Zoetemelk geniet van rivaliteit Van der Poel en Van Aert: 'Het gaat eigenlijk veel te snel voorbij'

Parijs-Roubaix is komende zondag het decor voor een nieuw duel tussen Mathieu van der Poel (Alpecin-Deceuninck) en Wout van Aert (Jumbo-Visma). Beide kemphanen vechten natuurlijk al jaren mooi duels uit en dat kan Joop Zoetemelk en Fabian Cancellara wel bekoren. Zij zeggen in het AD dat de rivaliteit heel mooi is om te zien.

'Het gaat eigenlijk veel te snel voorbij'’, zegt Zoetemelk, die zelf in 1980 de Tour de France op zijn naam schreef. 'De Franse tv zond afgelopen winter ook de cross uit. Daar kon ik echt van genieten. Als die twee reden, ging ik kijken. Zo niet, dan liet ik het veldrijden links liggen.’

Zoetemelk stelt dat hij nog nooit een rivaliteit als deze heeft meegemaakt. 'Het is ongezien en zo groot. Hun rivaliteit is niet hetzelfde als die vroeger tussen Cancellara en Tom Boonen bestond. Dit duurt al langer. Mathieu en Wout rijden al vanaf de junioren tegen elkaar. En deze jongens raken me meer. Cancellara was toch een Zwitser. Wout is een Belg, Mathieu een Nederlander en ik blijf wat chauvinistisch.’

Cancellara: 'Hun rivaliteit is een nieuw tijdperk'

'Deze rivaliteit doet het wielrennen leven’, stelt Cancellara. 'Hun rivaliteit is een nieuw tijdperk. Zoals ik mijn duels had met Boonen of Peter Sagan. Door Tom ben ik beter geworden, zeker niet zwakker. We zijn samen gegroeid en gingen goed met elkaar om. Ik wilde wedstrijden winnen, Tom ook. Ik zal niet zeggen dat ze je in het andere team haten, maar je bent tegenstander en vijand.'

Toch beaamt ook Cancellara dat de rivaliteit tussen Van der Poel en Van Aert al langer bestaat. 'De rivaliteit tussen Mathieu en Wout voert veel verder terug dan die van mij met Tom. Al naar de tijd dat ze kinderen waren. Je kunt niet zeggen dat dit het grootste duel ooit in het wielrennen is, want elk tijdperk is anders. Toch is het zo mooi te zien. Het is niet het tijdperk van één grootheid, zoals Pelé of Maradona in het voetbal. Mathieu en Wout zijn als Ronaldo en Messi en zoals vroeger in het wielrennen Coppi en Bartali.'