Zonneveld bang dat verschillen in WorldTour té groot worden: 'Gezonde sport heeft fluctuaties aan de top nodig'

Visma | Lease a Bike (daar voorheen onder meer door het leven ging als Jumbo-Visma) wist afgelopen week voor de zoveelste keer geschiedenis te schrijven. De Nederlandse WorldTour-ploeg was namelijk het eerste team ooit dat zowel het eindklassement van Parijs-Nice als dat van Tirreno-Adriatico naar zich toetrok. Toch is niet iedereen daar even lyrisch over. In wielerpodcast In Het Wiel kijkt AD-columnist Thijs Zonneveld namelijk wat kritischer naar de huidige stand van het wielrennen.

'Wielrennen is steeds meer een spel van een beperkt aantal ploegen', aldus de strandracer, doorgaans goed voor een gepeperde opinie. Naast Visma | Lease a Bike heb je nog UAE Team Emirates van Pogacar, BORA-hansgrohe van Roglic en Evenepoel in Soudal Quick-Step. Die doen ook nog mee. Maar het is bij die laatste twee al niet zo structureel als bij UAE en Visma. Daar trekken ze de kwaliteit écht naar zich toe.'

Zonneveld maakt zich zorgen om onderlinge verschillen bij WorldTour-ploegen

Om zijn argumentatie krijgt bij te geven, kijkt Zonneveld naar Matteo Jorgenson, die zegevierde in de Franse etappekoers. 'Matteo is een heel jonge jongen, maar ontzettend professioneel. Hij deed bij Movistar alles alleen en op eigen houtje en er zit een heel grote motor in', vertelde wegkapitein Steven Kruijswijk eerder al aan In de Leiderstrui over de Amerikaan. 'Iedereen wist dat hij alles in huis had om de stap naar de top te maken, maar hij gaat naar Visma en hij staat er ook meteen. Hij betaalde vorig jaar zijn eigen stages, dat is gewoon zo’n verschil', duidt Zonneveld in dat kader.

'Als je dan een renner hebt die in alles wil meegaan en Visma biedt hem alles aan, dan is het niet gek dat je een stuk beter gaat fietsen', vervolgt Zonneveld zijn betoog. De gravelliefhebber geeft ter afsluiting nog mee dat hij soms wel eens bang is dat de onderlinge verschillen in de WorldTour te groot worden. 'Ik denk dat een gezonde sport het nodig heeft dat er veel fluctuaties zijn aan de top. Dat er veel teams zijn die de financiële middelen en de visie hebben om aan de top te concurreren. Dat zie je de laatste jaren wegvallen en ik zie het niet snel anders worden.'