Het is een roerige winter in het veldrijden. De Wereldbekerwedstrijden werden niet altijd even fel betwist, discussies over crossers die wel én niet kwamen opdagen waren aan de orde van de dag. Zelfs UCI-baas David Lappartient deed een duit in het zakje en zei dat crossers die de Wereldbeker overslaan het WK niet zouden mogen rijden. Nu spreekt in gesprek met Wielerflits Peter van den Abeele, Directeur Sport bij de internationale wielerbond, openlijk over het hervormen van het veldrijden: 'Toen er maar zes manches waren, was het ook niet goed.'
Het is maar de vraag of de Wereldbeker kleiner wordt. Het huidige aantal manches is veertien. Van den Abeele over de crosskalender voor de winter van 2024-2025: 'Alleen de datum van het EK, het WK en de nationale kampioenschappen liggen vast. Daarna is de Wereldbeker de grootste prioriteit', weegt hij de WB af tegen onder andere de X2O-competitie. 'Maar de rechten liggen in handen van Flanders Classics. Zij investeren in de Wereldbeker. We zijn nu met hen in gesprek over hoeveel manches er moeten komen: tien, elf, of twaalf? Dat zien we wel.'
UCI zou het harder kunnen spelen: 'Geen crossen toelaten in een Wereldbekerweekend, dat is een mogelijkheid'
Van den Abeele stelt dat er nog gedebatteerd wordt over het aantal te rijden crossen in de Wereldbeker. 'Dat doen we met renners, met ploegleiders. We zullen na het WK verder praten. Het is geen mislukking geweest om de Wereldbeker uit te breiden. Tijden zijn snel veranderd. Een paar jaar geleden waren de beste crossers nog niet de toppers op de weg. Er moesten genoeg opties zijn. Iedere crosser reed bijna een volle veldritwinter. Vroeger waren er maar zes Wereldbekers, dat was weer te weinig. Het ideale aantal is tien tot twaalf, denk ik.'
Uiteindelijk heeft de UCI als internationale federatie het laatste woord over de kalender, stelt Van den Abeele. Hij denkt dat de bond altijd kritiek zal krijgen. 'Natuurlijk is dat jammer. We zijn als een regering. Wij bepalen de kalender van A tot Z. We willen ook niet spreken over verbieden. Natuurlijk komt er kritiek als we het hard gaan spelen, ja. Geen andere wedstrijden toelaten in Wereldbeker-weekenden is een mogelijkheid. Of een gebalde Wereldbeker, met ieder weekend twee manches, van half december tot eind januari. Ook dat kan.'
Van den Abeele spreekt verder over de spreiding van de Wereldbeker. 'Die is voor ons belangrijk ja. Ook vind ik dat de Wereldbeker internationaal successen gekend heeft. Denk aan Benidorm en Dublin. Voor renners is het makkelijker om in België te blijven hangen. De moeilijkheid zit hem in de renners erheen te krijgen. De sport is zo verankerd in Vlaanderen, dat niemand zich bijna hoeft te verplaatsen', concludeert de UCI-man.
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties