Arensman looft Bardet: 'Hij is heel dankbaar en geeft altijd alles voor de ploeg'

Thymen Arensman maakt furore in zijn wegcarrière, maar had liever in de cross gereden. De Nederlander van Team DSM vertelt dat in De Grote Plaat, de podcast van Blaudzun en John den Braber. Daarnaast spreekt hij lovend over zijn kopman Romain Bardet.

In de podcast doet Arensman uit de doeken dat hij eigenlijk een andere discipline binnen het fietsen had geambieerd. 'Het is heel simpel: ik vind het veldrijden veel leuker dan wegwielrennen, maar ik ben niet goed genoeg. Ik kan van de weg mijn beroep maken en mijn geld verdienen, maar met veldrijden lukt dat niet.' En de reden? 'Niet explosief genoeg. Vooral in de Belgische crossen is het veel draaien en keren, daar verlies ik te veel.' Toch komt het veldrijden mooi van pas, maar dan vooral als training: 'Rond kerst en oud en nieuw wil ik weer gaan crossen, puur voor de intensiteit. Mijn lichaam heeft die prikkel nodig.'

Op de weg kende Arensman dit jaar succes in de Ronde van Romandië, waar hij de tiende plek en de jongerentrui bemachtigde, maar ook als knecht van Bardet was hij succesvol. Hij spreekt zijn waardering uit voor de Fransman: 'Romain is een hele fijne leider om voor te rijden. Hij is heel dankbaar en geeft 110 procent voor het team. Hij is een hele aardige gast.' Daarnaast is het makkelijk dat 'ie meertalig is. 'Hij kon heel goed Engels spreken en dat verbaasde me. Hij heeft ook gewoon een universitaire studie gedaan in Grenoble. Het is een slimme gast.'

Arensman: 'Ik kijk op tegen andere profs, daardoor onderschat ik mezelf misschien'

Het programma voor 2022 kent Arensman nog niet, want Team DSM beslist. 'Het team bepaalt en ik heb enige invloed, maar zij hebben experts die het veel beter weten. Het team heeft een betere kijk op die dingen, dus ik heb vertrouwen dat er een mooi programma komt.' Hij richt zich vooral op verbeteren en een mogelijk punt is zijn manier van koersen. 'Ik kijk veel op tegen andere renners in het peloton. Vroeger viel ik van ver aan, maar nu denk ik vaak dat ik niet zo goed ben als anderen. Dan durf ik niet aan te vallen, omdat ik bang ben mezelf tegen te komen. Misschien onderschat ik mezelf daarin.'