Iserbyt is kritisch op het nieuwe Wereldbekerformat in het veldrijden: 'wij moeten rijden, zij beslissen.'

Het is herfst! Dat weet je omdat het crosseizoen begint en omdat Eli Iserbyt wordt geïnterviewd. HLN sprak met de Belgische veldrijder, die klaar is voor een nieuw seizoen… toch? 'Op crosstraining gaat het goed, mijn intervallen zijn goed. Ik sta waar ik vorig jaar stond, denk ik.'

Toch is die lichte terughoudendheid niet onlogisch, want de kleine Belg is onlangs flink ziek geweest. 'Ik heb mijn hoogtestage in Livigno in september moeten afbreken vanwege een infectie in mijn mond – aften op mijn tong en tandvlees. Waarschijnlijk door een vuil glas of zo. Ik heb een dag of tien niets kunnen doen. Niet ideaal, maar ook geen drama.' Het klinkt echter allesbehalve prettig.

Met zijn 27e verjaardag in zicht kijkt Iserbyt steeds meer naar het uitbreiden van zijn verzameling truien en overwinningen. Een grote sprong in ontwikkeling, dat zit er volgens de veldrijder waarschijnlijk niet meer in. 'De uitdaging voor mij zit niet meer in experimenteren met hoe of waar ik beter kan worden, maar in alles juist doen zodat ik echt top ben. Er is een punt waarop extra belasting niet meer loont en zelfs tegenwerkt. Je moet niet elke dag vijf uur trainen, je moet elke dag juist trainen. Vorig jaar en dit jaar heb ik ontdekt wat mijn maximum is. Ik weet wat ik wel en niet kan. Het is nu een kwestie van een zo mooi mogelijke carrière opbouwen wat betreft truien en overwinningen.'

'We hebben geluk dat zij niet het volledige crossseizoen rijden'

Presteren, dat is het doel dit crossseizoen voor de kleine Belg. Toch heeft presteren alleen waarde als de concurrentie groot is, zo vindt hij. 'Ik vind het mooier als ik er echt voor moet vechten. Dat is wel stressvol, maar het maakt de sport aantrekkelijker.' Daarnaast relativeert Iserbyt zijn positie. 'Ik maak deel uit van de generatie van Wout en Mathieu. We hebben het geluk dat zij niet het volledige crossseizoen rijden. Als zij de hele winter zouden crossen, reden we vijf maanden lang voor de derde plaats. Dus ik ga niet klagen als het spannend is voor de winst met een andere concurrent.'

Tekst gaat door onder de foto

Met de veldritkalender in het vooruitzicht rijst de vraag hoe vaak Van Aert en Van der Poel dit seizoen zullen deelnemen aan het veldrijden. 'Ik hoor dat Wout misschien wat meer gaat crossen, maar dat Mathieu het laat afweten', zegt Iserbyt. 'Wout heeft al sinds begin september stilgelegen vanwege een knieblessure, dus het zou logisch zijn dat hij eerder begint om zich voor te bereiden op het voorjaar. Bij Mathieu begrijp ik het wel als hij voor rust kiest. Hij heeft een lang seizoen achter de rug en kan wel een pauze gebruiken. Maar zeg dat maar niet tegen hem, want hij zou zomaar het tegenovergestelde doen!', voegt Iserbyt lachend toe.

Naast de twee fenomenen Van Aert en Van der Poel kiest Iserbyt opvallend genoeg Thibau Nys als zijn grootste uitdager. 'Van alle tegenstanders neem ik Thibau het meest serieus. Hij is een slimme renner met een sterke finale in de benen. Bij anderen weet ik vaak wanneer ik moet versnellen om ze in de problemen te brengen, maar Thibau is lastiger te doorgronden. Hij doet me denken aan Tom Pidcock.'

Iserbyt kritisch op het nieuwe Wereldbekerformat

Iserbyt is bijzonder kritisch over het nieuwe, kortere format van de Wereldbeker. 'Ik ben nog steeds tegen', zegt hij zonder aarzeling. 'De Wereldbeker is de enige competitie die internationale aandacht krijgt. Vroeger begon die in september en waren de wedstrijden gespreid over maanden. Nu loopt de competitie van eind november tot eind januari. Dat is slecht voor de ploegen. Ik ben voorstander van een langer crossseizoen, met tijd voor wedstrijden op moeilijker bereikbare plekken.'

Tekst gaat door onder de foto

Voor Iserbyt persoonlijk pakt het nieuwe format ook nadelig uit. 'Ik wil gewoon crossen en winnen. We zijn straks halverwege oktober en ik heb nog niet gecrost. Ik mis het', zegt hij gefrustreerd. 'Geen enkele renner heeft om deze verandering gevraagd.'

Hoewel het nieuwe format bedoeld is om het merk Wereldbeker te versterken, heeft Iserbyt zijn twijfels. 'De Wereldbeker zal misschien meer tickets verkopen, maar dat gaat ten koste van andere competities, zoals de Superprestige en X2O. Vraag maar rond, veel mensen durven dat niet hardop te zeggen. Uiteindelijk hebben wij als renners weinig te zeggen. Vorig jaar wilden ze Thibau zelfs schorsen voor het WK omdat hij twee Wereldbekermanches had overgeslagen. Dat was een duidelijk signaal van de UCI: wij moeten rijden, zij beslissen.'