadej Pogacar in Strade Bianche bezig zie, is de kans heel klein voor iemand als ik om bij de besten boven te komen. De realistische manier om Milaan-Sanremo te winnen, is in een groep van twintig of dertig man richting de finish. Dat is vandaag de dag heel lastig.'

Een bekend scenario voor een sprinter, al heeft Philipsen de race in Sanremo dit jaar met een dikke rode stift in zijn agenda omcirkeld, vorig jaar alleen onderstreept. 'Het is een doel, één van de Monumenten waar ik de kans heb om te winnen. Die moet je pakken, maar je moet ook realistisch zijn. Als Mathieu zich goed voelt zoals vorig jaar, dan kan hij het afmaken. Als we echter in een groep zitten, dan kan hij de sprint voor mij aantrekken.' Zoals hij dat vorig jaar nog deed in de Tirreno, bedoelt hij? Van der Poel werd volgens Philipsen niet echt gemist in de massasprint. 'We hebben andere sterke jongens, hè. Jonas (Rickaert, red.) is super-ervaren in deze rol en Fabio en Gianni weten ook wel wat ze moeten doen. Mathieu maakt sommige dingen iets makkelijker, maar we hebben meer kwaliteiten.'

Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: b.vanderploeg@indeleiderstrui.nl)