Niemand had er nog rekening mee gehouden. Niemand gaf een stuiver voor zijn kansen in Noord-Frankrijk. Niemand had hem opgeschreven als winnaar voor Parijs – Roubaix. Maar, je weet het immers nooit, toch? Met een goede dag was alles mogelijk, zo oordeelde de afscheid nemende Slowaak in kwestie zelf, vlak voor de start in Compiègne. Maar het werd geen goede dag. Nog voor de eerste echte kasseistrijd losbarstte, lag Peter Sagan op de grond. Kruipend maakte hij de weg vrij voor het overige verkeer. Dat was het dan, het laatste voorjaar van de veelvraat van weleer.
Terwijl de grote matadoren van het wielervoorjaar elkaar op de laatste kasseistroken het leven zuur maakten, zat The Hulk al thuis. Hoe anders was de wereld nog geen vijf jaar geleden. Het klassieke voorjaar was jarenlang ondenkbaar en incompleet zonder de regenboogkleuren van Peter Sagan. Die renner, die overal en altijd koersen kleurde en finales betwistte, was de Slowaak echter al een aantal jaren niet meer. Langzaamaan verwaterden herinneringen aan lange reeksen van groene truien, gewonnen sprints en voorjaarsklassiekers en vooral zijn bijzondere zegegebaren.
Al eerder tijdens zijn carrière sprak hij openlijk over een niet al te laat wielerpensioen. Eind vorig jaar was hij er wel uit, 2023 zou zijn afscheidstournee worden. Dat hij niet zoals vroeger overal vooraan zou rijden, omarmde hij. Die acceptatie om als een toerist rond te moeten fietsen, kwam misschien Sagan-onwaardig over, maar was wel typisch voor de energie die hij als renner altijd had uitgestraald. Hij tilde niet te zwaar aan zijn successen, en ook niet aan de grootste teleurstellingen. Blijven lachen, was het devies. Dat de gekende drievoudig wereldkampioen op de weg nu juist terugkeert naar het onverharde, past daar bij. Sagan vindt onderdaan de streep de mountainbike nu eenmaal leuker dan de wegfiets.
Nieuwe toprenners zetten Sagan een hak
Denk je terug aan Sagans grootste successen, dan lijkt de tijd te zijn gevlogen. Er waren recordreeksen vol groene tricots in de Tour, aan de zijde van zijn maatje en beste ronderenner van de afgelopen tien jaar, Chris Froome. Sagan was de renner die drie keer op een rij een wereldkampioenschap naar zijn hand zette, was het niet op geaccidenteerd terrein, dan was het wel in een pure sprint. Sagan was zo allround dat hij in bijna de helft van alle Touretappes in de top-vijf kon eindigen. Hij was in zijn eentje de kartrekker van het spektakelwielrennen.
Totdat een grote, nieuwe groep toprenners vanaf 2019 op de deur van de wielersport bonkte. De strapatsen van onder andere Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Julian Alaphilippe duwden Sagan allereerst naar de achtergrond tijdens de grote eendagswedstrijden. In de sprints legde hij het steeds vaker af tegen nieuwbakken topspurters en andere jonge allrounders. Sagan kukelde in rap tempo van zijn schavot als patron van het peloton, ingehaald door een storm van nieuw talent.
Sagan als symbool voor de generatie 1990
Het relatief stille einde van de superkampioen van weleer staat symbool voor de teloorgang van een bijzondere generatie wielrenners. Het jaar 1990 bracht een karrevracht aan wielertalent voort, die echter vervloekt lijkt met een beperkte houdbaarheid. Tom Dumoulin en Fabio Aru, groterondewinnaars in hun absolute piekdagen, hingen hun fiets al in een vroeg stadium aan de wilgen. Klimmers als Thibaut Pinot en Esteban Chaves zijn na hun topdagen uit het vorige decennium al een aantal jaren het spoor van succes bijster.
Wie nu alvast terugkijkt op de carrière van Peter Sagan, kan niet anders dan concluderen dat eenzelfde ontwikkeling voor de Slowaakse spierbonk te ontwaren valt. Oké, Sagan won zevenmaal het puntenklassement in de Tour. Dat hij zo snel zou worden overrompeld door een nieuwe groep toprenners op zijn beste terrein, zullen echter weinig mensen drie jaar geleden voor mogelijk hebben gehouden. Ook voor Sagan lag de piek voor zijn dertigste. Ook Sagan kon zijn waanzinnige erelijst niet verder vullen onder de invloed van een nieuwe wielerwind. En terwijl ik dit schrijf, kan ik dat nog steeds niet geloven.
Peter Sagan is in een rotvaart tot pelotonvulling verworden. Maar zijn afscheidsjaar is nog niet voorbij. In de Tour de France zal Sagan ook nog éénmaal acte de precense geven. Eigenlijk is zijn staat van dienst te groot, zijn erelijst te mooi, om in de schaduw afscheid te moeten nemen. Daar hoort nog één fraaie overwinning bij, nog één raar zegegebaar. Nog één kenmerkende etappeoverwinning. Vurig hoop ik dat hij nog éénmaal zijn grote rivalen een hak kan zetten. Dat het razendsnelle einde van Peter Sagan maar met een uitroepteken besloten mag worden.
Huub Mol
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties