Mathieu van der Poel, Tadej Pogacar en Remco Evenepoel. Keurig verdeelden ze in het wielerseizoen 2023 onderling de vijf Monumenten. Van der Poel schreef Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix op zijn naam, Pogacar won op magistrale wijze de Ronde van Vlaanderen en zijn derde Ronde van Lombardije. Evenepoel volgde zichzelf op in Luik-Bastenaken-Luik. Zo werden de belangrijkste eendagswedstrijden in de wielersport een prooi voor de gekende veelvraten van het peloton. In 2024 kan het zomaar weer zo gaan. Tijd om in deze IDL Retro te mijmeren over zegevierende underdogs en onverwachte Monumentenwinnaars, met speciale aandacht voor de editie van Parijs-Roubaix in 2016.
De komende maanden zullen weer in het teken staan van de lange opbouw richting de grootste doelen van het nieuwe seizoen. In 2024 zullen mannen als Van der Poel, Pogacar en Evenepoel willen bevestigen in het klassieke voor- en najaar. Daarnaast willen de andere sterren van het wielrennen zich meten met de bovenstaande namen. Wout van Aert bijvoorbeeld, die zijn enige en laatste Monument alweer drie jaar geleden won, zal dolgraag zijn rivaal MVDP weer eens achter zich willen laten in Vlaanderen of Roubaix. De vier bovengenoemde namen zullen voor alle Monumenten bovenaan de favorietenlijst prijken. En ja, in 2023 verdeelden ze dus eerlijk alle Monumenten onder elkaar. Je zou er als net-niet-veelvraat moedeloos van worden.
Outstanding outsiders: Van Stuyven en Colbrelli tot Bettiol en Mollema
Maar stel je voor. De echte toppers, de favorieten op papier, hebben de puzzel niet kunnen oplossen. Ze zijn gevangen in het koersverloop, hebben al het werk moeten opknappen in een achtervolging of hebben simpelweg hun dag niet. Één of een combinatie van deze omstandigheden leiden zo nu en dan tot een moment suprème van een subtopper, een outsider vanuit de kantlijn. De term ‘outsider’ is hierbij natuurlijk subjectief en vrij te interpreteren. Het verschil mag echter duidelijk zijn, tussen de vooraf aangewezen sterren en de mannen die de voorbeschouwing net wel of net niet haalden. Grote zeges van die laatste groep coureurs worden steeds schaarser. Schaarser vanwege de onstilbare honger en kwaliteits- en krachtsimpulsen van bovengenoemde superrenners
2019 was echter zo’n jaar. In het voorjaar wonnen grote kleppers Monumenten: Julian Alaphilippe was in dat jaar misschien wel op zijn best en snelde naar de zege in Milaan-San Remo, terwijl Jakob Fuglsang heel het voorjaar al uitblonk. Hij beloonde zichzelf met een zege in Luik-Bastenaken-Luik. Maar Alberto Bettiol en Bauke Mollema? Waren zij de topfavorieten in respectievelijk de Ronde van Vlaanderen en de Ronde van Lombardije? Allerminst. Ze zagen een goed getimede demarrage uitmonden in de grootste zege uit hun carrière. Juist, vlak vóór de grootste favorieten uit. Recentere, vergelijkbare overwinnaars? Sonny Colbrelli in Parijs-Roubaix en Jasper Stuyven in Milaan-San Remo in 2021. Stuk voor stuk outsiders. Als we de erelijsten van de Monumenten in de laatste tien jaar afstruinen, kan er echter weinig discussie bestaan over de verrassendste winnaar van allemaal.
Underdog der underdogs: Hayman zou slechts decorstuk zijn in show van Sagan, Terpstra, Boonen en Cancellara
Op zondag 10 april 2016 schuift de bijna 38-jarige Matthew Hayman tegen wil en dank maar mee met de vroege kopgroep. Deze wordt immers toch wel teruggepakt in Parijs-Roubaix. Wellicht dat hij nog iets kan betekenen voor ploeggenoten van Orica-Greenedge, later in de koers. Eigenlijk zou Hayman Parijs-Roubaix helemaal niet rijden. Hij viel zes weken voor zijn start in De Hel van het Noorden uit in de Omloop Het Nieuwsblad met een gebroken elleboog. Zijn klassieke voorjaar leek voorbij, maar de Australiër knokte zich via een snel herstel en goede training terug op niveau. Hij startte toch in Compiègne. Op die dag kon hij als trouwe knecht niets betekenen voor zijn ploeggenoten. De koers ontaardde achter de vroege kopgroep namelijk in een totale chaos.
Al voor de echte finale rijden vele favorieten zichzelf de prak in. De Sky-ploeg, in dienst van Luke Rowe, valt bijna voltallig het skoekeloen in. Oud-winnaars Fabian Cancellara en Niki Terpstra raken ver achterop en ook toppretendent Peter Sagan rijdt achter de feiten aan. Zo dunt de enorme favorietenlijst behoorlijk uit. De vroege kopgroep is inmiddels ingerekend door een klein peloton, waar op papier nog twee topfavorieten over zijn: Tom Boonen, die aast op een unieke vijfde overwinning in de keienklassieker, en Sep Vanmarcke, die heel het voorjaar al in bloedvorm is. Hayman is de enige uit de vroege vlucht die nog in de kop van de koers vertoeft. Hij moet een aantal keer bijna lossen, maar overleeft de laatste kasseistrook ternauwernood in de wielen van Boonen, Vanmarcke, de Brit Ian Stannard en de Noor Edvald Boasson Hagen.
Als onderdeel van het finale vijftal heeft Hayman letterlijk niets te verliezen. Hij finishte Parijs-Roubaix al vaak, maar reed bijna altijd in de achterhoede de beroemde wielerbaan op. Een achtste plek was zijn beste resultaat. Hayman won bijna nooit een wedstrijd en verzamelde in een loopbaan van vijftien jaar slechts enkele ereplaatsen in de grote voorjaarskoersen. Nu zat hij, met nog enkele kilometers te gaan, voorop in de meest heroïsche van de vijf Monumenten. En dus probeerde hij het maar. Eerst zelf, en later met Boonen. Met de Belgische legende samen sloeg hij een gat. De grote Boonen, die alleen nog de nietige Hayman moest verslaan voor zijn unieke, vijfde kei. Een fluitje van een cent zou het zijn, en een scenario waar Hayman zichzelf al bij neer had gelegd in die fase van de strijd, zo zei hij achteraf: ‘Ik dacht: tweede is mooi, en Boonen is een mooie winnaar.’
Moedige Hayman zet topfavorieten Boonen en Vanmarcke met machtssprint te kijk
Maar dan. De laatste kilometer. De entree op de wielerbaan. Vanmarcke, Stannard en Boasson Hagen sluiten toch weer aan. De bescheiden Hayman laat zich niet kennen. Hij gaat maar gewoon op kop sleuren. Hij stuurt omhoog de baan op en maakt vaart, harder en harder. Zijn verzet is groot en zijn slagen worden plots machtiger en krachtiger. De laatste bocht zit erop. De rest zit op apegapen en de Australiër kijkt stoïcijns vooruit, beukt en stoempt door. De betere sprinter Boonen nadert nog, maar is te laat. De bijna 38-jarige Hayman, vooraf door niemand als kanshebber gezien, wint Parijs-Roubaix. Direct moet hij achterom kijken of het écht waar is. Tientallen seconden lang loopt hij vervolgens vertwijfeld over de wielerbaan. Hij kan het simpelweg niet geloven. Het zijn gouden beelden van een van de meest onverwachte winnaars van een Monument ooit.
De grootste coureurs winnen de grootste wedstrijden. Althans, meestal. Want soms zitten de favorieten gevangen in het koersverloop, moeten ze zelf het werk opknappen, vallen ze uit of hebben ze hun dag niet. En dan ontstaat die kier. Die kier voor de outsiders in het peloton die loeren op een uniek kansje. Ook Van der Poel, Van Aert, Pogacar en Evenepoel zullen niet altijd onklopbaar zijn, net als de gedoodverfde vijfvoudig Parijs-Roubaixwinnaar Tom Boonen op 10 april 2016 niet onklopbaar bleek. Er is altijd kans op een uniek staaltje wielergenie. Vraag dat maar aan Matthew Hayman.
Wil jij een gokje wagen op de duels van het Nederlands elftal? Via deze link kom je in aanmerking voor €60,- aan free bets!
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties