Vingegaard rekent zich nog niet rijk: 'Ik ken Pogacar en weet dat hij nooit opgeeft'

Jonas Vingegaard was mentaal de grote winnaar na de eerste bergrit in de Tour de France. De Deen van Jumbo-Visma reed op de laatste beklimming weg van zijn grote concurrent Tadej Pogacar, die bijna een minuut aan de broek kreeg van de uittredend Tourwinnaar.

Na afloop stond Vingegaard tevreden de pers te woord. 'We wilden iemand in de ontsnapping hebben, een satellietrenner zoals ze dat noemen. Uiteindelijk hadden we er drie, dus we mogen wel concluderen dat de jongens super werk hebben verricht', doelde hij op Christophe Laporte, Wout van Aert en Tiesj Benoot.

'Daardoor hoefden we niet op kop te rijden, wat voor ons natuurlijk een goede situatie was', vervolgde de Deen, om vervolgens uitleg te geven over zijn beslissing om op de slotklim druk op de ketel te zetten. 'Op de laatste klim voelde ik me goed, dus ik vertelde tegen Sepp Kuss dat hij naar voren moest gaan en op kop moest gaan rijden. Dat deed hij, waarna ik mijn aanval plaatste.'

Vingegaard niet bezig met Pogacar: 'Ik kijk naar mezelf'

Dat hij zo makkelijk weg kon rijden van Pogacar, was voor velen een verrassing. Vingegaard zelf wenste er niet direct al te veel woorden aan vuil te maken. 'Ik wist niet dat Pogacar minder was. Ik voelde me goed en kijk vooral naar mijzelf. Als ik me goed voel, dan val ik aan.'

De vraag of dit een psychologische klap is voor de Sloveen, liet Vingegaard dan ook onbeantwoord. 'Ik weet niet hoe deze rit bij Pogacar aankomt, dat zou je hem moeten vragen. Ik ken Tadej en ik weet dat hij nooit opgeeft, dus het zal tot Parijs een gevecht blijven.'

Toch is niet Vingegaard de nieuwe gele trui, maar ritwinnaar en Tour-outsider Jai Hindley van BORA-hansgrohe. 'Ik ben heel blij met dit tijdsverschil ten opzichte van Tadej, dat is heel mooi. We moeten Hindley echter ook in de gaten houden. Tijdens de rit twijfelden of we achter hem aan moesten rijden, maar we besloten het niet te doen.' Hindley heeft 47 seconden voorgift op Vingegaard.