Het is van Mathieu van der Poel gekend dat hij het liefst zonder een plan aan een wedstrijd start, of beter gezegd met slechts één plan: winnen. De voorwaarden daarvan heeft zijn ploeg Alpecin-Deceuninck dit seizoen tot in de puntjes weten te perfectioneren, met de winst in alle drie (!) de Monumenten van het Wielerjaar 2024 tot gevolg.
De sfeer was goed in de bus van Alpecin-Deceuninck, de uren voor aanvang van Parijs-Roubaix. Muziekje, een dolletje: dan weten de ploeggenoten van de Nederlandse wielerkampioen dat Van der Poel op zijn best is. En dat zij dat ook moeten zijn. Silvan Dillier, zelf ooit tweede in de Hel van het Noorden na Peter Sagan, nam de ploeg vanaf kilometerpaal nul op sleeptouw. Edward Planckaert sprong op zijn beurt dan weer zo nu en dan mee.
Bij de blauwhemden gaven ze aan dat de openingsfase wel eens hectisch kon gaan worden. En zo geschiedde: het eerste uur werd aan bijna 55 (!) kilometer per uur afgewerkt. Van der Poel paste hier ook zijn fietskeuze op aan, zo vertelde hij na afloop. 'Starten met wat dunnere banden. Ik verwachtte een flinke strijd om de kopgroep, dus zo kon ik wat energie besparen. Dat heb ik vorig jaar ook gedaan', liet de regenboogtrui zich na afloop ontvallen.
Goede keuze, zo bleek. Iets voor de eerste strook kon hij relatief op zijn gemakje wisselen, om vervolgens met onder meer de van een plaspauze terugkerende Mads Pedersen terug van voren te postvatten. Ondertussen zorgden zijn ploeggenoten ervoor dat de toch wel relatief gevaarlijke kopgroep met onder meer Kasper Asgreen, Per Strand Hagenes en Rasmus Tiller niet al teveel ruimte kreeg: maximaal twee minuten viel hen ten deel.
Alpecin-Deceuninck dicteert op de kasseien
Richting de eerste kasseistrook is het vaak zo dat ploegen van voren willen zitten, maar niet direct doortrekken. Alpecin-Deceuninck koos deze jaargang voor een andere strategie. 'We hebben de kracht van onze ploeg wel getoond, iedereen was op niveau en gecommitteerd aan het plan. We hadden het doel om de koers hard te maken en zo het peloton al wat te kunnen uitdunnen voor de chicane, zodat we wat minder stress hadden en de anderen onder druk konden zetten. Daarbij wisten we dat je op kasseien sowieso beter van voren kan rijden', duidde Jasper Philipsen, de uiteindelijke nummer twee.
Ook de concurrentie zag dat de ploeg van de gebroeders Roodhooft de koe bij de horens pakte. 'Ik heb gezien dat Alpecin-Deceuninck de sterkste was. Vanaf kasseistrook één hebben ze de koers in handen genomen, met Mathieu van der Poel die er ver bovenuit steekt. In de snelste editie ooit, dus dat zegt ook wel wat', duidde Merijn Zeeman, sportief directeur bij Visma | Lease a Bike.
Was het toch op advies van de niet plannende Van der Poel? Die had het desgevraagd namelijk over de gevaren en risico's van de chicane voor het Bos van Wallers. 'Gelukkig stormden we niet met een geheel peloton op de chicane af, we waren nog maar met dertig of veertig man. Natuurlijk is het goed dat ze naar opties kijken om de veiligheid te verbeteren, zoals ik twee dagen geleden ook zei, maar tijdens de herkenning was het zelfs nog slechter dan dat het er op video uitzag. Als je daar met honderd man op afstormt, kun je met vijf man doorrijden. De rest staat stil in dat geval. Dus in die zin is het ook geen oplossing', aldus de winnaar.
Het werk van onder meer (de opnieuw zeer sterk rijdende) Oscar Riesebeek, (bijna een bocht missende) Timo Kielich, Planckaert en Dillier zat er op dat moment al op. Bleven over? Van der Poel, Philipsen en de zeer attent koersende Gianni Vermeersch. 'Ik weet niet of het mijn beste vorm ooit is. In 2021 werd ik zevende in De Ronde, dus dat zet ik ook wel erg hoog. Maar die vorm benader ik wel. Ik had heel goede benen', duidde de Belg.
Philipsen en Vermeersch als perfecte waakhonden voor Van der Poel
Op de strook van Arenberg pakte Van der Poel al een klein gaatje, om vervolgens Philipsen, Pedersen en Mick van Dijke te laten terugkomen. Philipsen reed echter lek, waardoor alles weer samenklitte. ‘Het is fantastisch om voor Mathieu te rijden', vertelde Vermeersch na de aankomst. 'Hij trekt het niveau van de gehele ploeg omhoog en dat bewijst hij ook vooral. Ik kan als waakhond ook mijn rol spelen: dat kan ik goed en ik doe het ook graag.’
Die rol van waakhond, daar komen we later op terug. Van der Poel keek het uiteindelijk nog een paar stroken aan, om zijn echte cartouche op zestig kilometer van de aankomst te plaatsen. Maar eerst moest hij daarvoor ploegleiders- en genoten waarschuwen, zo vertelde hij na afloop. 'Dat hadden ze gevraagd: of ik het dit keer door wou geven als ik zou aanvallen. Dus ze wisten ervan', lachte hij. Philipsen: 'Mathieu vertelde al dat hij goede benen had. Uit ervaring weet ik dat als hij dát zegt, dat hij heel goede benen heeft. Toen hij op zestig kilometer van de finish zijn aanval inzette, wist ik dat het voor de anderen heel moeilijk ging worden om hem bij te halen.'
'Ik zag het als een goed moment om aan te vallen', duidde Van der Poel. 'We zaten met een kleinere groep en de samenwerking was niet perfect meer, dus ik wilde de finale wat zwaarder maken. Daar ligt mijn kracht, maar ik had ook niet direct verwacht dat ik alleen weg zou kunnen rijden. Er was echter sprake van een mooi gat en ik wist dat het vooral meewind zou zijn tot aan de meet, dus ik dacht dat ik het wel vol zou kunnen houden. Toen ik hoorde dat de voorsprong groter werd, kreeg ik wel vleugels.’
Daarachter probeerden enkele lieden de kloof te dichten, met Pedersen voorop. Telkens was het echter of Vermeersch of Philipsen die als waakhond diende en zo het moraal van de overige coureurs wist te knakken. 'Hij bleef maar tijd winnen, dus dan wordt het op een gegeven moment een wedstrijd in de wedstrijd en ontstaat er meer selectie. De groep werd kleiner en kleiner, ook door pech. De koers was niet over, maar eigenlijk ook weer wel', aldus Pedersen.
Tijd om te genieten, voor Alpecin-Deceuninck en Van der Poel
'Vanaf het moment dat Mathieu aanviel, nam ik ook een defensieve positie aan. Ik kon relatief lang in de wielen rijden, wetende dat de sterkste met Mathieu van voren reed', gaf Philipsen aan. Op die manier kon hij zich ook in een zetel naar Roubaix laten rijden, net als Vermeersch. Die werd uiteindelijk nog zesde. 'Ik heb mij wel geamuseerd. Het was een prachtige dag. Vorig jaar heb ik er al enorm van genoten en dit jaar voelde ik mij nog een pak sterker dan vorig jaar. Het was fantastisch. Dit is een topdag voor mij. Vorig seizoen eindigden we al op één en twee, maar toen viel ikzelf net buiten de top tien.'
Van der Poel probeerde in zijn solo - die hij eindigde met drie (!) minuten voorsprong - vooral de focus te behouden. 'Niet lek rijden, maar ook geen onnodige risico's nemen. Richting het einde kwam er wel wat tijd en ruimte om te genieten, wat ik dan ook ten volste heb gedaan. Zeges als deze komen namelijk niet op bestelling', vertelde de Nederlander.
Een zot feest zoals vorig jaar zal er niet volgen, daar Van der Poel nog de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik gaat rijden. Maar een overwinningspilsje- of wijntje zal er vermoedelijk toch wel ingaan. Verdiend, voor alle zeven de estafetterenners van de Belgische ploeg. Wat eten die jongens toch voor ontbijt? 'Pannenkoeken, een beetje havermout', vertrouwde Philipsen ons lachend toe. Dat er nog vele pannenkoeken mogen volgen, dan!
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties