Zondag staat in München het EK wielrennen voor mannen op het programma. Na enkele edities voor de klassieke types is het in Beieren vermoedelijk aan de sprinters. In de Leiderstrui werkte het plaatselijke rondje in de Duitse stad te voet af en analyseerde de belangrijke punten voor de snelle mannen en hun treintjes.
In totaal is de beproeving 208 kilometer lang, waarvan de eerste 140 kilometer een opmaat zijn naar de plaatselijke rondes in München. Starten doen de renners namelijk in Murnau, waarna het peloton vrij snel de Kesselberg (vijf kilometer aan bijna vijf procent) zal aandoen. Even later staat ook nog de steile Schlossberg (één kilometer aan tien procent) op het programma, maar het venijn zal hem in deze sprinterskoers voornamelijk in de staart zitten; München zelf dus.
In de Leiderstrui trok daags voorafgaand aan de wegwedstrijd bij de mannen al naar het centrum van de Duitse plaats om de slotfase te verkennen, wat enkele interessante inzichten opleverde. Overigens zal de omloop bij het EK voor vrouwen volgende week zondag hetzelfde zijn, dus onderstaande is ook van toepassing op die wedstrijd.
5,5 km tot de finish: Tunnel van 600 meter lang
De finale van de wegwedstrijden in München heeft veel weg van de laatste etappe van de Tour de France, met traditioneel aankomst op de Champs-Elysées. Later lees je waarom nog meer, maar ten eerste is er een tunnel: een gegeven wat we ook zien in het centrum van Parijs: een tunnel in volle finale, wat toch altijd automatisch voor wat nervositeit zorgt.
In München gaat het om de Altstadtringtunnel, welke 600 meter lang is. De renners kruisen hierbij de aankomst, daar het totale rondje bestaat uit twee kleinere rondes. De tunnel voert zo'n beetje onder de aankomst (op de Odeonsplatz) door en is onderdeel van een lange rechte, brede weg naar het oostelijke gedeelte van de stad.
4,0 km tot de finish: listige fase rondom Friedensengel
Na het uitkomen van de tunnel volgen er zeshonderd vlakke meters richting het monument Friedensengel, waar we de gehele Deense en Portugese ploegen tegenkwamen. Niet gek dat ze deze fase van de wedstrijd daags voordien verkennen: hij kan namelijk nog wel eens cruciaal worden. Na de Luitpoldbrücke, waarmee de rivier Isar - voor zover het na deze droogte nog een rivier genoemd kon worden - overbrugd moet worden, begint het namelijk in een bocht flauw bergop te lopen.
Het is misschien driehonderd meter bergop, waarna er een zeer scherpe U-bocht volgt en het peloton ook direct weer - bergaf dus - parallel naar beneden trekt. Deze hele fase is nog geen kilometer lang, maar herbergt dus wel vijf listige bochten. Als een land besluit door te trekken op het stukje bergop, vervolgens rap door de U-bocht gaat en het gas vervolgens openlaat kan het zo zijn dat belangrijke figuren hier al een eerste cartouche moeten verschieten.
2,0 km tot de finish: Scherpe rechtse
Het drukke kruispunt Ludwigstrassse/Von der Tannstrasse is zonder meer het punt dat het vaakste wordt aangedaan bij dit EK. Drie keer per ronde (als je de tunnel) meerekent, met een laatste passage op 250 meter van de finish. Dat is het moment dat de sprinters aan zullen gaan, maar vermoedelijk is de passage daarvoor nog wel belangrijker.
Deze volgt namelijk na een lang recht stuk van meer dan een kilometer, waarbij renners die posities hebben verloren rondom het Friedensengel-monument hun plaatsjes zullen willen goedmaken en we waarschijnlijk de Filippo Ganna's van deze wereld op kop zullen zien beuken. Op twee kilometer van de finish dendert het peloton vanuit de Von der Tannstrasse op het kruispunt, waar we rechtsaf slaan voor de een-na-laatste bocht van dit EK.
1,0 km tot de finish: Hét cruciale punt van deze wedstrijd
De kans is groot dat dit EK niet uit een, maar twee sprints zal gaan. Zo belangrijk is het punt dat we op één kilometer van de finish gaan zien: de Siegestor, de Duitse equivalent van de Arc d'Triomphe. Het peloton dient geheel rondom deze boog te koersen om weer op de Ludwigstrasse uit te komen, wat de snelheid er volledig uit zal halen.
Daarbij is het niet zo - wat op de Arc d'Triomphe in Parijs wel het geval is - dat het een brede bocht is. Nee, hier kunnen door de aanwezigheid van een verkeerseiland met kasseitjes slechts enkele renners op de eerste rij zitten en zal het peloton volledig op een lint komen. Zit je hier op positie twintig, dan kan je het normaliter al vergeten. Zonder meer zal de Siegestor - in het aannemelijke scenario van een sprint - een cruciaal gegeven zijn in het wedstrijdverhaal.
0 kilometer tot de finish: De laatste loodjes!
Na het letterlijk en figuurlijk ronden van de Siegestor gaat het in één rechte lijn naar Odeonsplatz, waar de finish van dit EK getrokken is. Voor deze laatste kilometer is het devies simpel: rechtdoor, breed en vooral heel hard fietsen. Een koninklijke massasprint, waar überhaupt alles aan dit EK-parcours wel op wijst.
Fabio Jakobsen zal het namens Nederland met genoegen aanzien: het rondje heeft redelijk wat weg van een criterium en dat is nu net wat hij de afgelopen weken vooral gedaan heeft. Ook Tim Merlier moet hier met zijn crosserstechniek meer dan goed overweg kunnen, terwijl types als Alexander Kristoff en Mads Pedersen hier normaliter toch wel tekort komen. En, wat zal het plan van Italië zijn hier?
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties