Eli Iserbyt twijfelt aan juiste landing uitspraken Mathieu van der Poel: 'Meer heisa dan dat er aan de hand is'

Een ontspannen sfeertje, dat was het vrijdagnamiddag bij de persconferentie van de Belgische crossmannen richting hun WK van aankomende zondag. Eli Iserbyt en Michael Vanthourenhout staan als ervaren crossers misschien wel bovenaan de Vlaamse piramide, al zijn zij ook de eerste om toe te geven dat Mathieu van der Poel dé te kloppen man bij uitstek is. In de Leiderstrui schoof aan in Tábor.

Bij een naderend WK is het natuurlijk altijd de vraag: wat met het parcours? 'Het parcours zal nog verslechteren en dat is nog iets minder goed. Snel is altijd iets beter, maar alles zal heel moeilijk berijdbaar worden en dat zag je nu tijdens de Mixed Relay ook, dat ze soms moesten afstappen. Dan wordt het wel moeilijker', is Iserbyt van mening. Vanthourenhout, die de Mixed Relay reed, knikt instemmend. '‘Ik heb rond 11 uur verkend en daarna lag het er tijdens de Mixed Relay al anders bij.’

Voor de tactiek van de Belgen maakt het alvast niet veel uit, geeft de Europees kampioen aan. 'Tegenwoordig is crossen niet moeilijk, het is gewoon een kwestie om zo snel mogelijk aan de finish te komen.’ Met name de factor-Van der Poel speelt daarin een rol, stellen de heren van Pauwels Sauzen-Bingoal. 'Veel hangt af van hoe Mathieu start en aan zijn conditie op de dag zelf. Als hij rondrijdt zoals in Hamme en Hoogerheide, dan moeten we proberen om zo lang mogelijk bij hem te blijven. Aan de andere kant kan hij ook zo weg zijn. Maar: hoe langer hij wacht, des te meer meer moraal wij krijgen.’

Vanthourenhout: 'Er zal niet veel tactiek aan te pas komen'

Vanthourenhout volgde de Nederlander in Hamme even. ‘Als je efkes mee bent, begin je wel te denken, maar na drie of vier bochten kan het weer anders zijn. Er zal niet veel tactiek aan te pas komen.' Iserbyt denkt daar net even anders over. ‘Aan meegaan met Mathieu zit wel een risico vast. De oudere renners houden daar misschien rekening mee, de jongere coureurs wat minder', aldus de Belgisch kampioen.

Je leest het: Van der Poel is dé man met wie de Belgen rekening (moeten) houden. Na de cross van Hoogerheide liet hij ontvallen dat een winter zónder cross hem misschien hem ook wel goed zou doen, maar hoe kijken Iserbyt en co daarnaar? 'Als de WK’s ver zijn en het past niet, dan zal het nog veel het geval zijn', knipoogt de Belg, die vervolgens met een grote 'maar' komt. 'Mathieu gaf een open antwoord en dat is door de media ingevuld. Ik denk dat er meer heisa is dan dat er echt aan de hand is', heeft hij zijn twijfels bij de veldritloze winters van Van der Poel op korte termijn.

Wout van Aert en Tom Pidcock zijn er in Tábor alvast niet bij. 'Met of zonder Mathieu, het heeft allebei zijn charme. Het is niet zo dat het makkelijker is, want iedereen start altijd om zelf zo goed mogelijk te presteren. Voor het WK is een ander gegeven, want dan is er veel mogelijk. Dan heb je zes of zeven man die wereldkampioen kan worden, maar dat is als. Als blijft als.' Voor de Belgen maakt met name de aanwezigheid van Van Aert wat uit, qua te kiezen tactiek. 'Met Wout zijn er duidelijke afspraken, vorig jaar ook. De start was toen belangrijk, maar aan de andere kant: dat is nu ook zo.'

Iserbyt: 'Kan zomaar één tot en met vier voor Nederland zijn'

De Belgen houden voor hun podiumambities ook maar rekening met andere Nederlanders als Pim Ronhaar, Joris Nieuwenhuis en Lars van der Haar. 'Een podium zonder Belgen, daar gaan we niet vanuit. Veel zal afhangen van hoe de Nederlanders het aanpakken, volgens mij gaan zij Mathieu zo snel mogelijk laten rijden en ons het werk laten doen. Dan moeten we alert zijn', waarschuwt Iserbyt de mannen naast hem.

De vinnige crosser pikt er naast Van der Poel niet direct één uit. 'Iedere Nederlander is hetzelfde', krijgt hij de gehele perszaal aan het lachen, om zichzelf vervolgens met een glimlach te corrigeren. 'Ze zijn alle drie even goed. De ene keer is die beter, de andere keer de ander. Ze zijn alle drie heel goed en het kan zomaar één tot en met vier voor de Nederlanders zijn, dus we mogen ook niet blind zijn.'

'Hoe het er nu ook bij ligt: voor de Nederlanders is dat beter dan voor ons. Die echte moddercrossen zoals Dublin of ook het NK, dat krijgen we hier niet', zegt Iserbyt, die met zijn palmares zijn hand nog altijd niet zomaar omdraait voor een zilveren of bronzen plak in Tábor. 'Voor dit seizoen zou dat ook zeker niet misstaan', concludeert de winnaar van de Wereldbeker en het BK.'

Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)