Jakobsen sprint naar tweede plek in Vuelta: 'Ik denk dat ik blij moet zijn, maar dat ben ik niet echt'

Fabio Jakobsen kon zijn rentree in een grote ronde net niet opluisteren met een etappeoverwinning. De Nederlander moest alleen de Belg Jasper Philipsen voor zich laten in de massasprint. 'Ik denk dat ik blij moet zijn, maar dat ben ik niet echt', zo laat hij na afloop in het flashinterview weten.

Jakobsen komt van ver na zijn tragische valpartij van iets meer dan een jaar geleden in de Ronde van Polen. Hij kon echter sneller dan gedacht zijn rentree maken in het profpeloton en wist drie weken geleden al twee keer te winnen in de Ronde van Wallonië. Dat hij meteen tweede wordt in de eerste massasprint van een grote ronde maakt hem enerzijds blij, maar er heerste ook teleurstelling dat hij het niet af kon maken. 'De laatste weg omhoog was een grote inspanning en ik zat wat ver van achteren. Daarna werd ik naar voren gebracht, maar de benen waren al aardig vol. Ik moest een sprint doen voor de sprint om tot het wiel van Molano en Démare te komen. Daarna passeerde ik hen, maar Philipsen was iets sneller aan de linkerkant.'

Een valpartij op vier kilometer van het einde zorgde ervoor dat Jakobsen het contact met zijn ploeggenoten verloor, alvorens hij in de laatste kilometer wel weer op de goede plek zat om mee te doen voor de overwinning. 'Ik zat links bij de valpartij en hoorde het alleen. De communicatie werd daarna wel wat minder, waardoor we elkaar verloren. We kamen terug in de laatste bocht en ik was nog steeds in de positie om te winnen, maar ik had de benen niet meer.' Jakobsen staat na zijn tweede plaats wel gedeeld eerste in het puntenklassement, wat hij mede te danken had aan zijn overwinning in de tussensprint op ongeveer vijftien kilometer van de meet. 'Het was een beetje nerveus, met de wind van links en dan is het beter om vooraan te blijven. Daarom dacht ik om de benen te testen. Misschien verloor ik daar wat energie en moet ik de komende sprints iets rustiger aan doen. Ik voelde me goed tijdens de etappe en dacht: waarom niet?'