Met alle pijn en moeite sleepte Tom Pidcock er een derde plaats uit in de Amstel Gold Race. De Brit werd in de finale gelost door winnaar Tadej Pogacar en Ben Healy, maar bleef Andreas Kron en Alexey Lutsenko op de valreep nog nipt voor.
‘Ik had echt helemaal niets meer over op het einde. Ik heb een beetje moeite met de afstand dit jaar’, doet Pidcock tegen Cycling Pro Net een opvallende uitspraak. Pidcock bevond zich in de finale in het gezelschap van de Ier Healy, de revelatie van de heuvelklassiekers. Healy loste Pidcock op de Geulhemmerweg. ‘Het is een mooie verrassing, maar ik weet hoe hij sterk hij is. Ik heb vroeger samen met hem bij Trinity gekoerst en hij heeft me geholpen met het winnen van de Baby Giro. Dus ik weet hoe goed hij is, het is dus voor mij geen verrassing. Het was mooi om hem vooraan te zien.’
Pidcock: 'Het is een optelsom van kleine dingen'
Uiteindelijk was Pogacar de allersterkste in de Amstel. Een fietswissel in de finale, het deerde de Sloveen allesbehalve. ‘Hij heeft laten zien hoe sterk hij is. Hij wisselde volgens mij van fiets op één van de hellingen, maar hij kwam heel snel weer terug. Zoals ik voor de koers zei: hij is de renner die je niet niet in de gaten moet houden.’ Was er dan niks tegen Pogacar te doen? ‘Wanneer hij aanvalt, dan gaat het hard. Soms kun je er gewoon niets aan doen’, lacht Pidcock.
Pidcock ging nog iets dieper in op zijn uitspraak dat de afstand hem wat parten speelde. ‘Het missen van Milaan-Sanremo (door val in Tirreno-Adriatico, red.) speelt mee, maar het is optelsom van kleine dingen. Die laatste twintig kilometer waren een heel lang eind voor mij, maar ja… Al met al was het wel een goede dag.’
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties