Na de bloedstollende slotkilometer van de eerste rit van de Giro d'Italia zullen alle ogen in rit twee gericht zijn op de tijdritcapaciteiten van de aanwezige sterren. Is Mathieu van der Poel in staat om zijn roze trui te verdedigen in Boedapest? En wat kan Tom Dumoulin? In de Leiderstrui ging daags voorafgaand aan de chrono op onderzoek uit.
Eerste kilometers: stoempen op de grote plaat
Starten doen de renners op de Hősök tere, oftewel het Heldenplein, in Boedapest. Inmiddels geen onbekend terrein meer, daar ook de ploegenpresentatie en de Grande Partenza van vrijdag daar plaatsvonden. Net als in rit één moeten de eerste meters afgewerkt worden op de Andrássy út, de voornaamste boulevard in de hoofdstad van Hongarije.
Na één kilometer moet er rechtsaf geslagen worden, om na een recht stuk van enkele honderden meters bij een kleine chicane aan te komen. Hier komen de technische kwaliteiten voor de eerste keer aan bod, om vervolgens via een brug over de treinrails en een scherpe linkse koers te zetten richting de Donau.
Dit wordt in eerste instantie gedaan van twee lange rechte stukken (kilometer en 500 meter), waardoor we samenvattend kunnen stellen dat de eerste drie kilometer van deze tijdrit spek naar de bek is van de hardrijders, de mannen die lang in hun tijdrithouding de vermogens het werk kunnen laten doen.
Deel twee: bochtige Donau-zone en twee lange rechte stukken
Het tweede gedeelte van de tijdrit wordt aangevangen met een chicane bij het chocolademuseum van Szamos, gevolgd door een directe bocht naar rechts. Via het Ministerie-gebouw komen de renners vervolgens bij de Donau aan, die ontvangen wordt met een bocht van 180 graden.
Daarna moet er meer dan een kilometer - met het Parlementsgebouw op rechts en de Donau op links - gestoempt worden, gevolgd door een volgende 180 graden bocht en een lange, flauwe, oplopende bocht om de Margarethabrug te bereiken. Door deze brug bereiken de renners het stadsgedeelte Buda, via Pest uiteraard.
Na het overbruggen van dit gedeelte, de brug is zo'n 600 meter lang, volgt een nieuwe bocht, waarna de renners één voor één opnieuw parallel langs de Donau trekken. Dit zal zo'n 1,3 kilometer duren, maar het echte werk moet dan nog beginnen.
Slotklim: lastig, lastig, lastig
Het oplopende gedeelte van deze tijdrit, de klim naar Szentháromság tér, gaat heel wat benen in brand steken. Interessant detail: door twee scherpe bochten moet het lastige gedeelte van de klim, dat direct in het begin ligt, aan een relatief lage snelheid aangevat worden. Ook is het bezaaid met grote kasseien, wat de snelheid er volledig uithaalt.
Vervolgens volgt nog een kilometer aan drie procent, maar hier kan het verschil wel eens gemaakt worden. Heb je hier nog wat over, dan vlieg je van bocht naar bocht en uiteindelijk naar het plein bovenop de klim. Doen de benen echter pijn na het steile stuk, dan kan het wel eens heel moeilijk worden om je hier nog eens op te trekken.
Resumé van de tijdrit: de eerste kilometers zijn gemaakt voor de hardrijders, maar uiteindelijk gaan de technische kwaliteiten en de explosiviteit richting Szentháromság tér het verschil maken. Mathieu van der Poel moet zijn leiderstrui hier kunnen behouden en heeft zelfs een kans op de ritzege als hij zichzelf daartoe weet te zetten na zijn zege van vrijdag.
Tom van der Salm (Twitter: @TomvanderSalm) | e-mail: t.vandersalm@indeleiderstrui.nl)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties