Eli Iserbyt staat dit crossseizoen al op zes overwinningen, maar de echte uitdaging komt voor hem nog. Met de terugkeer van de grote drie, Tom Pidcock, Wout van Aert en Mathieu van der Poel, weet hij straks echt waar hij staat. Hoe de media hun afwezigheid benadert, schiet hem echter in het verkeerde keelgat.
Bij Het Laatste Nieuws is de dit jaar zeer succesvolle Iserbyt content met zijn vorm. Hij is de meest succesvolle veldrijder tot nu toe, waaronder ook de crossen in de Verenigde Staten. 'We vroegen ons af wat we daar gingen krijgen, maar we vielen steil achterover van de professionaliteit waarop de veldritten georganiseerd werden.' De meningen waren verdeeld binnen de veldritwereld en zijn optimisme werd hem niet altijd in dank afgenomen. 'De manier waarop die USA-trip en alles wat ermee gepaard ging in de media werd belicht, was jammer. Amerika ís gewoon tof. Dat vond ik al toen ik er nog geen prijs reed en er zelf financieel aan toestak.'
Ook in het commentaar tijdens de cross komt dat terug. ‘Quinten rijdt een hele goeie bocht. Maar Mathieu zou daar nog twee seconden sneller doorheen gaan.’
Bij die crossen moest men het doen zonder 'de grote drie', Pidcock Van Aert en Van der Poel. Iserbyt vindt het echter zonde dat daar zoveel aandacht voor is. 'Kijk naar de cover van jullie veldritgids: Wout, Mathieu en Tom, groot afgebeeld. Zo creëer je verkeerde verwachtingen. Elke dag opnieuw wordt gehamerd op het ontbreken van Van der Poel en Van Aert. Dan buig je de publieke opinie in het weekend onvermijdelijk om tot: ‘ja, die prutsers zijn weer aan het rijden. Hoe lang gaat dat hier nog duren?' Ook in het commentaar tijdens de cross komt dat terug. ‘Quinten rijdt een hele goeie bocht. Maar Mathieu zou daar nog twee seconden sneller doorgaan.’ Tja, dat helpt natuurlijk niet.'
Toch heeft hij ook begrip voor die mening. 'Mocht ik niet beter weten zou ik als neutrale fan, bij ontbreken van Wout, Mathieu en Tom, ook denken van: ‘losers’, ze winnen drie maanden aan een stuk en nu kunnen ze niet mee.' Iserbyt benadrukt dan ook de enorme klasse van die renners, en ziet al gebeuren wat de media te zeggen hebben op de dag dat hij een van hen mogelijk weet te verslaan. 'Maar ze zijn zó belachelijk sterk. Het zal ook nooit goed zijn. Want stel dat het lukt, op een dag… ‘Offday voor Van der Poel, dus Iserbyt wint’, zal er dan staan. Met een foto van Mathieu erbij.'
Iserbyt: 'Types Van Aert rijden 400 watt met hartslag 130, ik met hartslag 170'
In afwezigheid van die drie is Iserbyt tot nu toe de beste, maar krijgt genoeg tegenstand in de cross. Zijn grootste concurrent in de Wereldbekerstand en Superprestigestand is dit jaar Quinten Hermans, die op de weg een stuk succesvoller is dan hijzelf. 'De Giro d'Italia heeft van hem een betere renner/crosser gemaakt. Ik zou ook wel eens zo’n grote ronde willen rijden. Maar dan moeten we een stap hogerop zetten.' Die ambitie is aanwezig, ook bij zijn ploeg Pauwels Sauzen-Bingoal, maar op de weg wil het nog niet echt lukken. 'Ik ben er niet klaar voor voel ik. Kermiskoersen vormen voor mij ook geen alternatief met mijn 55 kilogram. Types Van Aert rijden wedstrijden op 400 watt met hartslag 130, ik doe dat met hartslag 170.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties