Roze Giro-droom slechts het startpunt van Hongarije als wielerland

Het had een hoogtepunt moeten zijn voor Boedapest dit jaar: de komst van de Giro d’Italia naar de hoofdstad van Hongarije. De coronacrisis gooide echter roet in het eten. Het evenement werd geschrapt en in de verzette editie dit jaar lijkt er geen ruimte voor een start in het land van de goulash. In de Leiderstrui zocht uit wat we dit jaar gemist hebben en wat we nog kunnen verwachten.

Wie aan topsport in Hongarije denkt, zal niet direct bij het wielrennen uitkomen. Waar het land wel grootheden als Ferenc Puskás (voetbal) en László Cseh (zwemmen) voortbracht, lieten topcoureurs in het land zich amper zien. De meest in het oog springende naam tot op de dag van vandaag is die van László Bodrogi. Als tienvoudig kampioen tijdrijden van zijn land, plus zijn vele jaren op het hoogste niveau van de sport, kan er amper ontkend worden dat hij de grootste Hongaarse wielrenner tot nu toe te noemen is.

Tot 2010 reed Bodrogi zijn kilometers in het WorldTour-peloton. Toen hij zich liet naturaliseren tot Fransman, brak voor Hongarije een lange periode van koersstilte aan. Het duurde tot dit jaar dat er eindelijk weer twee Hongaren wisten door te breken tot het hoogste niveau van de sport. Attila Valter kwam CCC Team versterken en Barnabás Peák tekende een contract bij Mitchelton-Scott. Met het oog op de Giro-start in eigen land hadden beide landen een grote publiciteitsmagneet met het nodige talent in handen, maar het liep dus anders.

'Hongarije is de droom van fietsers'

De website Culture Trip roemt het land om de combinatie van vlak en heuvelachtig terrein: 'In combinatie met het prachtige landschap en de talloze culturele plekken om te bezoeken, is Hongarije de droom van fietsers.' Van die omschrijving probeert de organisatie te profiteren in de drie etappes door het land.

Lees verder onder de post.

De Italiaanse rittenkoers zou beginnen met een proloog in de geboortestad van Peák: Boedapest. De plaats kent de laatste jaren al een grote aantrekkingskracht op toeristen en de organisatie van Il Grande Partenza zou dit nog wat extra kunnen aanwakkeren. Het stadsbestuur heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in nieuwe fietspaden en deelfietssystemen en stond ongetwijfeld te trappelen om aan de wereld te laten zien tot wat voor fietsstad Boedapest geworden is. Niet verwonderlijk daarom dat er nu gemikt wordt op het organiseren van de start in 2021, in plaats van Sicilië.

De overige twee etappes door het land van Viktor Orbán zoeken de natuur van het land op. De aankomsten in Györ en Nagykanizsa lijken te zijn gekozen voor hun esthetische waarde: etappe twee zou langs de Donau voeren, terwijl rit drie het Balatonmeer zou aandoen. De oevers van het grootste meer van Midden-Europa staat voornamelijk bekend om de wijnbouw, maar zou dit jaar het toneel vormen van een sprintetappe.

Lees verder onder de post.

Peák, Valter en Blanka Vas als nieuwe vaandeldragers

Grote prestaties van de Hongaarse talenten Peák en Valter hoeven niet direct verwacht te worden. Ondanks dat die laatste beschikt over de Hongaarse tijdrittitel lijken beide renners beter tot hun recht te komen in de bergen. In de IDL Neo wordt een grote toekomst niet uitgesloten: 'Met Valter heeft de WorldTour er een sterke en stabiele klimmer bij, die de aanval niet schuwt. Mocht je ver vooruit willen plannen met je Tourpoultjes, dan is Valter voor de bolletjestrui een interessante en verrassende optie.'

De jeugd zou daarnaast nog een voorbeeld kunnen vinden in Blanka Kata Vas. Zij timmert op dit moment langzaam aan de weg in het veldrijden. Bij haar debuut in de Belgische modder maakte ze direct indruk, wat haar een contract opleverde. Hierna liet zij zich afgelopen winter een aantal keer sterk vooraan zien. Het veldrijden en mountainbiken kunnen een mooi opstapje bieden voor renners die over willen stappen naar de weg. Off-road is populairder in het land, maar daar valt nou eenmaal minder te verdienen. Dat is ook een reden dat Valter deze afweging maakte, zo vertelt hij bij de Cycling Podcast.

Uitstel Giro d'Italia biedt ook kansen

Het land lijkt dus klaar te zijn voor een volgende stap in het wielrennen. De ingrediënten van talent, verbeterde infrastructuur en een opkomende fietscultuur zijn allemaal aanwezig. De Giro-katalysator had het ontwikkelingsproces dit jaar al moeten versnellen, maar gezien de rijping van Peák en Valter is een jaartje uitstel misschien nog niet eens zo erg. Zij krijgen dit najaar de kans om extra krachten op te doen en zodoende volgend jaar nog sterker aan de start in hun thuisland te verschijnen.

Daarna is het wachten tot iemand écht in de voetsporen van Bodrogi kan treden. Een zekerheid dat de investeringen van het land de vruchten gaan afwerpen, is er natuurlijk nooit. De nieuwe lichting heeft echter nog vele jaren voor zich, waardoor het land het te hopen is dat het land het niet opnieuw lang met koersdroogte moet doen. Dit extra jaar is wel mooi genoeg geweest.

Jannick van der Hooft