Thijs Zonneveld stopt, voor de tweede keer, als profwielrenner. De 44-jarige Nederlander begon in 2023 weer met fietsen bij BEAT Cycling, maar na twee seizoenen is het experiment als geslaagd bestempeld. Zodoende zal hij zijn fiets aan de wilgen hangen, maar dat doet hij op een hele andere manier dan bij de eerste keer.
Het is dus niet de eerste keer dat Zonneveld het profpeloton gedag zegt: in 2007 stopte hij op 27-jarige leeftijd met zijn droom. 'Maar waar ik zeventien jaar geleden mijn fiets vol afschuw in een hoek smeet, is het gevoel deze keer totaal anders', vertelt hij in zijn column van het AD. 'De afgelopen seizoenen smaakten als een toetje dat veel lekkerder was dan ik van tevoren had durven hopen.'
'Toen ik twee jaar terug een contract tekende bij BEAT Cycling, een ploeg uit de derde profdivisie, had ik drie doelen. Het plezier inhalen dat ik in een vorig wielerleven was vergeten te beleven, zien wat er sportief nog te halen was als ouwe lul, én als journalist zelf ervaren hoe de sport de afgelopen decennia is veranderd.' Sportief gezien had Zonneveld bijzonder veel succes, met name in het gravelracen. Zo deed hij bij de beruchte Gravel Unbound-race mee met de allerbesten en werd hij derde op het NK strandracen.
Lees verder onder de foto!
Het wielrennen is veranderd: 'Maakt het ook gevaarlijker'
Maar ondanks dat, merkte Zonneveld dat het wielrennen wel degelijk geëvolueerd is. Als journalist kon hij daar wel van genieten. 'Het was bij tijd en wijlen smullen, een plekje op de eerste rij. Ik zat jankend in het wiel bij Wout van Aert op het WK Gravel, ik hoorde Mathieu van der Poel langs zoeven in de Scheldeprijs en verloor een millimetersprintje van Tim Merlier - al gebied de eerlijkheid dat ik er wel bij moet vermelden dat dat vooral was omdat hij bijna door een quad van zijn strandfiets werd gereden.'
'Het vergt veel meer van renners, ook mentaal', vertelt de journalist over de manier waarop wielrenners moeten letten op ieder klein detail. 'Dat gold trouwens ook voor gravelkoersen: vooral in de Europese gravelwedstrijden was het een groot deel van de tijd duwen, trekken en wringen voor iedere centimeter. Het maakt wielrennen gevaarlijker dan voorheen. In koers en op training, ook al omdat de openbare weg drukker is geworden. Méér verkeersmeubilair, méér auto’s, méér bestuurders die een grafhekel hebben aan wielrenners.'
'Het kostte de afgelopen twee jaar een hoop tijd, energie en opofferingen - ook van mijn gezin. Maar het was een voorrecht om ver boven mijn veertigste nog te mogen leven voor mijn sport. Dus aan al die renners waarmee en waartegen ik reed: dank dat opa mee mocht', besluit Zonneveld.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties