Zonneveld kritisch op Ganna en Küng: 'Waren alleen bezig met volgende aanval Van der Poel'

Thijs Zonneveld heeft zijn vraagtekens gezet bij de tactieken van de leden van de kopgroep in Parijs-Roubaix als Stefan Küng en Filippo Ganna. Volgens de journalist en wielrenner van BEAT Cycling onderging de kopgroep lijdzaam haar lot in de finale van de koers.

Bij de podcast In het Wiel van het Algemeen Dagblad gaan Hidde van Warmerdam en Zonneveld uitgebreid in op het koersverloop in de kopgroep. Waar Alpecin-Deceuninck het voortouw nam en Mathieu van der Poel meermaals het offensief koos en Wout van Aert telkens op zijn wiel plakte, werd er door de rest van de kopgroep niets gedaan. Dat verbaast de journalisten: 'De rest was alleen maar bezig met de volgende aanval van Van der Poel. Geen aanval van John Degenkolb, Küng of Ganna.'

Onlogisch vindt Zonneveld het niet, maar begrijpen doet hij het niet. 'Iedereen was aan het wachten en dat zie je wel vaker als één renner zoveel sterker is en zoveel aanvalt. Max Walscheid deed het één keer en die kreeg 'm meteen op z'n kokosnoot door een versnelling van Van der Poel.' Dat iemand als Küng dit niet probeerde, ziet hij de logica niet van in: 'Als ze met zeven man gaan sprinten, wordt 'ie zevende. En stel, hij heeft een geweldige dag en zit nog bij Van Aert en Van der Poel na Carrefour de l'Arbre, wat heb je daarna? Dan kan je toch nooit meer winnen? Maar ook voor Degenkolb en Ganna geldt dit.'

Zonneveld: 'Daaruit leid ik af dat Van der Poel de sterkste in koers was'

Toen Van der Poel aanging op 40 kilometer van de finish, zaten hij en Van Aert met z'n tweeën. Hij was daar de enige die kon volgen en had de optie om samen naar Roubaix te rijden, of niet. Óf hij dacht dat 'ie niet kon, of hij durfde het niet aan.' Daaruit concludeert Zonneveld dat de Nederlander mogelijk wel sterker was: 'Daar maak ik uit op dat hij de sterkste was, zeker in zijn hoofd, maar wellicht ook in zijn benen. Hij zegt daar: let's rumble. Van Aert zegt daar eigenlijk 'ik wil niet'. Van der Poel wilde daar de confrontatie aangaan.'