Loe van Belle volgt de Visma | Lease a Bike-leer in 2024: 'Daar zien ze de waarde echt wel van in'

De kop is eraf voor Loe van Belle bij de proftak van Visma | Lease a Bike. De jongeling uit Nederland werkt in Australië met de Tour Down Under direct zijn eerste WorldTour-wedstrijd af en maakt zich nu op voor zijn volgende koersen. ‘Ik heb een heel mooi programma gekregen en dat spreekt ook vertrouwen uit van de ploeg', vertelt hij aan In de Leiderstrui.

Van Belle nam in Australië samen met Robert Gesink, Koen Bouwman, Milan Vader, Johannes Staune-Mittet, Mick van Dijke en Bart Lemmen de honneurs waar namens Visma | Lease a Bike. Een mooie mix van ervaring en jong talent dus, waardoor hij zich direct thuis voelde in de ploeg. ‘De hele trip beviel uitstekend, het was voor mij de eerste keer dat ik buiten Europa had gekoerst dus dat maakte het sowieso een mooie ervaring.’

‘We waren er van tevoren natuurlijk al even daar, waardoor we in principe alle tijd hadden om aan de temperatuur en dergelijke te kunnen wennen. Dat was superrelaxed en het is alleen maar mooi om mee te maken. Ik heb er heel erg van genoten’, aldus Van Belle, die in zijn reis Down Under ook kon genieten van de befaamde businessclass-vluchten die sponsor Singapore Airlines regelt voor alle deelnemers aan de wielerwedstrijd. ‘Dat was heel relaxed reizen. Ik had het ook al van de andere jongens gehoord: als dit dan gelijk je eerste WorldTour-wedstrijd is, dan krijg je wel meteen het beste van het beste. Om het zo te zeggen’, lacht hij hardop.

Van Belle proefde in 2023 al van grote werk en dat hielp Down Under: ‘Kon er maximaal van genieten’

De renner uit Zoetermeer reed vorig jaar al onder meer O Gran Camino, de Wielerweek van Coppi en Bartali, Vierdaagse van Duinkerke en Ronde van Slowakije met de hoofdmacht van de Nederlandse ploeg, waardoor de aanpassing richting de Tour Down Under naar eigen zeggen wel meeviel. ‘Dat het de eerste WorldTour-koers was, was vooral iets gaafs. Op die manier merkte ik dat het voor het echie was. Qua spanning viel het allemaal wel mee, afgelopen jaar heb ik met de beloftenploeg natuurlijk ook al wat koersen samengereden met de profs. Dat waren dan procontinentale koersen en dit was WorldTour, maar toch. Dat maakte wel dat het nu redelijk makkelijk ging, of beter gezegd: het voelde vertrouwd.’

'De jongens zorgden er ook voor dat het goed voelde. Robert vertelde me een paar keer dat ik ervan moest genieten en dat de ploeg voor mijn niveau als renner getekend heeft, dus in die zin hoefde ik mij daar ook niet druk om te maken’, vertelt Van Belle. ‘Dat stelde wel een beetje gerust, daardoor kreeg ik ook het gevoel dat het allemaal wel goed zou komen. Juist daardoor kon ik er ook maximaal van genieten.’

Dat genieten ging voor Van Belle samen met heel goed presteren: hij was meermaals van belang ter ondersteuning van kopmannen Vader en Lemmen en werd zelf bijvoorbeeld ook nog knap 36e in de rit naar Mount Lofty al. Al bij al heerste er op die manier een positieve sfeer in de groep, die zelf ook wel een beetje verrast werd door de vijfde plek van Lemmen in het eindklassement. ‘Die vibe was heel positief. Milan, Koen en ik hebben hem vorig jaar al in de Ronde van Slowakije aan het werk gezien, en toen zagen we ook wel dat hij heel hard kan fietsen. Zeker op die punchklimmetjes, zoals in Australië. We wisten dus al dat hij heel hard kon rijden, maar zo op het hoogste niveau was nog wel extra knap. Toen we dat zagen, hadden we ook echt iets van: nu gaan we volle bak voor Bart’, geeft hij een kijkje in de tactische keuken.

Van Belle heeft mooi programma voor de boeg in eerste maanden van 2024

De lichte spanning in het vliegtuig op de heenweg maakte tijdens de retourreis plaats voor vertrouwen: eerste WorldTour-koers gereden, toch weer iets afgevinkt. Inmiddels kijkt Van Belle dus ook weer vooruit. ‘We zijn intussen al even terug uit Australië, dus dat gaat allemaal wel redelijk snel. De jetlag heeft maar een paar dagen geduurd en het reizen terug naar Europa valt wel reuze mee, dat gaat allemaal lekker vlot.’

Waar mogen we de Zuid-Hollander nu dan verwachten? ‘Ik doe komend weekeinde Murcia en Almeria in Spanje, en daarna ga ik naar de UAE Tour. Vervolgens volgen begin maart twee Belgische eendagskoersen met Cricquelion en Monseré, als mixkoersen tussen de profploeg en Development Team’, geeft Van Belle te kennen. ‘Dat is mooi, want dan krijg je na enkele koersen met de grote mannen, waar je een eigen taak hebt, ook nog de kans krijgt om zelf finale te rijden op een iets lager niveau. Vervolgens rijd ik Catalonië. Dat is een zware koers, dus dat zal wel een beetje aanpoten worden in zo’n pittige wedstrijd. En vooralsnog rijd ik ook nog de Volta Limburg Classic’, doet de jongeling zijn voorjaarsplannen uit de doeken.

Het klinkt als een typisch Visma | Lease a Bike-ontwikkelingsprogramma. ‘Dat is de visie van de ploeg. Ze willen stap voor stap werken en laten groeien, en misschien heb ik daar een jaartje extra voor nodig ten opzichte van de andere twee jongens die zijn overgekomen, met Per Strand Hagenes en Johannes Staune-Mittet. Maar het is wel de visie vanuit de ploeg, zo’n mixprogramma. Daar zien ze de waarde echt wel van in’, klinkt het realistisch. Ondertussen moet Van Belle natuurlijk ook nog de nodige werken verzetten in de WorldTour-wedstrijden, waar hij ook erg naar uitkijkt. ‘In UAE Tour ga ik in principe de controlerende man zijn, voor Olav Kooij. Het staat dus niet direct in de planning om daar zelf bergop voor een resultaat te gaan, maar misschien dat Bart mijn hulp daar ook nodig gaat hebben.’

Ieder zijn eigen ontwikkeling, beseft Van Belle maar al te goed

Van Belle haalde zelf Hagenes en Staune-Mittet al aan, maar in de Tour Down Under zag hij ook jongelingen Isaac de Toro (UAE-Team Emirates) en Oscar Onley (dsm-firmenich PostNL) ritsucces boeken. Kriebelt het dan niet? ‘Neuh, zo kijk ik er niet naar’, reageert Van Belle nuchter. ‘De ene renner gaat nu eenmaal sneller dan een ander. Het is leuk voor hun dat het zo goed gaat en dat is natuurlijk wel een beetje motivatie, maar met hard werken en er alles voor doen kan het er ook voor anderen inzitten. Verder is het een kwestie van geduld en vertrouwen hebben, ook in de plannen die de ploeg met mij heeft. Ieder maakt zijn eigen stappen.’

En die stappen heeft hij zelf afgelopen winter ook nog kunnen maken, wat weer een mooie voedingsbodem biedt richting de komende seizoenen. ‘Dat heeft zowel met de overstap naar de grote jongens als je jaarlijkse ontwikkeling te maken. Vorig jaar heeft in het teken gestaan van wat voor type renner ik ben en kan worden. In 2022 reed ik bergop nog met de betere renners mee omhoog in l’Avenir, maar begin 2023 had ik bergop wat meer moeite. Qua spiermassa was er ook wel wat bijgekomen, dus toen hebben we wel afgewogen wat het nou zou gaan worden.’

Inmiddels is die knoop doorgehakt. ‘Rond september hebben we besloten om volle bak voor het klassieke werk te gaan en me daarin te ontwikkelen. Ik denk zelf ook dat ik daar de meeste aanleg voor heb, omdat ik ook explosief ben en een klimmetje mee omhoog kan komen, maar tevens het positioneren in me heb. Vandaar dat ik afgelopen winter ook met de klassieke groep heb getraind.’

Dat zijn dus de koersen waar we de Nederlander mogen verwachten de komende seizoenen. In zijn stoutste dromen ziet hij zich dus ook schitteren in de grote Monumenten. ‘Over vijf of zes jaar hoop ik een paar profkoersen gewonnen te hebben. Dat is wel mijn ambitie, om een prof te worden die om de overwinningen mee kan doen. Het liefst in de klassiekers, maar mijn écht grote droom is het WK. We zullen wel zien of dat ooit werkelijkheid kan worden, maar uiteindelijk is het wel mijn verre ambitie om wereldkampioen te worden. Maar natuurlijk hoop ik mij vooral gestaag te kunnen ontwikkelen tot een goede coureur voor het klassieke werk’, spreekt hij concreet zijn korte en lange termijn-ambities uit.

Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)