Renners zijn niet altijd even open over hun prestaties, wattages en gegevens, maar Strava biedt bij veel mannen en vrouwen toch uitkomst. Wie reed er records aan puin tijdens trainingen en hoe presteerden de renners in wedstrijden? In de Leiderstrui kijkt in 'Gespot op Strava' naar de cijfers achter de prestatie. In de laatste weken van 2020, een terugblik op een kort, maar intens seizoen. Met in deel 1: de gewonnen Tour de France van Tadej Pogacar.
Er is al veel gezegd over de Tourzege van Pogacar. Hoe de jonge Sloveen zijn oudere landgenoot Primoz Roglic de vernieling in reed in die laatste tijdrit, dat is er eentje voor in de geschiedenisboeken. We kunnen nog een keer zeggen hoe goed Jumbo-Visma was, hoe geïsoleerd Pogacar iedere dag was, hoe goed voorbereid Pogacar de tijdrit in ging en hoe belachelijk slecht de helm van Roglic op z'n hoofd stond. In deze rubriek houden we het louter bij de cijfers. Wat was er nodig voor Poga om in zijn eerste Tour meteen te winnen?
Pogacar was constant bij de pinken
Wat allereerst opvalt aan de Ronde van Frankrijk van Pogacar, is dat hij iedere dag bij de pinken was. Of het nu een sprintetappe was, een bergrit of een overgangsetappe; de kopman van UAE Team Emirates zat vaste prik vooraan. Slechts twee keer finishte hij niet in de top-40 van de daguitslag; in de veelbesproken zevende etappe, waarin Pogacar de slag miste in de waaiers en daarnaast reed hij in de laatste etappe in Parijs al juichend als 41e over de meet. Pogacar reed in acht van de 21 ritten in de top-10 en hij won er maar liefst drie. In twaalf van de 21 kwam hij in de top-20 binnen.
Dat is nogal wat anders dan zijn grote rivaal Roglic, die ook maar twee keer buiten de top-40 finishte, maar 'slechts' in acht van 21 ritten binnen de top-20 eindigde. Roglic vond het kennelijk wel prima in de buik van het peloton, met zijn geel-zwarte trein om hem heen. In zes van de 21 etappes eindigde hij in de top-10. Ervaring? We moeten ook niet vergeten dat Pogacar al snel enkele belangrijke knechten verloor en in lastige finales vaak alleen zat. Dan neem je misschien net even een beetje minder risico om uit de problemen te blijven. Maar het is niet alleen iets van de Tour de France; Pogacar reed in 2019 en 2020 bij elkaar maar acht (!) keer buiten de top-40 op een koersdag en ook maar veertien keer buiten de top-30. Altijd op de afspraak dus.
Pogacar won in totaal drie etappes in de Tour de France. Hier geeft hij Roglic het nakijken in rit 9.
Pogacar toont absolute wereldklasse op Peyresourde
De Tour de France win je in bed, toch Joop Zoetemelk? Nou, de Tour won je in 2020 toch ook vooral door verschroeiend hard te fietsen. Van wandeletappes was in de Tour bijna geen sprake, iedere dag ging de vermogensmeter van de jongeling over de 250 watt gemiddeld. In de negende etappe (die hij won) kwam er zelfs 301 watt gemiddeld aan te pas over de hele dag. 152 kilometer en 3.364 hoogtemeters werden toen in een kleine vier uur afgewerkt. Zijn maximale vermogen ging in de eerste anderhalve week bijna dagelijks over de 1.000 watt, zien we op zijn Strava-account.
Wie hard rijdt op Strava, verzamelt KOM's en dat is precies wat Pogacar deed. Sinds de vierde etappe, bergop na een sprint gewonnen door Roglic, staan er vijf op naam van Pogacar, waaronder de Orcières Merlette. De col, op die dag waar Van Aert zo ongelofelijk huis hield en Tom Dumoulin de eerste barstjes vertoonde, reed Pogacar aan 410 watt gemiddeld omhoog in die laatste 7,4 kilometer. Roglic was er uiteraard wat sneller, maar hij heeft geen Strava. Een klim aan 6,2 procent gemiddeld op knallen met 26,4 kilometer per uur gemiddeld; het had al een eerste waarschuwing kunnen zijn. Feit was wel dat de groep favorieten bovenop nog vrij groot was.
De blik was en is verder gericht op de achtste etappe. Pogacar had de dag ervoor kostbare tijd verloren in de waaiers, mede omdat hij door een val van anderen achteraan zat toen de wind vrij spel kreeg. Hij maakte het een dag later goed, door op de Peyresourde aan te vallen en driekwart minuut terug te pakken. Roglic wilde wel mee, maar het AD bewees al dat Pogacar op die klim vermogens reed die Roglic simpelweg nog nooit gereden heeft. De klim van 9,53 kilometer aan 7,2 procent gemiddeld werd door Pogacar gerond in 24 minuten en acht seconden. Pogacar reed gemiddeld aan 428 watt omhoog, goed voor 23,7 kilometer per uur gemiddeld volgens Strava. Volgens wielervolger Mihai Simion goed voor ongeveer 6,8 watt per kilogram. Ongehoord, ongekend, absolute wereldklasse.
Roglic en Jumbo-Visma wisten vanaf deze etappe dat ze echt rekening moesten houden met Pogacar. Een dag later deed de jonge Sloveen het doodleuk nog een keer, maar op de Col de Marie Blanque kon Roglic op het tandvlees wel mee. De vier kilometer aan 11,7 procent werd door Pogacar zelfs aan 440 watt gemiddeld omhoog gedenderd; tegen de zeven watt per kilogram gemiddeld. Het is dat de etappe niet bergop finishte... In de bergetappes die volgden, bleven Pogacar en Roglic records verpulveren. De Col de Néronne, Pas de Peyrol, de Grand Colombier; overal was Pogacar sneller dan iemand op Strava ooit geweest was. Oude records werden soms met minuten uit de boeken gereden. Niet alleen door Pogacar trouwens, ook veel andere klassementsrenners uit de Tour van 2020 kleuren vandaag de dag de top-10 van diverse KOM's. Pogacar staat in de meeste lijstjes bovenaan.
Roglic lijkt even uit te delen, maar krijgt zelf de genadeklap
In de laatste week van de Tour de France leek alles, ondanks de klasse van Pogacar, toch de kant van Roglic op te vallen. Jumbo-Visma was simpelweg te sterk en in de zeventiende etappe leken de verhoudingen helder. Op de Col de la Loze won Miguel Ángel López, maar belangrijker: Roglic reed op de verschrikkelijk steile klim zijn landgenoot uit het wiel. Roglic won vijftien seconden op de klim van 22 kilometer aan 7,6 procent gemiddeld. Dat Pogacar die dag echter helemaal niet zo slecht was, blijkt wel uit zijn prestatie. Hij beklom de Col de la Loze in één uur, vier minuten en tien seconden. Daarmee is hij in Strava de trots KOM-drager. Het zal die dag echter niet zo gevoeld hebben.
Bij UAE Team Emirates pronken ze echter niet voor niets met het enorme herstelvermogen van Pogacar. Hoewel zijn accu in de zeventiende rit leeg leek te raken, was hij in de achttiende etappe weer volledig opgeladen. Op Montée du plateau des Glières, een nieuwe klim in de Tour, maakte hij weer indruk, maar uiteraard ging het na de Tour vooral over die twintigste etappe; die bizarre tijdrit richting La Planche des Belles Filles, waar Pogacar een verloren Tour omdraaide en het geel alsnog greep.
Daar was een bijna onmenselijke prestatie voor nodig en Pogacar leverde. Helaas niet op Strava, maar de NOS schatte dat het toptalent de slotklim op reed aan 6,5 watt per kilogram; omgerekend zo'n 429. We kunnen uit de eerdere cijfers hierboven al concluderen dat Pogacar die vermogens al eerder haalde in de Tour, dus als Pogacar al onmenselijk was die dag, dan was hij dat eerder in de Tour ook al. Het feit dat Roglic niet top presteerde, maakte dat het verschil enorm werd. Uiteindelijk gaf Roglic 1.56 minuten toe, en daarmee de Tourwinst. Veel mensen zagen echter alleen het verschil tussen Pogacar en de rest...
Pogacar is bijna boven op La Planche des Belles Filles.
Wat hebben we geleerd van de Tourzege van Pogacar?
Er werden nogal wat conclusies getrokken na de Tour. Pogacar gaat de komende jaren domineren, Jumbo-Visma had het allemaal verkeerd aangepakt... Feit is vooral dat grinta beloond werd. Pogacar viel aan waar hij kon en hoewel Jumbo-Visma en Roglic dat vaak konden beantwoorden of repareren, had Pogacar zijn landgenoot toch waar hij hem hebben wilde, bij het ingaan van de laatste tijdrit. Roglic was niet meer in staat om zijn beste waardes te rijden, Pogacar ging in de derde week juist nog net zo hard als in de eerste week. Hij was misschien iets minder goed dan op de Peyresourde, maar het verschil is bizar klein in zo'n zware rittenkoers.
Met de jonkies van vandaag de dag kun je niet meer aankomen met consolideren. INEOS Grenadiers kwam er al eerder achter en ook Jumbo-Visma weet nu dat je altijd en overal tijd moet pakken, als dat mogelijk is. De volgende dag kan zomaar anders lopen. De Tour de France was in dat opzicht niet alleen een openbaring, maar ook een overwinning voor het wielrennen. Het ging in de Tour meer dan ooit om de benen van de kopman, boven de benen van de ploeg. Daarbij zeggen we wel dat je dan iemand nodig hebt met het herstelvermogen van Pogacar, en tot voor kort ook Egan Bernal. Zij kunnen drie weken goed blijven en in het geval van Bernal (in de Tour van 2019) zelfs verbeteren. Roglic toonde in de Vuelta al aan dat hij wijze lessen had geleerd. Hij deelde uit als het kon en won de Ronde van Spanje daardoor net wél.
Als Jumbo-Visma en INEOS de Tour in de komende jaren willen winnen, dan zullen ze hun kopman beter dan ooit moeten beschermen. Maar ze moeten vooral een renner hebben die tot op de slotdag vermogens kan fietsen die tot voor kort voor onmogelijk werden gehouden. Vermogens die Chris Froome in de Giro van 2018 op de Finestre al eens haalde, maar dat was maar op één dag. Pogacar deed het drie weken lang op iedere serieuze klim en dat geeft te denken. Iedere dag meedoen, rond of zelfs boven de 6,5 watt per kilogram op de cruciale momenten en bovenal: drie weken lang top blijven. Als wonderkinderen zoals Pogacar aan de start staan, kan de rest in de komende jaren aan de bak.
Voor meer Gespot op Strava, klik hier.
Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: redactie@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties