Sprinters worden door opbouw Tour de France genoopt tot ietwat andere voorbereiding

Afgelopen week vond in de Alpen een nieuwe editie van de Ronde van Zwitserland plaats. Deze trok uiteraard weer veel klimmers, daar er zo'n beetje elke dag de nodige hoogtemeters op het programma stonden. Maar wie met een vergrootglas verder keek op de startlijst, merkte ook enkele spurters op. Waarom?

Bryan Coquard won namens Cofidis nog de eerste rit in lijn, voor Michael Matthews van Jayco AlUla. En ook Arnaud De Lie (Lotto-Dstny) deed die dag mee om de prijzen, al was een kettingprobleem funest om écht een gooi te doen naar de dagzege. Maar met de beste wil van de wereld kunnen we hen toch niet écht definiëren als pure sprinters.

Waren er ook: Pascal Ackermann en zijn lead-out Michael Schwarzmann voor Israel-Premier Tech, Arkéa - B&B Hotels-hoop Arnaud Démare, BORA-hansgrohe-pion Jordi Meeus en de volledige Astana Qazaqstan Team-spurttrein van Mark Cavendish, met Michael Morkov en Cees Bol als laatste wagonnetjs. En dan nog Marijn van den Berg (EF) en Axel Laurance (Alpecin-Deceuninck) als beter klimmende rappe mannen die mogelijk de Tour doen.

We legden onze kwestie voor aan Bol. ‘Trainen, dat is waarom we hier zijn. Dat is niet zo lastig. Het is leuk om finale te rijden, maar dat zit er hier gewoon niet in voor ons. De eerste dag was nog een soort van kansje, maar dat mocht uiteindelijk ook niet zo zijn. Al bij al weten we echter waarom we hier meedoen', aldus de Noord-Hollander.

Lees verder onder de foto.

Cavendish wil in juli namelijk voor zijn 35e ritzege gaan, maar de jaren dat er in week één direct vier keer gespurt wordt zijn voorbij. ‘De Tour start weer heel zwaar, dus het is gewoon fijn om daar met goede klimmersbenen aan de start staan. Daar moeten we klaar voor zijn en op dit moment ziet dat er goed uit', duidt Bol, die zijn spurter Cavendish inderdaad goed de bergen zag overleven.

'Ik ben er goed doorheen gekomen', aldus de Brit zelf. 'Het zou nooit een koers zijn voor mij en mijn mannen waarin we meerdere zeges boeken, maar ik ben tevreden met hoe het met mijzelf en de spurtersgroep bij uitbreiding gaat. We hebben het heel goed gedaan op een zwaar parcours, maar voor de Tour de France is het een goede voorbereiding. Ik ben er heel blij mee.'

Goed klimmen en wedstrijdritme belangrijk voor sprinters richting Tour

Ook Bol kon zich goed omhoog werken, zo vertelde hij. ‘De vorm is er. We hebben een goede hoogtestage gehad. In Zwitserland is het natuurlijk moeilijk om de vorm écht te meten, maar ik voel me goed. Straks hebben we nog wat dagen – en het NK ertussen – om nog wat specifiek werk te doen. Ik heb zelf ambities voor het NK, maar het is altijd een moeilijke wedstrijd. Er staan een paar grote blokken aan de start, dus de verantwoordelijkheid zal bij hun liggen. Daarna volgt de Tour, met mij, Mark en Michael als duidelijk groepje. Of er extra spanning is? De Tour is altijd spannend', kopte Bol onze voorzet zonder twijfel in.

Van den Berg reed de Zwitserse rittenkoers ook vooral om de puntjes op de i te zetten voor de Tour. 'Ik sluit de Ronde van Zwitserland op zich wel positief af. Het was een kwestie van werken aan mijn vorm. Ik had wat pech op de eerste dag, dat was wel jammer. Daarna heb ik er een goede training van kunnen maken, dus dat is alleen maar mooi.'

Enkele andere sprinters kozen voor een ander pad: zo werkten onder meer Gerben Thijssen (Intermarché-Wanty), Jasper Philipsen (Alpecin-Deceuninck) en Fabio Jakobsen (dsm-firmenich PostNL) de Baloise Belgium Tour af en kozen Mads Pedersen (Lidl-Trek) en Sam Bennett (Decathlon AG2R) voor het Critérium du Dauphiné. Dylan Groenewegen (Jayco AlUla) en Phil Bauhaus (Bahrain Victorious) kozen dan weer voor de Ronde van Slovenië. Spurters die zonder voorbereiding naar Frankrijk trekken, zijn er dus eigenlijk niet. Of we moeten Wout van Aert al tot die categorie rekenen.

Lees verder onder de foto.

Jakobsen trainde in Spanje, Philipsen te Tenerife en La Plagne

Net als Cavendish koos Jakobsen voor inhoud voor de Tour. 'Letterlijk meer fietsen en meer focus op van A naar B, zodat ik de laatste kilometers wat meer overschot heb', beschreef hij zijn trainingen in Spanje. 'Daarbij moeten we ons niet blindstaren op alleen die tien, vijftien of dertig seconden, want uiteindelijk is een koers vier of vijf uur én dan een sprintje. Het is echter een kwestie van finetunen, je gaat niet ineens van twee naar zes uur. Het zit hem in de details.'

Bij Alpecin-Deceuninck (Philipsen) kozen ze voor hetzelfde pad als in het succesvolle 2023. 'Eigenlijk hebben we een beetje dezelfde aanpak als vorig jaar gehanteerd', vertelde de Belg. 'Ik heb eerst op Tenerife gezeten en daar de nodige hoogtemeters afgewerkt, en daarna zijn we nog naar La Plagne op hoogtestage geweest met de ploeg.'

'Vanaf daar zijn we eigenlijk rechtstreeks naar de Baloise Belgium Tour gekomen, dus we hebben niet stilgezeten. 'Dat wedstrijdritme heb ik altijd toch wel even nodig. Het is goed om nu vijf dagen terug te koersen voor de overwinning en de automatismen te kweken. Richting de Tour hebben we dus aan de topconditie gewerkt', aldus de titelverdediger, die net als vorig jaar in Bilbao nu de eerste dagen in Firenze zal krijgen om erin te komen.