Ploegmanager Philip Roodhooft looft Van der Poel als lead-out Philipsen: 'Ik denk dat het hem goed doet'

De teller van Alpecin-Deceuninck staat deze Tour de France al op drie etappezeges. En dat na nog maar een week koersen in deze Franse grote ronde. Het kan dus niet anders dat de sfeer er goed in zit bij de Belgische ploeg.

Want drie sprintzeges in de drie vlakke massasprints van deze eerste Tourweek, dat had toch zelfs de ploegmanager zelf nooit durven dromen? 'Vooral dat het al drie keer gelukt is, is opmerkelijk', aldus Philip Roodhooft, die samen met zijn broer Christoph de lijnen uitzet bij de ploeg, tegenover Het Nieuwsblad. 'Maar echt boven verwachting? We waren wel met dit plan naar hier gekomen: een goede sprinttrein, Mathieu als lead-out, Jasper als afwerker. Alleen vielen de puzzelstukken in die eerste drie sprintetappes wel heel goed in mekaar.'

Daarin speelde dus vooral Mathieu van der Poel een grote rol. De Nederlander zorgde elke keer dat Philipsen met de juiste snelheid en op de juiste plek werd gelanceerd voor zijn winnende sprint. 'Dat hij dit goed kan, was niet zo moeilijk te bedenken. Veel frappanter is dat hij bereid is dit te doen. In deze Tour is al vaak het onzelfzuchtigheid van Van Aert benadrukt, en terecht, maar dat kan ook gezegd worden van Van der Poel. Zijn ploegmaat wint drie ritzeges, en het enige wat Mathieu doet, is daarin bijdragen en nog blij zijn ook. Eerlijk gezegd: ik vind dat knap en schoon om te zien. Dan weet je dat we erin geslaagd zijn een geheel neer te zetten. Plezant.'

Roodhooft en Alpecin-Deceuninck opzoek naar 'historie'

Maar Van der Poel geeft zelf ook aan een echte winnaar te zijn, zo vertelde hij op deze eerste rustdag in de Tour. Is het dan niet lastig om voor een ander te moeten werken, is dan de logische vraag? 'Eerlijk gezegd denk ik dat het hem goed doet. Of zo voel ik het toch aan. Hij is ondertussen op een moment in zijn carrière dat hij veel minder alleen met zichzelf bezig is. Dan is het wel eens aangenaam in een ploeg te zitten waarin het over meer dan alleen Van der Poel gaat.'

Roodhooft geeft in het interview ook aan dat er nog zeker kansen volgen voor de Nederlander en moet vervolgens de vraag beantwoorden op hoeveel zeges de teller staat na drie weken koersen: 'Voor ons hoeft de teller niet te stoppen. Drie is al heel mooi, maar nog niet historisch. Wordt het nog meer, kan het wel iets worden waar we over twintig jaar nog over praten.'

Roodhooft over de discussies rond de sprints van Philipsen

Waar ook veel over is gepraat zijn de gewonnen sprints van Philipsen, waar elke keer wel iets over te zeggen was qua veiligheid. Was het niet het uitwijken van de rechte sprintlijn, dan wel een duwtje die vooraf aan de sprint ging. 'Ik vind dat vooral jammer voor het beeld dat zo over Jasper dreigt te ontstaan. Neem die uitspraak van Danny van Poppel (lead-out bij BORA-hansgrohe, red). 'Philipsen weet niet wat hij doet', is dan de titel in de krant. En ja, Van Poppel heeft dat gezegd. Maar als je de beelden ziet, zie je hemzelf meteen denken: oei, dat bedoel ik nu ook weer niet. Maar intussen is de schade aangericht.'

Toch blijft het doel de groene trui die nu om de schouders van Philipsen hangt naar Parijs te brengen. 'Absoluut. We hebben nog nooit een klassement gewonnen in een grote ronde. En op het winnen van een grote ronde na is de groene trui de meest prestigieuze van allemaal. Ik kan veel makkelijker de groene truien van de jongste 25 jaar opsommen dan de winnaars van het bergklassement. Ook door mijn eigen verleden: Planckaert, Vanderaerden, allemaal winnaars van het groen. Dat waren voor mij en mijn broer jeugdidolen. Dat we nu als ploegleiders zelf die trui kunnen winnen, maakt het alleen maar mooier.'