Niels Albert heeft zijn oordeel klaar: 'Ze zullen nog veel boterhammetjes moeten eten'

Mathieu van der Poel maakte afgelopen zaterdag direct de verhoudingen duidelijk bij zijn rentree in de cross, zag ook zijn voormalig ploeggenoot Niels Albert. Die stelt in zijn visie bij HLN dat de conculega's ver af staan van het niveau van de wereldkampioen uit Nederland.

'Twee weken geleden nog vroeg ik me af: ‘Zullen de anderen de kloof wat hebben gedicht, tegen de tijd dat Van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock weer gaan crossen?’ Het antwoord op die vraag heb ik zaterdag in Herentals na drie minuten al gekregen. En had de Skiberg eerder in het parcours gelegen, dan was Mathieu van der Poel na één minuut al van al de rest weg gereden. Niet, dus', stelt Albert vast.

Albert gaat subtoppers één voor één af

'Laurens Sweeck is nergens. Michael Vanthourenhout heb ik dit jaar enkel op het EK gezien. Thibau Nys begon hoopgevend aan het seizoen. Iedereen dacht: ‘Die gaat, als hij een goede dag heeft, misschien wel met Pidcock kunnen wedijveren’. Thibau zakt er nu ook wel door', vervolgt Albert. 'Of neem nu Lars van der Haar. Die heeft dit jaar en het jaar daarvoor mooie dingen laten zien. Maar Lars van der Haar is een renner waar ik zelf ook nog tegen heb gekoerst. En van wie ik won. Van der Haar was dit jaar goed tot het EK. Hij was vorig jaar beter. Om Van der Poel te kloppen op het WK, zullen ze nog veel boterhammetjes moeten eten.'

'Iedereen legt zich neer bij het meesterschap van Mathieu, Wout en ook van Pidcock. Pidcock komt naar de cross en die rijdt maar een beetje rond op basisconditie', aldus Albert. 'Op 6 januari is hij weer klaar. En was het niet dat de ploeg daar toevallig in de buurt op stage is, dan had hij ook de WB-wedstrijd in Benidorm op 21 januari niet gereden. Het WK? Geen doel. Pidcock crsst omdat hij graag crost, omdat hij zichzelf graag een keer vuil maakt. En ondertussen drukt hij iedereen met de neus op de feiten', analyseert de voormalige veldrijder uit België.