Was het niet Niki Terpstra die het uitjubelde na één van zijn prachtige overwinningen? 'Het was de liefde, de liefde voor de koers.' In Nederland zijn veel wielerliefhebbers; van de onbekende noeste havenarbeiders tot de grootste sterren van het land. In Liefde voor de Koers praat In de Leiderstrui met die bekende Nederlanders. Wat betekenen de koers en de fiets voor hen? In de derde aflevering: tv-kok Ron Blaauw.
Wat vind jij leuk aan het volgen van wielrennen?
De strijd, de spanning, het man-tegen-man-gevecht, de tactiek. Van kinds af aan zit het er bij mij in. Mijn vader (Joop Blaauw, red.) is renner geweest. Toen hij mijn moeder ontmoette is hij gestopt, maar hij was een verdienstelijk renner. Hij zou naar de Spelen van 1956 in Australië zijn gegaan, maar Nederland ging niet vanwege gedoe met Hongarije en Rusland. Maar bij ons thuis werd veel naar koers gekeken.
Heb je daar veel herinneringen aan?
Na de Tour gingen we vaak naar criteriums, maar ik was bijvoorbeeld ook op Alpe d’Huez toen Peter Winnen daar won. We stonden bij het kerkje op de berg. Ik was een jongetje van een jaar of twaalf, en dan even een spons geven. In de jaren daarvoor waren we thuis Zoetemelk-fan, maar ik was meer voor Johan van der Velde. Hij was een geweldige renner, een aanvaller.
Wie zijn uit recentere jaren je wielerhelden?
Natuurlijk Tom Dumoulin, maar ik heb ook een fascinatie voor Lance Armstrong, ondanks alle dingen die speelden. In die tijd gebruikte de hele top-vijftig, dus ja. De gemiddelde Nederlander denkt misschien dat je, als je niet kan fietsen, je met doping opeens de berg op vliegt. Dat is toch ook onzin, je moet een absolute sportman zijn. Armstrong kwam door de leugens in een web en kon niet meer terug.
Ben je door alle dopingzaken anders wielrennen gaan kijken?
Nee, helemaal niet. Je weet eigenlijk wel dat het gebeurt en ook van het huidige wielrennen weet je niet of het daadwerkelijk schoon is. Toen ik zelf triatlons deed, probeerde ik bijvoorbeeld ook creatine, want je probeert met alles beter te worden. Ik kijk dus niet anders naar de sport, want de bijna-hilarische ritten met bijvoorbeeld Floyd Landis waren er dan ook niet geweest. Dat vergeet je toch ook niet meer?
Als je een amateur bent en je wordt prof, net een huisje gekocht en je wordt opeens door iedereen voorbij gereden. Dan heb je wel een probleem. Waarom zij wel? In zo’n situatie maak je ook makkelijk de keuze voor doping. Het is niet goed te praten, maar dopinggebruikers worden vaak als criminelen weggezet, terwijl het veel dieper zit.
De leukere kant dan: heb je een favoriete koers?
Ik vind de Giro altijd eigenlijk al de mooiste rittenkoers die er is. Mooier dan de Tour, met prachtige bergritten en veel spanning. Ja, met Dumoulin zit ik dan wel, zodra het ergens te volgen is, te kijken. De Vuelta vind ik ook gaaf, want ik vind bergop het mooiste wat er is. Ook om zelf te doen. Je kan niet verzaken, het is ieder voor zich. Die competitie is geweldig. Ik kijk dit jaar ook weer het meeste uit naar de Giro. Misschien door Dumoulin, maar verder is het ook zo’n mooie ronde.
Hoe heb je de Giro-zege van Dumoulin beleefd?
Ik heb wel echt staan juichen. Die etappes vanaf ‘s ochtends al volgen, zou hij het laten glippen zoals in de Vuelta? Hoe hij daar aan gort werd gereden, vond ik wel echt waanzinnig. Op zo’n moment zie je hoe mooi de sport is, ook al had ik liever Dumoulin zien winnen. Tactisch kapot gereden, maar als wielerliefhebber was het ook zó mooi. Of toen Froome in de Tour opeens demarreerde, dat soort momenten hou ik van. Sowieso kun je de Tour qua uitslag vaak eigenlijk wel uittekenen, terwijl in de Giro nog wel eens een onbekende langskomt.
Keek je afgelopen winter ook naar het veldrijden?
Normaal gesproken wel regelmatig, maar ik had het druk. Daarnaast vind ik het toch minder leuk als je van tevoren haast kan aanwijzen wie er gaat winnen. Vroeger met onder meer Hennie Stamsnijder keken we er altijd naar. Ik vind het wel erg leuk dat iemand als Van der Poel het ook op de weg probeert. Bij zulke mannen is er toch de drang om competitie te willen, denk ik.
Begint het seizoen bij de Omloop of is het al begonnen?
Ik volg het nu ook al, bijvoorbeeld via Twitter of ik probeer het ergens te kijken. Het is niet dat ik het meteen weet, maar als ik het zie ben ik wel benieuwd. Van zo’n Vuelta in Argentinië had ik ook nog niet gehoord, maar dan wil ik het wel zien. Ik kijk dan ook naar bergen die ik misschien zelf eens op wil fietsen.
Vanwaar die fascinatie voor het werk bergop?
Ik vind het geweldig. Mijn gewicht heb ik niet mee, maar ik heb bijvoorbeeld al jaren Alpe d’Huzes gedaan, dit jaar weer. Of elk jaar een week met wat jongens fietsen, naar de Pyreneeën of de Dolomieten. Als je dan een bocht omgaat en het is opeens twintig procent, dat vind ik super. De Soulor, overgaand naar de Aubisque, vind ik het mooiste. Vorig jaar zat ‘ie ook in de Tour. Volgens mij heb ik hem al op drie of vier manier gedaan. Als je vanaf de Aubisque naar de zijkant kijkt, naar het ravijn, dat is echt mooi. De Mont Ventoux vond ik ook geweldig.
Vorig jaar hebben we ook een onbekende klim gedaan. Het leek wel eindeloos door de mist en de regen. Op dat moment vervloek je jezelf, maar achteraf denk je: wat was dit heroïsch! Je klimt ook anders als je een berg niet kent, want je hebt geen ijkpunten. Het is dan nog meer op karakter. Duurt het nog één of twee kilometer? Je gaat dan ook praten tegen zo’n berg. Soms boos, maar soms geniet je ook echt van de omgeving.
Je bent ook actief op Zwift. Een heel verschil zeker?
Een beetje natuurlijk, maar ook dan moeten er heuvels en klimmen bij zijn. Het is ook een soort verslaving, een competitie. Gisteren deed ik nog een wedstrijdje, maar dan hangt je tong echt op de grond. Het is een super-uitvinding. Op een gegeven moment zit je dan met vijf, zes man, zonder contact, maar je merkt aan het fietsen dat iedereen dan een beetje bij elkaar blijft. Echt iets magisch, en het komt dichtbij de werkelijkheid.
En ga je ook wel eens buiten fietsen in de winter?
Onder de vijf graden is echt verschrikkelijk. Afgelopen jaar heb ik veel buiten gereden, dat helpt wel qua conditie. Mijn rondje is vanuit Ouderkerk aan de Amstel, naar Abcoude, Gein en dan langs de Vinkeveense Plas. Een waanzinnig mooie route. Het is wel vlak, maar soms rijd ik ook naar het Kopje van Bloemendaal en doe ik die heel vaak. Ik wil gewoon het gevoel hebben van die klim.
Wat me in de polder trouwens wel opvalt, is de agressie vanuit wielrenners: met een snelheid van veertig en weinig empathie voor de rest. Daar mag aan gewerkt worden. Iets als Strava zal daar ook niet bij meehelpen. Op een dag in de zomer met mooi weer, gaat er haast dagelijks een ziekenwagen. In zo’n groepje moet af en toe iemand zitten die zegt dat het kalmer moet. Niet elke week moet het boven de vijftig, of doe het dan op een plek waar ruimte is. Het zijn misschien maar een paar wielrenners, maar het imago wordt er niet beter op.
Ten slotte: je bent natuurlijk kok. Let je daarom ook extra op voeding in combinatie met het wielrennen?
Ja, ik probeer bij mijn eigen tochten sowieso gewoon goed op gewicht te zijn en dat heeft natuurlijk met voeding te maken. Elke kilo omhoog, die voel je. Op zo’n dag proberen we ook tussen de middag wel een pastaatje te eten. En ik krijg van die sportrepen (gelletjes, banana bars, magnesium etc.) van een specialist. Ik vind het leuk om dat klaar te leggen voor de groep. De dopingbox noemen ze het altijd. Daar wordt flink van genomen en dat geeft wel aan dat iedereen bezig is te herstellen en beter te worden. (Foto: Prive-archief Ron Blaauw)
Jasper den Boon (E-mail: jasper@indeleiderstrui.nl / Twitter: @JasperdenBoon)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties