Waar veel klassementsrenners voor de Giro d'Italia de afgelopen weken kozen voor koerskilometers, daar was er eentje die onderdook en ging voor een 'Egan Bernalletje'. Bernal reed vorig jaar in maart zijn laatste wedstrijdkilometers, alvorens hij zich op hoogte voorbereidde op de Giro. Het bleek een succesformule, getuige de eindzege van de Colombiaan. Kan Carapaz met eenzelfde route hetzelfde bewerkstelligen?
We zagen Carapaz voor het laatst in competitie in de Ronde van Catalonië. De man uit Ecuador werd er tweede in het eindklassement, achter Sergio Higuita. Het was samen met de renner van BORA-hansgrohe dat Carapaz de koers kleurde, door in de zesde etappe op 125 (!) kilometer van de streep aan te vallen en het vol te houden tot de finishlijn.
Het was een fijne bevestiging voor Carapaz, die in een sprint-a-deux won. De kopman van INEOS Grenadiers had namelijk nogal wat pech te verwerken gehad. In januari werd zijn seizoensopener met de Vuelta a San Juan afgelast, hij reed door een crash de Ster van Bessèges niet uit, in de Tour de la Provence raakte hij besmet met het coronavirus en in de Tirreno-Adriatico kampte hij na vier etappes met maagklachten. Dat hij tussendoor wel tijdritkampioen werd in Ecuador was een doekje voor het bloeden. In de wegwedstrijd werd hij verslagen door 'nobody' Richard Huera.
Carapaz duikt na Catalonië onder
Het dagsucces in de Ronde van Catalonië was zodoende nodig, want het hele voorjaar van Carapaz liep volledig in de soep. De zesde etappe was bovendien ook een goede test voor de benen, die dus nog geen enkele rittenkoers hadden kunnen finishen. Uit zijn Strava-file van 26 maart blijkt wel hoe indrukwekkend het dagsucces was van Carapaz: 125 kilometer in de aanval, aan een gemiddelde van 41,8 per uur. Het regende de hele dag, wat het allemaal nog een stukje knapper maakt.
Na de Ronde van Catalonië - die op 27 maart eindigde - zagen we Carapaz niet meer terug in koers. Geen Tour of the Alps, geen Vuelta Asturias, geen Ardense klassiekers... Carapaz vloog terug naar Ecuador, waar hij Ecuadoraans kampioen Huera terugzag en hard trainde voor de Giro d'Italia. Hij noteerde na Catalonië zijn eerste trainingsrit in eigen land op 3 april. Tot en met donderdag 28 april kwam hij tot 2.427,9 kilometer, al ontbreken er wel een aantal dagen in zijn Strava-tijdlijn. Carapaz noteerde 51.040 hoogtemeters in april.
Op 23 april checkte Carapaz uit in Ecuador en vloog hij terug naar Monaco. Vanuit de standplaats van INEOS Grenadiers in Europa registreerde hij ook in de Franse bergen nog wat trainingsritten. Zullen we maar eens gaan kijken wat hij allemaal heeft uitgevreten in zijn maand onder de radar? Daarbij zeggen we wel alvast: het kan zijn dat onze goedlachse Richard niet alles heeft gedeeld op Strava.
Record na record op hoogte voor Carapaz
Wie de trainingsritten van Carapaz bekijkt, valt meteen één ding op, als je ze vergelijkt met die van Bernal van vorig jaar. Waar de Colombiaan zichzelf tot het uiterste dreef in de uren op de fiets, bleven de trainingen van Carapaz vaak ver onder de 200 kilometer. Geen 'apocalyptische' ritten van 250 kilometer of meer voor de Olympisch kampioen, een term die Bernal voor z'n blessure graag gebruikte voor trainingen van zeven uur of meer.
Carapaz zocht het meer in de intensiteit, getuige de 27 (!) KOM's die hij in april uit de boeken reed. Die zijn ook zeker niet van één of twee dagen: de eerste KOM dateert van 9 april op een klim van 2,89 kilometer aan 7,6 procent en dat ging door tot 22 april, toen hij op een klim van 5,18 kilometer aan 5,0 procent huishield. De oude toptijd op dat segment was twee dagen eerder nog scherper gezet op 10.00 minuten precies. Carapaz dook er 1.19 minuten onder en noteerde 8.41 minuten.
De meeste records werden gezet op de cols in Ecuador. Op 14 april knalde Carapaz in dik 55 minuten omhoog op een klim van 14,42 kilometer aan 5,8 procent. Indrukwekkend, aangezien de top op 4.057 (!) meter hoogte lag. Het regent kroontjes in de Strava-files van Richie, die zijn langste dag op de fiets in Strava op 22 april registreerde. Hij reed 208,14, overbrugde 4.093 hoogtemeters én reed dus een KOM uit de boeken. En dat allemaal rond Tulcán, een plaatsje in Ecuador op 2.980 meter hoogte.
Is de trainingsarbeid van Carapaz voldoende?
Hoe goed Carapaz op 6 mei aan de start staat in Boedapest is de grote vraag. Is de maand hoogstestage voldoende geweest om het dramatische voorjaar uit te wissen? Kan hij groeien in de Giro en richting de ultrazware derde week uitpakken, of is hij juist door de brandstof heen als de grootste en zwaarste cols zich aandienen? Gaat het hem helpen of juist wreken dat hij slechts één rittenkoers van een week uitreed, in aanloop naar zijn eerste grote doel?
Een grote houvast voor de klimmer is ongetwijfeld dat hij in 2019 een soortgelijke aanloop kende naar de Giro, die hij in dat jaar wist te winnen. Hij reed de Tirreno in maart toen uit, maar werd er anoniem twintigste. In de Ronde van Catalonië van dat jaar was het ook nog niet veel soeps. Na een maand op hoogte in Ecuador kwam hij terug met wonderbenen en won hij na de Vuelta Asturias ook de Giro. Zijn trainingsarbeid in april van 2019 lag destijds (in Strava welteverstaan) een stukje lager met 2.000,4 geregistreerde kilometers. Hij zat in dat jaar 66 uur en 42 minuten op de fiets. In april 2022 noteerde hij 82 uur en 50 minuten.
Voor de Giropooltjes hadden mensen hem graag - net als Simon Yates - nog even aan het werk gezien in Asturië, maar net als Bernal in 2021 kiest Carapaz ervoor om nog niet te pronken met zijn vorm. Als hij op hoogte dezelfde conditie heeft gevonden als Bernal een jaar geleden, dan kan de concurrentie voor de Giro de borst alvast natmaken.
Voor meer Gespot op Strava, klik hier.
Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: b.vanderploeg@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties