In zijn eentje voor de bezemwagen: voor Caleb Ewan was de tiende etappe van de Tour de France een lijdensweg van jewelste. De Australiër loste vroeg in de rit en werd de hele dag op achtervolgen aangewezen. Uiteindelijk haalde hij het, maar hij vreest voor de komende dagen. 'In de Tour heb je soms goede benen en soms slechte benen. Dit was een slechte dag', gaf hij na afloop van de rit toe.
De overgangsetappe naar Megève was op papier niet zo'n zware beproeving, maar door de harde eerste wedstrijduren werd Ewan al vroeg gelost. Ploeggenoten Frederik Frison, Reinardt Janse van Rensburg, Florian Vermeersch en Brent Van Moer bleven bij hem, maar Ewan stuurde zijn maten op de laatste klim vooruit. 'Gelukkig had ik hen bij me, want het was een vreselijke dag. We wisten niet precies wat de tijdslimiet was en ik wilde niet dat ze bij me bleven. Als ik dan naar huis zou moeten gaan, zou ik tenminste niet vier man hebben meegenomen', legt de sprinter van Lotto Soudal bij CyclingWeekly uit.
Ewan: 'Dit was echt een slechte dag'
Ewan weet niet waar zijn mindere benen vandaan komen. 'Ik voel me niet ziek. Soms heb je na een rustdag niet het juiste gevoel, maar dit was echt een slechte dag', zo stelt hij. De rappe man kwam uiteindelijk op 31.06 minuten binnen, terwijl de tijdslimiet rond de 39 minuten lag. Zijn ploeggenoten Frison, Janse van Rensburg, Vermeersch en Van Moer kwamen uiteindelijk op 28 minuten binnen van winnaar Magnus Cort.
Met de zware dagen naar Col du Granon en Alpe d'Huez heeft Ewan minder vertrouwen in zijn klimmersbenen. 'Na vandaag niet meer nee', zo geeft hij toe. 'Maar in de Tour heb je soms goede benen en soms slechte benen. Ik hoop dat het gaat beteren, want anders kom ik in grote problemen.'
Ook Jakobsen en Groenewegen vrezen elfde Touretappe
In De Telegraaf vertellen ook sprinters Fabio Jakobsen en Dylan Groenewegen over de Alpencols die komen gaan. Ze boezemen best een beetje angst in, zo blijkt. 'Wat meer pijn doet, sprinten of klimmen? Sowieso klimmen. Tijdens een sprint ga je dieper en ben je een paar minuten buiten adem, maar tijdens zo’n bergrit word je als zwaardere renner lange tijd helemaal uitgeknepen', zo stelt Jakobsen. 'Al moet ik zeggen dat ik er heel stiekem ook een beetje naar uitkijk. Dat soort ritten maakt de Tour ook speciaal en afzien hoort erbij. Dus ik ga de komende bergritten met frisse moed in. Je moet die slechte dag alleen niet op het verkeerde moment hebben, want dan kan het weleens spannend worden.'
Net als Jakobsen is ook Groenewegen in goede vorm. Hij klimt naar eigen zeggen goed. 'Dit worden zware dagen, al moet ik zeggen dat het omhoog rijden me goed af gaat. Het wordt overleven en ik ga mijn best doen. En ja, in die rit naar Alpe d’Huez, met al dat oranje langs de kant, heb ik ook wel zin. Het is lastig om zo lang te moeten wachten op de volgende mogelijkheid voor een spurt, maar als je al hebt gewonnen, is het wat gemakkelijker. Het mooie van de Tour is wel dat er in ieder geval in Parijs altijd nog een kans is, als je tenminste heelhuids over de bergen geraakt.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties