Vanthourenhout (derde) haakte af na aanval ploegmaat: 'Op dat moment plaatste Eli een versnelling'

Michael Vanthourenhout (Pauwels Sauzen-Cibel Clementines) maakte na een korte afwezigheid door ziekte een goede rentree met de derde plek in de Superprestige van Gullegem. De Belg rekende in de finale af met zijn landgenoot Joran Wyseure in de strijd om het laatste plekje op het podium.

De winst ging naar Wout van Aert, die samen met Eli Iserbyt voor een prachtige en spannende slotfase zorgde. Vanthourenhout had ook even de aansluiting met de twee, maar moest ze uiteindelijk laten gaan. 'Ik voelde dat ik over de limiet moest gaan om Wout te volgen', aldus Vanthourenhout in het flashinterview. 'Ik probeerde daarna even over te nemen om het tempo te laten zakken, maar op dat moment plaatste Eli een versnelling. Daardoor moest ik lossen en een ronde mijn eigen tempo zoeken.'

'Het was wel jammer dat ik niet meer kon meestrijden om de overwinning', gaat Vanthourenhout verder. 'Maar ik ben al heel blij dat de ziekte van de afgelopen week mij geen parten speelt richting de volgende crossen. 'Vanthourenhout moest dus door de aanval van zijn ploegmaat Iserbyt lossen. Hij neemt hem echter niets kwalijk. 'Ik denk dat Eli gewoon heel sterk was en hij vocht ook een mooi duel uit. Ik ben blij dat ik de strijd met Joran om de derde plek nog in mijn voordeel kon beslechten.'

Vanthourenhout: 'De laatste weken was het van wedstrijd naar wedstrijd'

'Het gevoel was goed, maar nog niet super', concludeert Vanthourenhout verder. 'Na die ziekte ben ik wel content met de derde plaats. Hopelijk kan ik de conditie de komende tijd nog wat opbouwen, zodat die laatste procentjes erbij komen. Ik ben van plan om volgende week op training flink wat uren te maken om dat laatste beetje te vinden. Met daarna wat rust hoop ik op supercompensatie richting het BK.'

Sowieso is Vanthourenhout wel toe aan training, want daar was door de volle kalender van de voorbije weken vrijwel geen tijd voor. 'De laatste weken was het van wedstrijd naar wedstrijd, dus dan is de trainingsarbeid niet zo groot. Na de nationale kampioenschappen zullen de meesten sowieso wel naar Spanje trekken om het laatste deel van het seizoen voor te bereiden', besluit Vanthourenhout.