Ze kregen na afloop allebei een rood-wit-blauwe trui om hun schouders gehangen en op het podium werden ze uitgeroepen tot beloftenkampioenen van het NK. Leonie Bentveld en Tibor del Grosso zijn voor een jaar lang de besten, maar in een leeftijdscategorie die in Nederland eigenlijk maar half bestaat. Beiden finishten bij de elite-race halfweg top tien, maar konden wel aan het feest. In de Leiderstrui ving ze op.
Bij de elite-vrouwen won Lucinda Brand, met Bentveld die in deel twee van de top tien finishte. ‘Op een heel goede dag had ik misschien mee kunnen doen voor het podium bij de elite. Dat is een mooie ambitie, maar het belangrijkste was toch wel om het vooral bij de beloften goed te doen. Toen ik merkte dat ik niet meer voor het podium meereed, maakte het me ook niet zoveel meer uit of ik nu zesde of zevende werd. Dan is het zorg om veilig binnen te komen, zonder materiaalpech. De strijd was wel gestreden’, zegt Bentveld goudeerlijk over haar dag. 'Ik vond het jammer dat we nu samen reden, het is belangrijk om te leren hoe je een koers zelf maakt. Dat is bij de elites niet het geval.'
Een opvallende manier van koersen, beaamt ze. Op die manier voelde het NK ook meer als een race om af te vinken, in vergelijking met bijvoorbeeld het WK, waar de beloftencategorie straks in februari een eigen cross rijdt. ‘Het NK is altijd mooi, maar het WK is wel een groter doel. Toch is dit al mijn zevende nationale titel op rij (inclusief nieuwelingen en junioren, red.), dus dat is best wel uniek. Iedereen verwacht het van mij, maar alles moet goed lopen op zo’n dag. Ik ben dus heel blij en nu is het doel om bij de beloften de Wereldbeker-leiding te behouden. Daarna het WK, met podiumambities en misschien wel de winst…’
Lees verder onder de tweet
Del Grosso noemt beloftenwedstrijd ‘mentaal bijzonder’
Bij de mannen was het Del Grosso die als beste belofte binnen kwam in de elite-wedstrijd. Ook hij was vooraf topfavoriet, al werd hij bij de elites vijfde. ‘Ik had gehoopt om iets langer met die eerste drie mee te kunnen, maar het was meteen chaos bij de start. Ik werd een beetje weggedrukt en ze vielen twee keer voor me. Door ziekte deze week was ik ook niet op m’n allerbest, terwijl alles echt had moeten kloppen, had ik me willen mengen in de elite-strijd. Als het parcours iets sneller en tactischer was geweest… Nu was het vrij eerlijk, ik lag vrij ver achter.’
En dus kwam Del Grosso in een gevecht om plek vier terecht, met Ryan Kamp. ‘Dit is wel meer dan een troostprijs, het belangrijkste van vandaag. Bijzonder blijft het wel, vooral mentaal, dat het eigenlijk niet uitmaakt of je vierde of vijfde wordt in de wedstrijd. Als je maar op kop ligt bij de beloften’, beaamt hij. Van een favorietenstatus was dan ook niet echt sprake. ‘Ik was in de laatste wereldbekerwedstrijden ook al de favoriet, dus dat was niet anders. Ik was wat ziek geweest deze week, daar maakte ik me meer druk om. Dinsdag had ik nog griep, dus ik heb best getwijfeld of ik kon starten. Het was niet ideaal, maar vanaf donderdag kon ik weer fietsen. Het was goed genoeg. En het was leuk dat hier in Hoogeveen was, een thuiswedstrijd voor mij. Ik heb m’n naam veel gehoord en ik kon thuis bij m’n moeder slapen.’
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties