Küng blikt terug op horrorval in Emmen en kijkt naar UCI: 'Aeroydnamische posities worden steeds extremer'

Eén van de meest veelbesproken veelbesproken valpartijen van afgelopen wielerjaar, is ontegenzeggelijk die van Stefan Küng op het EK tijdrijden. Op Drentse wegen botste de Zwitserse hardrijder op enkele dranghekken, waarna hij met een hersenschudding doorreed tot aan de finish in Emmen.

Bij de Duitse wielerwebsite Radsport-News blikt Küng terug op de crash en de gevolgen daarvan. 'De UCI zou het probleem moeten aanpakken', is hij van mening. 'Je kunt een renner niet vertellen dat hij alleen maar zijn hoofd omhoog moet doen. Iedere coureur gaat namelijk altijd doen wat hem het snelste kan maken', zegt de goede tijdrijder, die weet dat hij voor het optimale resultaat zijn oppervlak zo aerodynamisch en klein mogelijk moet maken.

'De UCI moet betere randvoorwaarden creëren. De voorwaarden moeten zo zijn dat de sport veilig kan plaatsvinden op het niveau waarop het nu plaatsvindt. De aerodynamische posities worden steeds extremer, waar je als coureur ook heel gevoelig voor bent. Je zegt tegen zelf: als het kan, doe je hoofd omlaag. Op die weg terug naar Emmen kon je dat doen en volle bak gaan.' Na de val van de coureur van Groupama-FDJ ontstond er op social media al de nodige discussie over de 'head down'-manier van rijden tijdens tijdritten.

Küng kijkt naar UCI voor mogelijke aanpassingen

Küng analyseerde zijn crash met de Zwitserse ploeg. 'De val was niet nodig en het zag er natuurlijk zeer vreemd uit, dus we hebben het ook zorgvuldig bekeken en onze conclusies getrokken. Maar ook hier ligt de bal in het kamp van het UCI. Ze merkten een paar jaar geleden dat kleinere renners een voordeel hadden in de tijdrit en daardoor hebben ze de posities aangepast, maar ik behoor tot de grotere renners en voor mij is de ruimte tussen het contactoppervlak en de bovenkant van de opzetstukken 14 centimeter. Misschien hadden ze het moeten laten zoals het was, maar dat is niet mijn vakgebied', aldus Küng.