Liefde voor de Koers | Kees Tol reed een Touretappe na zes weken training IDL-producties
IDL-producties

Liefde voor de Koers | Kees Tol reed een Touretappe na zes weken training

Liefde voor de Koers | Kees Tol reed een Touretappe na zes weken training

Was het niet Niki Terpstra die het uitjubelde na één van zijn prachtige overwinningen? 'Het was de liefde, de liefde voor de koers.' In Nederland zijn veel wielerliefhebbers; van de onbekende noeste havenarbeiders tot de grootste sterren van het land. In Liefde voor de Koers praat In de Leiderstrui met die bekende Nederlanders. Wat betekenen de koers en de fiets voor hen? In de tweede aflevering: presentator Kees Tol.

Het afgelopen jaar deed je mee aan Tour de Celeb. Je reed de tiende etappe, een bergetappe uit de Tour van 164 kilometer. Waarom?
‘Het was een uitdaging. Ik ben van mezelf niet echt een fietser, dus was ik juist benieuwd of ik mezelf hiertoe kon zetten. Tot mijn 28e (Kees is nu 36, red.) heb ik nooit wat gedaan met sport, hoewel ik de laatste jaren wel ben gaan hardlopen. Voor het trainingstraject van zes weken had ik überhaupt nog nooit op een racefiets gezeten. Daarnaast kon ik mijn bekendheid inzetten om een goed doel te steunen. De opbrengst ging namelijk naar de Nierstichting.’

De eerste keer op een racefiets. Viel dat tegen?
‘Ik had geen idee wat ik moest verwachten. Toen ik eenmaal op dat ding zat, vast en al, ging het gelijk mis. Geen idee natuurlijk hoe ik mijn schoenen uit de pedalen kreeg. Mijn conditie was door hardlopen al wel op pijl. Dat was dus niet het probleem, maar hoe je een stuur vasthoudt, en dan ook nog drinken tijdens het rijden, dat is gewenning. Toch heb ik dat nooit echt als een probleem gezien: iedereen doet het, dus ik kan het ook. Zes weken later fietste ik 164 kilometer door de Franse Alpen. Dat ik het uiteindelijk echt zou doen, had ik eerlijk gezegd niet verwacht. Een etappe van de Tour de France. Wie kan dat zeggen? Eigenlijk vind ik dat wel knap.’

In die zes weken heb je veel getraind. Werd het leuker naarmate je beter werd?
'In het begin niet. Het was erg ‘moeten’, want we hadden allerlei schema’s om te volgen. Dan is de lol er snel vanaf. Het fietsplezier is pas na die etappe gekomen. Ik vond het zonde om mijn goede fietsconditie niet meer te gebruiken, dus heb ik een BMC-racefiets gekocht. Die gebruik ik veel. Als het weer slecht is, baal ik daar echt van. Ik wil er gewoon op uit. Na een rotdag weet ik dat ik even twee uur moet fietsen en dan ben ik helemaal herboren.’

Fietsen in Nederland is natuurlijk anders dan in de Alpen. Hoe was dat?
'Echt een belevenis! Het begin was echt leuk. We reden rond het Meer van Annecy en dat was echt genieten. Daarna kwamen de cols en dan is het echt klaar met het plezier. Je bent maar met één ding bezig en dat is fietsen. Die omgeving denk je dan gewoon niet meer aan. Ik kwam mezelf echt tegen; bergop fietsen is zo zwaar. Ik was echt op. Mijn fiets kon ik wel in de brand steken, maar ik moest verder. Mijn grootste drijfveer was mijn wilskracht. En er staan vijftien camera’s op je, dus dan moet je wel. Al moest ik kruipend over de finish, dan had ik het nog gedaan.’

Wat heeft je er doorheen geholpen?
‘Ik moet zeggen dat het zonder Leontien van Moorsel niet gelukt was. Zij begeleidde het traject en fietste ook mee. Ze heeft veel naast me gereden: denk aan je ademhaling, je versnelling, je voeding. Als je onervaren bent, vergeet je die dingen gewoon. Zij heeft me naar boven gesleurd. Uiteindelijk heeft mijn tocht elf uur geduurd. Ik zou het zeker niet nog een keer willen doen. Been there, done that. Met de vrienden denken we er wel over een keer naar Frankrijk te gaan en dan de bergen in. Gewoon een kilometer of tachtig, met een kop koffie tussendoor.’

Heb je meer respect gekregen voor wielrenners?
‘Zeker. Ik ben geen volger, maar als je ziet hoe hard die gasten dag in dag uit de bergen op en af gaan, dat is bizar. Voor mij is wielersport om naar te kijken nooit interessant geweest, ook niet nadat ikzelf heb gefietst. De etappe die ik heb gereden, heb ik wel gekeken, maar meer voor het feest der herkenning. ‘Oja, die berg heb ik ook gedaan’. Wielrennen kijken is niet iets wat mij ooit echt zal bekoren, gewoonweg niet my cup of tea. Het zelf fietsen is daarentegen fantastisch.’

Wat is er dan zo leuk aan het fietsen?
‘Meestal rij ik met een ploegje en dat is gewoon gezellig. Kletsen met je vrienden. Je bent echt lekker een paar uur met elkaar weg. Kopje koffie onderweg, heerlijk toch? Daarbij zie je echt wat van het land, want dat is voor mij het grote verschil met hardlopen. Met de fiets kan je vanuit Volendam bijvoorbeeld naar het strand of de Kop van Noord-Holland in. Op een mooie dag lekker een dag fietsen, is voor mij echt een dagje uit. Als ik alleen fiets is het vaak zo’n vijftig kilometer, met vrienden rond de honderd.’

Heb je het idee dat je er aanleg voor hebt?
‘Voor mijn niveau wel. Ik heb geen blessures, zit lekker op de fiets. Ik rij gemiddeld tussen de dertig en de 35 kilometer per uur. Dat is toch prima? Daarnaast vind ik het niet niks om zo zonder lange voorbereidingen een bergetappe uit de Tour te fietsen. Toch vind ik het niveau niet heel belangrijk. Het plezier staat voorop. Ik heb er een hobby bijgekregen.’ (Foto: Sirotti)

LEES OOK: Liefde voor de Koers | Asscher: 'Interview uitgesteld omdat wielrennen zo spannend was'

0 claps
0 bezoekers

Plaats reactie

666

0 reacties

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties

Meer nieuws