Scheiden de wegen van Philipsen en Van der Poel binnenkort? 'Hoop ploeg te vinden waar ik het beste uit mezelf kan halen'

Zondag was het een van de eerste keren sinds lange tijd dat Jasper Philipsen geklopt werd in de sprint. Zowel in de vierde etappe als in de zevende rit van Tirreno-Adriatico moest hij de duimen leggen voor de Italiaanse gorilla Jonathan Milan (Lidl-Trek). De groene trui van de afgelopen Tour de France gaat bovendien zijn laatste contractjaar in bij Alpecin-Deceuninck en sluit een vertrek zeker niet uit bij de ploeg van Mathieu van der Poel.

Philipsen nam met de omstreden Alex Carrera ook voor het eerst een manager in dienst om zijn belangen te behartigen. De Italiaan is tevens al de manager van Tadej Pogacar, een boezemvriend van Philipsen, én van Cian Uijtdebroeks, die hij afgelopen zomer op een woelige manier liet overstappen naar Visma | Lease a Bike. Een vertrek bij de Belgische formatie is daarom zeker niet uitgesloten, aangezien Tudor Pro Cycling, de Zwitserse ploeg van Fabian Cancellara, hem al een contractvoorstel zou gedaan hebben. Ook een terugkeer naar UAE Team Emirates of een vertrek naar BORA-hansgrohe zou tot de mogelijkheden behoren.

Lees verder onder de foto.

Jasper Philipsen houdt voor volgend seizoen 'alle opties open'

'Ik heb Alex gezegd dat de komende vier, vijf jaar mijn topjaren zullen worden', reageert hij op die geruchten bij HLN.be. 'Ik hoop een ploeg te vinden waar ik het beste uit mezelf kan halen. Dat kan ook in mijn huidige ploeg zijn. Alle opties zijn open. Ik zal het volledige plaatje bekijken en dan beslissen. Het is leuk om goede vrienden te hebben, maar voor ik mijn handtekening onder een nieuw contract zet, zal ik toch in de eerste plaats aan mezelf hebben gedacht. Het moet een ploeg worden waarin ik mijn dromen kan najagen.'

Maar wat zijn dan die dromen precies? 'Het is geen geheim dat ik zeker nog niet klaar ben met de Tour', gaat Philipsen verder. De Tour blijft het hoogtepunt van het seizoen en als sprinter wil ik daar schitteren. Ik sta er niet weigerachtig tegenover om nog een aantal jaren voor de groene trui te gaan. Ik ben net 26 geworden, ik denk dat ik tot mijn 30ste of 32ste op het hoogste niveau kan blijven rijden. En dat ik mezelf wil ontdekken in het klassieke werk. Hier en daar een kampioenschap winnen hoort er ook wel bij. Mijn eerste kans om wereldkampioen te worden zal pas voor 2028 zijn in Abu Dhabi.'

Philipsen schat winstkansen in Milaan-Sanremo zeer laag in

Zaterdag wacht misschien al een eerste afspraak met de geschiedenis in Milaan-Sanremo, waar Philipsen toch een groot doel van gemaakt heeft. 'Sanremo is één van de hele grote afspraken. Ik weet hoe snel de Poggio voorbij is. Ik hoop door te bijten en in goede positie boven te komen. Maar dan kan je de beste benen en de beste voorbereiding hebben gehad, wanneer Pogacar gaat aanvallen, of wanneer Mathieu er weer vandoor gaat op de Poggio zoals hij vorig jaar deed, dan weet ik dat het enorm moeilijk wordt voor mij om Milaan-Sanremo te winnen.'

Toch gaf Philipsen aan dat hij in de Tirreno nog niet met zijn hoofd bij La Primavera zat. De Belgische sprinter acht zijn winstkansen dan ook niet hoog in. 'Het enige scenario waarin ik kan winnen is dat ik over de Poggio geraak in een kleine groep, dat ik daar de benen voor heb, dat ik me niet laat insluiten en dat we met een kleine groep om de overwinning gaan sprinten. Over de Poggio geraken is één ding, de sprint naar mijn hand zetten is nog een andere zaak. Daarom pin ik me niet vast op Milaan-Sanremo. In een perfecte dag moet het zeker mogelijk zijn om te winnen. Ik heb misschien één kans op tien, of zelfs maar één op vijftig of honderd dat het goed loopt. Dat is natuurlijk moeilijk. In een rennerscarrièrre kan je maar tien of maximum vijftien keer Milaan-Sanremo rijden. De kansen voor mij om te winnen zijn zeker beperkt.'