Je kunt erg getalenteerd zijn, en je kunt met een scheur in je knie olympisch kampioen worden. Niek Kimmann wist het voor elkaar te krijgen. In aanloop naar Tokio spraken Kamiel Reckman en Jan-Willem van Schip met Kimmann. In Proberen de Podcast werd duidelijk wat allemaal moest gebeuren voor die gouden medaille.
De weg naar olympische glorie gaat niet in een rechte lijn omhoog. Dat geldt zeker ook voor het traject dat Kimmann heeft moeten afleggen sinds hij begonnen is met de BMX. We gaan ver terug in de tijd. 'Ik wist niet eens dat BMX een sport was. Maar op een gegeven moment kwam mijn beste vriend op de basisschool met zo'n fiets naar school en dat leek me wel echt vet. Toen ben ik een dag meegegaan naar de lokale vereniging. Vanaf het eerste moment dat ik over die baan ging, kreeg ik zo'n gevoel van vrijheid. Die snelheid en die bulten... ik had helemaal het gevoel dat ik mijn ding kon doen. Toen ik dat deed was ik meteen verkocht, maar ja, ik was echt niet meteen goed. In mijn eerste wedstrijd werd ik dertiende van de dertien, ik reed kansloos achteraan', bekent de kersvers olympisch kampioen.
Winnen in zijn sport begon voor Kimmann toen hij zijn zenuwen de baas leerde te zijn. ‘Mijn vader zei tegen me: ‘Die adrenaline, dat is energie die er uit wil’. Toen ik dat ging accepteren kon ik me puur focussen op de start en de eerste drie trappen na de start en begon ik wedstrijden te winnen.’ Om het goud op de BMX te kunnen winnen moest Kimmann de knop omzetten na zijn opgelopen knieblessure. Dat leerde hij van zijn vroegere coach Bas de Bever. ‘Oud-bondscoach Bas de Bever leerde mij ‘accept and adapt’. Op dagen dat het echt niet loopt accepteer ik dat, pas ik me aan en maak ik er gewoon het beste van', zegt de Nederlander.
Kimmann: 'Het kan altijd je laatste wedstrijd zijn'
Genieten van de sport heeft Kimmann ook moeten leren. Jelle van Gorkum, zijn voormalig ploeggenoot en nu commentator bij de NOS, raakte invalide bij een valpartij. Dat heeft veel invloed gehad. 'De val van Jelle heeft me geleerd dat het altijd je laatste wedstrijd kan zijn. Daardoor kan ik er ook meer van genieten. Niets is vanzelfsprekend. Als ik maar goed genoeg ben voor een vijfde plek moet ik er alles aan doen om die plek te halen. Door zo te denken ben ik niet bezig met winnen maar met racen en soms win je dan juist wel. Als je niet aan winnen denkt maak je de kans juist veel groter', aldus Kimmann.
Enthousiast geworden over de Podcast? Luister hieronder het hele gesprek terug!
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties